donderdag 28 maart 2013

een dag uit het leven van

- Mag ik dat kussen eventueel...?
Jelle zit aan de bestuurstafel. Sofie bedoelt de kussensloop die in een van de hoeken van de kubusruimte terechtkwam. Op het zwarte kussen ligt een literaire studie over het werk van Kasimir Malevich.
In Quatre conférences, van Claude Simon, was ik op bladzijde 17 aanbeland. De blackstraler ronkt. Jelle nam het administratieve recitatief door, in de corridor stond een dame naar het werk van Erwan Mahéo te kijken.
- Euh..., zei Sofie. Ze wou de kubusruimte opmeten. Mag ik dat kussen heel even...?
Ja, natuurlijk, zei ik. cependant, il me semble impossible (tout au moins Een ogenblik later was ze met een plooimeter bezig. Terwijl ze hiermee bezig was, zag ik alleen het schriftje. In het schriftje had ze een grondplan van de kubusruimte getekend.
- 270.
270?
- 270 en 295, zei ze. Ze was met de gele plooimeter bezig. Ergens halverwege de vloer was het eindpunt van de plooimeter. Ik keek naar de vinger die aangaf waar de plooimeter ophield.
Tot de balk is het 2m65, zei ze.
A-ha, zei ik. Dus die muur is 2m65.
Ja, zei ze.
2m65. Ze plooide de meter tot het weer 20cm geworden was en keek naar de beschikbare ruimte.

vrijdag 22 maart 2013

Moritz

Er staat niet la maar le Suisse, de Zwitser en zijn entourage, dat is wat er staat, niet alle Zwitsers, één Zwitser, en geen dame, terwijl ik voor zover ik me herinneren kan in Zwitserland alleen met dames te maken had, in Genève, in Lausanne, op een rotsbult boven Montreux waar Nabokov neerstreek, en dat ik zonder die bepaling, dat een dame me had uitgenodigd om met haar mee te rijden, wellicht helemaal nooit in Montreux geweest was op het terrein van een kasteel, hoog boven het meer, en net zo min met die makelaar te maken gehad had kunnen hebben, Moritz heet ie, donkerblauw maatpak, snor, kingewas, een volgens de regels van het kunstje onder dat kingewas dubbelgevouwen stropdas en een puist op de linkerwang, die mijnheer dus die Bernhard introduceert op bladzijde 503 van Récits, een Franse editie, wat me er doet aan denken dat ik in Zwitserland ook alleen maar met Franse dames te maken had, de dochter van een diplomaat, ze zei dat haar vader in Caïro werkte, in de kathedraal van Toledo stonden we voor een Christus van El Greco, wat me er aan doet denken dat Perec op een markt in Graubünden een schriftje ontdekte met een handgeschreven versie van De hand die hand werd en dat Rosine zei, ik scheer niet alle Zwitsers over eenzelfde kam, dat ze Arabisch studeerde, niet omdat ze verliefd was op een Marokkaan, niet omdat ze in Egypte wilde gaan wonen, met een type als Moritz leek ze evenmin te maken te hebben, niet in Toledo toen we voor El Greco stonden, niet in de trein naar Toledo, en toen ze later toch met Moritz te maken kreeg niet op zo'n manier dat ik had kunnen weten dat het ook voor haar de eerste keer was, of, die eerste zin, dat zij en haar entourage aanmeren op bladzijde 503, dat Bernhard een Zwitser introduceert, een makelaar, iemand die landerijen koopt en verkoopt, en dat in het kamertje waar ik die avond belandde niets van dat alles blijken zou, van een hoertje is makkelijk te denken dat ze net wel met Moritz te maken had.

donderdag 21 maart 2013

maandag 18 maart

10u. Een afspraak met Levi van Smeraldina-Rima. Joris, Fidel, Levi, ik. Levi haalt herinneringen op aan een koffiemachine.
We luisteren naar een studio-opname van Nate Wooley: Nate Wooley trompet, Fred Lonberg-Holm cello, Jason Roebke bass. Het plan is een vinyl met Sheldon Siegel B-kant. De A-kant, bovenvermeld trio, studio-opname, is een verbluffende track, de B-kant, met Sheldon Siegel, een net zo interessante set live opgenomen in Les Ateliers Claus. Hannelore Van Dijck doet het artwork. Daar was Levi mee op de proppen gekomen, dat Hannelore het artwork kon doen.

13u. Ik blader in De Standaard. Hoe zou een imbeciel... incontournable kunnen zijn, bedenk ik.
Of deze: Gerald Ciolek wint apocalyptische primavera. De industriebonzen staken een tandje bij, bekogelden de renners met stront, een helft van het publiek werd vertrappeld door de andere helft, troepen van Assad bestookten de eindmeet waar ook nog eens een zelfmoordaanslag plaatsvond waardoor Ciolek dwars over het puin van het stadje in zee gekogeld werd. Moslims arresteerden de renner die als laatste over de meet kwam, een... moslim. Een ander stukje heeft het over economen die een vernietigend oordeel velden over een akkoord dat vernietigend was over... economen.

15u. Tijdens het AT komt het gesprek op picturaliteit.

maandag 18 maart 2013

zee

Als je uit West-Vlaanderen weg wil, moet je goed kunnen zwemmen of de trein nemen.
Wil je beroemd zijn? Als je echt beroemd wil zijn, wordt dan lid van het N-VA. Met een minimum aan intellectuele vermogens zetel je in het Vlaamse parlement voor ook maar iemand het in de smiezen had kunnen hebben. Ga uit de kleren tijdens een plenaire zitting en kak op het parket.
Of je in Bohemistan woont of in New York maakt weinig uit. Any six-pack of arsehole makes a minute.

zondag 17 maart 2013

iemand

Uit het verre Bohemistan kwam Nirlov Tuba naar Gent. In 2002 woonde hij in Hamburg. Hij was van plan geweest om naar Londen te reizen. Papieren had hij niet. In Hamburg deelde hij een appartement met een Brit die in Bologna gewoond had en in Köln geboren was. Van z'n verblijf in Hamburg herinnert Nirlov zich dat hij met collages bezig was. Hij sneed stukken uit tijdschriften en plakte die aaneen. In 2007 belandde hij voor het eerst in Londen. Z'n lichaamsomvang is enorm. Dat is niet altijd zo geweest. In The White Cube staarde hij naar de kuiten van een meisje. Ze stond met iemand te praten die op een motor zat. Nog datzelfde jaar reed hij met een fiets van Buenos Aires naar Ushuaia. In Ushuaia zag hij de groene kreken. Hij begon foto's te nemen van wat alleen de singuliere betekenis van dat moment hebben kon.

zaterdag 16 maart 2013

een manier

We staan al buiten op het woonerf als Erwan me het volgende verteld, nadat ik zei dat iemand de linkerachteruitkijkspiegel van m'n auto er af gereden had en een telefoonnummer liet, later op de dag naar croxhapox gereden kwam, met haar kinderen die ze van school gehaald had en een aanrijdingsformulier dat we grapjes makend samen invulden. Ik zou niet willen, had de dame gezegd, dat het mij overkomen was. Moet je luisteren, zegt Erwan. Een kennis van hem vertelde het volgende. Iemand was tegen de rechterachteruitkijkspiegel van z'n auto aangereden. Het was bij klaarlichte gebeurd, z'n auto stond geparkeerd, ergens in een straat, er waren omstaanders. De persoon die de spiegel er af gereden had, liet een briefje. Ik ben tegen uw auto aangereden, stond er, en dat ging niet ongemerkt, om die reden laat ik dit briefje en m'n telefoonnummer heeft u niet.

jarig

Vandaag is croxhapox jarig. We begonnen op 16 maart 1990. Ook het tijdstip is bekend. In de encyclopedie staat dat croxhapox op 16 maart 1990 om 10 uur 's avonds begon. In werkelijkheid begon het later. Guido kwam van het NTG waar hij wat had gefilmd. In het NTG liep toen een stuk van Dirk Tanghe. Rond 10 uur 's avonds begonnen we aan wat het eerste project van croxhapox werd, Art Machine. Het was best een heftige avond, een kwajongensmoment, iets wat je geen twee keer doet. In Bohemistan stonden we over een aantal kwaaltjes gebogen, waar we ons niet eens druk over maakten, en een bron. Laten we toch maar klinken op dat moment. De wereldgeschiedenis is een geschiedenis van momenten. Meer dan momenten herinneren we ons niet. En dan is er natuurlijk ook nog de echte geschiedenis: wat we ons niet herinneren, de echo van wat gebeurde en dat net op 16 maart 2013, ook dit keer is het tijdstip bekend, de opening plaatsvindt van het 435ste crox-project, ECHO, een project van Michel Couturier, en dat het ei op de sokkel dankzij het scheermes overeind bleef. Wat ook gebeurde, het ei bleef op de sokkel liggen, lag zonder theorie op het boveneind van de sokkel zonder er af te vallen. Daar klinken we op.

donderdag 14 maart 2013

donderdag 14 maart

Michel met waterpas. Alsof hij van plan is om iets met die waterpas te doen. Ze zijn met de posters bezig. Guy steekt een handje toe.
Aan een van de posters, met de foto van een anonieme shopping plek, het had Brussel of Marseille of Lille kunnen zijn, is volgende zin toegevoegd: Il y a plus de feux que d'étoiles, toute la montagne brille.
Onderaan een van de posters staat: Zijn omzwervingen hadden hem opgehouden. Hij was in slaap gevallen tegen een boom. De gedachte dat hij zich op de open plek bevond deed hem huiveren.
Alle citaten komen uit Gesprekken met Leuco van Cesare Pavese, wat Michel in het Italiaans las:
saranno piu terribili stanchezza e della morte.
Hij klimt op een stoel, zegt whak, peutert aan een papiertje. Guy staat op een trapladder. Later zegt hij dat Marie hem iets gevraagd had, dat hij niet 100% begreep waarover ze het had gehad en dat hij zich intussen afvraagt of ze Nederlands spreekt. Erwan schrobt.
Boven het woonerf, met her en der sneeuwresten, staat helder zonlicht. Thomas is bezig in de corridor.

'... et la phantasie a besoin du monde,' zegt Marie. Ze bedoelt: als in de wereld verbeelding ontbreekt, dan is de wereld net dat wat fantasie nodig heeft om aan te tonen dat er alleen die wereld is.
In haar dromen heeft ze vaak het bezoek van een giraf. Het maakt deel uit van haar slaap, het girafje is er zonder hinder te ondervinden van de vele andere, schaduwrijke dingen. Dat doet me denken aan een gedicht van Nikolaj Goemiljov: De giraffe. De giraffe die... die in een hand veranderde. Over dat laatste schreef Anna Achmatova op 16 augustus 1921: 'Je mag niet langer leven, Niet opstaan uit de sneeuw, -' Met de dood van Poljotkin, Goemiljov en Blok kwam een eind aan een generatie dichters die tot dan de toon aangegeven had, 'en was de Terreur begonnen'.
Net vandaag lees ik dat het N-SA toestemming kreeg, van de omgekeerde burgemeester, om op 1 mei eerstkomend in Borgerhout te betogen tegen het linkse schrikbewind.

'... il y a déjà trop de phantasmes dans le monde,' merkt Marie op. Erwan en Thomas demonteren de stelling. Ze stappen door de corridor, broos en elegant als giraffen.

dinsdag 12 maart 2013

religie

Jason zit elke dag vijftien uur aan een stuk door naar de stront op televisie te kijken en verwacht, alleen om die reden is hij religieus, dat er toch wat meer te beleven valt dan de stront die hij elke dag te vreten krijgt. Alleen om die reden is hij religieus. Van god kan hij zich geen andere voorstelling maken dan de stront die hij voorgeschoteld krijgt. Hij kijkt uit naar het moment dat op een dag, tijdens een van de vele talkshows, god het woord neemt en z'n gat afveegt godverdomme aan die talkshow. Of zal Griesmeel het woord nemen? Alleen om die reden is Jason religieus, omdat hij naar de stront op televisie zit te kijken.

zondag 10 maart 2013

zondag 10 maart

Met Neema Ba komt het gesprek op De hand die hand werd or The hand that became a hand, hoewel hij alleen de Russische versie kent. Wie is die jongen, had een van de meisjes gevraagd. Zo was het begonnen. Welke jongen, zei ik. Die jongen daar, zei ze. Neema Ba zat naar de display van z'n mobieltje te staren. Vind je ook niet, zei ik, dat hij wat op Zappa lijkt. Toen ik het daar wat later met Neema Ba over had, vroeg hij wie Zappa was. Ik ging kijken of ik in m'n iTunes wat van Zappa had en toen kwam het gesprek om een of andere reden op Nikifor Poljotkin. Neema Ba, opgegroeid in Iran, heeft twee jaar aan de National Aviation University van Kiev gestudeerd. Z'n ouders wilden dat hij vliegenier zou worden, of iets in die zin. Hij had zo'n pesthekel aan die opleiding en aan Kiev dat hij weken aan een stuk op z'n kamer bleef, boeken las of met de trein naar Poltava, Odessa of Tsjerkasy reed en daar, op een markt, vond hij een dun boekje met gedichten van Alexander Tvardovsky, Konstantin Simonov, Ivan Kharabarov, Samuel Marshak en nog wat Russische dichters, verspreid over tijd en ruimte, van wie het weinige wat over ze bekend is smeult als asklonters in een gebroken kan. Het volume had ook werk van Anna Akhmatova, Nikifor Poljotkin en Boris Pasternak en heeft van Poljotkin, herinnert Neema Ba zich, naast het beroemde De hand die hand werd ook twee sonnetten.
Jolien leest in De actualiteit van het schone, van Hans-Georg Gadamer, een uitgave van Boom Meppel, 1993. Ze is op bladzijde 29 aanbeland: 'Het voorbije karakter van de kunst is een these die impliceert dat kunst sinds het einde van de Oudheid niet zonder rechtvaardiging kan stellen.' We zijn het er over eens dat er eigenlijk hoort te staan dat kunst het sinds het einde van de Oudheid niet zonder dat kan stellen.
Er zijn zoveel bezoekers dat ik het niet bijhouden kan. De teller komt op 100. Iemand vertelt me dat hij de kortverhalen van Kafka aan het lezen is. Van Kafka wordt beweerd dat hij bij leven en welzijn niet gepubliceerd zou hebben, maar dat is, zegt Jeroen, niet meteen hoe het met Kafka liep. Kafka publiceerde in tijdschriften. Margarita
Margarita leest in De erfenis van de utopie, een werk van Hans Achterhuis, Ambo 1993, wat met een erratum begint.

ERRATUM

'Aan het eind van pagina 329 na 'verslag deed' is deze regel weggevallen:

Sjoerd de Jong heeft in de rubriek 'De oogst van deze eeuw' in NRC Handelsblad (24 01 1997) dit laatste boekje met recht tot de meest invloedrijke werken van de twintigste eeuw gerekend. Huxley's dubbelheid komt in zijn beschouwing erover fraai naar voren.'

Van Zigmund Bauman las ze Liquid Times, opnieuw over utopie of 'Hoe leven in tijden van onzekerheid'.

Ik denk dus... ik ben in de war. Dat is wat Jolien voorlegt. Het tao van Pooh.
Let maar op, zeg ik, als je met een pooier begint. Voor je 't weet zit je ondersteboven op de plee. Gefrustreerde stukjes vis.

dinsdag 5 maart 2013

dinsdag 5 maart

Penne, witte pens en twee keer de Sole meunière.
Pierre Klossowski on Nietzsche.
Ik parkeer de apparatuur op Wikipedia, verneem dat Pierre Klossowski in Parijs geboren werd, op 9 augustus 1905, en de oudere broer van Balthus was.
Paroles van Prévert, de 240ste editie van het boek, een Gallimard uit 1949. Gitzwarte cover.
Jelle legt uit hoe de nagelmachine werkt.
Inge herhaalt het drie keer: puree... gebakken aardappelen... kroketten...
Vlak bij de Nieuwe Wandeling probeer ik geld te tanken, wat niet lukt. Drie mensen schuiven mee aan, behoedzaam. Ze bekijken me. De eerste heeft een dunne smile om de lippen, het meisje doet me aan iemand denken en de derde is zo groot en dik dat we met z'n drieën in z'n ontbeende karkas plaats hadden kunnen nemen.
Jammer, merk ik op, dat een zeetong slechts twee zijden heeft.
David is met het kastje van een beamer bezig, Guy met de nagelmachine.
Met Jelle komt het gesprek op de meest recente flyer. We drinken koffie. Het is een prachtige dag. De hoofdredacteur reikt me het mandje met broodjes aan.
Net voor het middaguur zag ik Jos op een fiets. Hij klom zwoegend over een lichte helling. Aan de Watersportbaan liep een jonge vrouw met een blos op beide wangen. Op het terrein aan de kom staan honderd caravans. Het takhout heeft er zin in, merk ik.
Het gesprek kwam op Jean Fauquet. In Dagboek '68-'69 van Daniël Robberechts (het balanseer 2010) had ik volgend fragment aangetroffen: 'Maar dan rees de vraag: - of de lichamelijke afwezigheid de geschriften niet nog meer kon vervalsen dan een optreden. Zo druk en zo vanzelfsprekend is de sociale omgang geworden, dat afzondering de luister verkrijgt van een geheimzinnige uitzondering. (Zodat het eigenlijk verbazend is dat nog geen uitgever eraan gedacht heeft de afzondering van een auteur tot reclame aan te wenden).'
Ik rij naar Limerick, overhandig de voorraad cards en wat boeken.

maandag 4 maart 2013

De hond die in een mens veranderde (4)

Dit is een zekerheid. Hij snuffelt aan het papier, zet z'n tanden in de enveloppe, scheurt de omslag open en zit dan met doffe blik gedurende enige tijd naar het gele briefpapier te kijken. Een hertenjong betreedt de werkkamer. Regen zeikt over het papier. Hij snuffelt aan het papier. Het regent briefpapier. Honderdduizend bladzijden. Van die bladzijden had hij best alles willen doornemen, maar dat doet hij niet. Hij opent één enveloppe, snuffelt aan het papier. Iets speelt met de enveloppe - terwijl hij z'n aandacht bij wat anders heeft - en verfrommelt het briefpapier. Van het een op het andere moment zit hij kaarsrecht, snuffelt, staart met bolle, uitgeholde blik. Het papier in één keer beet hebben lukt niet. Een voet schopt tegen het papier. Hij kruipt onder het tafelblad, werpt zich op het papier. Hier. Dit.

zondag 3 maart 2013

De hond die in een mens veranderde (3)

Toen hij voor het eerst aan tafel zat en gevraagd werd om met mes en vork te eten en hierdoor voor het eerst niet langer alleen een hondachtige was, wat de dame die naast hem zat niet echt waarderen kon, met strakke blik zat ze naar het nog niet met maaltijd aangedikte, lege bord te kijken, begreep hij, zonder dat iemand hem dat vertellen moest, dat hij het met de net zo toevallige als overbodige dame alleen over Gogol zou hebben. Ze zou hoogstens zeggen dat ze begreep wat hij bedoelde en met een niet als zodanig bedoeld lachje opmerken dat van Moskou geen steun te verwachten was.
Het porcelein, zou hij zeggen, alsof met dat porcelein dorst te lessen was.

De hond die in een mens veranderde (2)

Dorst lessen is. Hierover zat Vrast na te denken. Als. Kloteboel. Iemand riep. Toen.
Vrast heeft in de linnenkast ge...! Gepoept. Als als.
Kom eens hier, Vrast, zei. Een van die naaktmodellen. Een dame. Vrast, zei ze. Als.
Mag niet, Vrast. Dit dit dit. Dit moogt ge niet doen.
Vrast, met expressie van al z'n zintuigen. Hikt. Gogol-borst werpt op.
Van z'n hoogbegaafde kwispel meer steun verwachten dan dat zit er niet in. Zanitska godverdomme.
Wie heeft op het tapijt ge...! Gepoept. Op het tapijt in de bestekamer. Als
Je dorst lessen, mijmert Vrast, die met een porceleinen hertenjong bezig is, in de geul van een karrenspoor. Net als toen. Toen.
Maar, kijk eens, ach, nee. Ergens is een grens.
Van de huidige Vrast zou zij slechts bekomen dat. Of... als.
En dat blijft dan onder ons zou de geletterde meneer Nikifor zeggen, terwijl 't ie met een schuine blik naar de tieten van Zanitska keek. Vrast, kom eens hier. Vrast...
Met expressie van alle zintuigen wijdbeens in die greppel hurken. Als als als.
Ik weet nog goed... Maar 't gebeurt. 't Gebeurt. Ik was zoveel jonger toen. Minder zakelijk.
Het pissen tegen zo'n grenspaaltje was dit is wat ik nu ga doen.
Hondachtigen, besloot hij, grommend, en keek op van het tafelblad en het witte hertenjong.
Wie heeft op het tapijt ge...! Luidkeels roept Zanitska. Ge...! Gepoept. Vrast, godverdomme!
Ze aait z'n nek met de binnenzijde van haar smalle hand, zegt, ik schrok, dacht, wat is dit toch. Iemand...
Ik weet nog, zegt hij, zonder van het tafelblad op te kijken. Als dit hertenkalf...
Kleine Nikifor, zegt ze, lachend, was je maar hond gebleven.
Hij hoort het haar zeggen, kijkt om naar het baasje, gromt. Als als als.

vrijdag 1 maart 2013

De hond die in een mens veranderde (1)

Moeilijke geboorte, de vertaling van dat gedicht van Poljotkin. M'n notie van het Cyrillisch is niet van die aard dat het potten breekt, om niet meer te zeggen. Svetlana stak een handje toe. Van het bestaan van Poljotkin bleek ze niet af te weten. In een tent vlak bij het Paseo del Parque hadden we Buena Vista Social Club aan het werk gezien, op een avond dat ze eigenlijk wat anders te doen had, Ferrer kweelde op zo'n manier dat we er week van werden. De uitdaging was, vond ze, om uit te zoeken welke vertaling we konden bekomen als Poljotkin de letterkast niet omver gelopen had. Van het origineel is geen gedrukte versie en de Engelse vertaling, gebaseerd op een Duitse vertaling van het in Yalta aangetroffen document (Kraus Verlag 1931), biedt weinig houvast.

Nikifor Vrast kan tellen tot vijf.
Hark de plaats van het wrak, kameraad Poplavski, Vrast kan tellen tot vijf!
Zonder dattie gaat knorren!
Hark, sater pianola, kameraad, tot vijf tellen kan Vrast. Een, twee... vijf.
Zonder dattie? Zonder dattie gaat knorren.
Zonder dattie gaat kotsen op z'n blote geit?
Kameraad Strumpf, ex-vaandrig, hemelse jongen, slempaap, barbaar, Tartaarse telg, vertelt u eens.
Kan Poplavski tot drie tellen?
Tot drie tellen, kameraad, kan iedereen.
Strumpf, maatje van me, Vrast kan tellen tot vijf. Een, twee... vijf.
Zonder dat z'n pens vol van Gogol-borst als een ton gaat zwellen?
Zonder.
Op Zanitska daarentegen liep het fout.
Als iemand ooit is afgeleerd om met z'n platte pokkepik in een behaarde teef te porren.
Ot Peukenpot, maatje van me...!
Hoor eens, pennenlikker, die pokkelijer waar ik het eerder over had, die is, terwijl Zanitska 't niet in de smiezen had, in een hond veranderd.
In een wat? In een hond. Zonder dattie?
En later, toen 't Zanitska geen moer meer schelen kon, een twee... vijf.