Zo. Geen boek.
Geen boek. Had ze niet aan gedacht. Had ze niet aan gedacht. Voor de hond.
Ik koop een pinguïn, dacht ze. Geen hond. Had ze niet aan gedacht, dat ze een pinguïn had kunnen kopen. Geen hond maar een pinguïn. He ja, een pinguïn. Zo'n trage, zo'n dikke, zo'n bijna demente pinguïn die traag met beide handjes stokstijf in de zakken van z'n maatpak naast haar over het voetpad sjokt.
Zo. Jij daar, pinguïn, ik hier. Geen leiband, wel rantsoen. Had ze niet aan gedacht. Vis. Dat ze vis had moeten kopen. Nu ze een pinguïn heeft had ze natuurlijk vis moeten kopen. Vis voor de pinguïn. Had ze niet aan gedacht, vis voor de pinguïn.
Lezen doet ze nog wel. Elke ochtend de scheurkalender. Dan het idee dat ze geen pinguïn maar toch liever een hond zou willen. Was ze vergeten, dat ze een hond had willen kopen. Geen pinguïn natuurlijk maar zo'n dikke, zo'n bijna demente hond die met kromme, korte pootjes over het voetpad baggert.
Had ze die vis niet moeten kopen, als ze een hond had gehad. Wat een idee ook om een pinguïn als huisdier te nemen.
Wat ga je doen, ma, vroeg de oudste. Ik koop een pinguïn, jongen, had ze gezegd. Voor de hond, dacht ze, toen ze voor de ruit van toevallig een boekenwinkel naar adem stond te happen. Leeftijd niet in te schatten. Da's in elk geval het pro met een pinguïn.
En geen boek, daar is ze te oud voor. Of misschien toch maar een hond. Ze torst het gewicht, de handtassen, de schoudertassen, zichzelf, de wereld, het raadsel pinguïn hond. Heeft vis genoeg aan één pinguïn? Voetje voor voetje, met een laatste, heroïsche krachtinspanning schudt ze de wikkel van de winkelruit van zich af, met elke voetstap een titanisch gevecht, het dilemma van nog een stap of geen stap.
Geen stap.
Een brede lach zeilt over het ronde gezicht. Landvalling. Triomf. Aardbolrond zeilt de triomf over het ronde gezicht.
Eén is vis, twee is hond. Had ze niet aan gedacht, vis voor de hond.
Nog een voetstap. Ik noem het verplettering van elke tegenstand. Als hij braaf is tenminste, want er is geen brug, er is geen brug, er is geen brug meer. Tussen elke voetstap gaapt de diepe kloof.
Een krachtinspanning die met elke stap vijfhonderd manschappen kost. Het garnizoen is al een hele tijd niet langer in staat om met verse kracht te komen. Voorraad op. Geen vis, geen hond, manschappen, een cavalerie, dat is wat ze nodig heeft. De winkeltassen, twee, zijn een wanhoopsdaad. Ach, komaan, vooruit, zo'n pinguïn is geen geld. Daar smijten ze mee tegenwoordig, met pinguïns.
En na elke voetstap: ik ben er nog. Niet opgeslokt door de diepte van het voetpad. Een winkelstraat die zich van de dichtsbijzijnde hoek tot ver voorbij de Oeral uitstrekt, verder, tot aan de Poolzee.
Breinaalden,
grafzerken,
groepsfoto's.
Het moerassig gebied van een hoogst onaangename stoelgang.
Een nederzetting met tuinhuisjes en in elk tuinhuisje een pinguïn. Winkeltje, winkeltje, winkeltje aan het verre eind van de wereld.
Waaiende grafzerken zover het oog reikt. Het hele gebied staat er vol mee.
Des te opmerkelijk is haar montere, oeralbrede lach.
Het Britse koppel op het terras zit over een reisgids gebogen.
maandag 28 augustus 2017
zaterdag 26 augustus 2017
plekken
Wommelgem. St. Damiaanstraat. Tof. Hier had ik altijd al willen wonen, onder de kerktoren. Terry en Bob runnen KWEK KWIK KWAK, een pinguïnspeciaalzaak. Zal ik u aan mijn tante voorstellen? # Dit soort plekjes is lange tijd onveranderd gebleven, herinnerde Harald zich, een gepensioneerde hond. Op het dorpsplein stond een raket.
Puurs. Gemeentehuis. Geen bijzonderheden. Een editie van Van Camp te Puurs. Voor meer uitleg bel 031/79.72.77 te Stekene.
Melle. Nieuwe brug.
Liège. Carte officielle de l'Exposition Interationale de Liège 1939. Palais de la Section Française II, Paleis van de Fransche Afdeeling II; waar naar verluidt zes architecten aan gewerkt hebben. Edition autorisée A.A.P.B. 1939. Grijsbruine postzegel met leeuwtje afgestempeld in Luik op 12 augustus 1939, een zaterdag. Warme, zomerse dag, wolkenloze hemel, er waait een zachte wind. Op de voorpagina van het Algemeen Handelsblad: TREIN VERNIELT VRACHTAUTO. Vier inzittenden werden gedood. Gombrowicz is net in Buenos Aires aanbeland. In het jaar 1939, schrijft hij hierover, bevond ik me in Buenos Aires, losgerukt van Polen en van mijn vroegere leven, in een ongewoon moeilijke situatie. Het verleden was failliet. [Trans-Atlantisch, Polak & Van Gennep 1977, blz. 7; voorwoord bij de Poolse uitgave] Duitsland valt Polen binnen op 1 september 1939. Geadresseerd aan een echtpaar in Brussel, van Claire en Emile.
Rotterdam. Havengezicht. Geen bijkomende gegevens.
Tournai. Pont des Trous. Postzegel verwijderd. Afgestempeld in Brussel op 17 april 1935 en geadresseerd aan de heer Willems, een luitenant. Willems verblijft op dat moment in Brasschaat, in l'Ecole de Cavalerie. Meilleur bonjour de Tournai, Paul.
Bertrix. Champs Morais. Roze postzegel met beeltenis van Koning Boudewijn, afgestempeld op 6 juli 1965.
Tombeek. Sanatorium Joseph Lemaire. Un angle de la façade principale, vers la cour d'honneur. Grijze postzegel met leeuwtje, stempel ontbreekt. Geadresseerd aan een zekere Catharina V, Eilandstraat 63, Langerbrugge.
Geen bijzonderheden, behalve een korte notitie in potlood, NOVICAR II.
Orroir - Mont de L'Enclus. Villa des Roses (Pension de famille). Donkergroene postzegel met Koning Albert I, stempel onduidelijk. 1926.
Puurs. Gemeentehuis. Geen bijzonderheden. Een editie van Van Camp te Puurs. Voor meer uitleg bel 031/79.72.77 te Stekene.
Melle. Nieuwe brug.
Liège. Carte officielle de l'Exposition Interationale de Liège 1939. Palais de la Section Française II, Paleis van de Fransche Afdeeling II; waar naar verluidt zes architecten aan gewerkt hebben. Edition autorisée A.A.P.B. 1939. Grijsbruine postzegel met leeuwtje afgestempeld in Luik op 12 augustus 1939, een zaterdag. Warme, zomerse dag, wolkenloze hemel, er waait een zachte wind. Op de voorpagina van het Algemeen Handelsblad: TREIN VERNIELT VRACHTAUTO. Vier inzittenden werden gedood. Gombrowicz is net in Buenos Aires aanbeland. In het jaar 1939, schrijft hij hierover, bevond ik me in Buenos Aires, losgerukt van Polen en van mijn vroegere leven, in een ongewoon moeilijke situatie. Het verleden was failliet. [Trans-Atlantisch, Polak & Van Gennep 1977, blz. 7; voorwoord bij de Poolse uitgave] Duitsland valt Polen binnen op 1 september 1939. Geadresseerd aan een echtpaar in Brussel, van Claire en Emile.
Rotterdam. Havengezicht. Geen bijkomende gegevens.
Tournai. Pont des Trous. Postzegel verwijderd. Afgestempeld in Brussel op 17 april 1935 en geadresseerd aan de heer Willems, een luitenant. Willems verblijft op dat moment in Brasschaat, in l'Ecole de Cavalerie. Meilleur bonjour de Tournai, Paul.
Bertrix. Champs Morais. Roze postzegel met beeltenis van Koning Boudewijn, afgestempeld op 6 juli 1965.
Tombeek. Sanatorium Joseph Lemaire. Un angle de la façade principale, vers la cour d'honneur. Grijze postzegel met leeuwtje, stempel ontbreekt. Geadresseerd aan een zekere Catharina V, Eilandstraat 63, Langerbrugge.
Geen bijzonderheden, behalve een korte notitie in potlood, NOVICAR II.
Orroir - Mont de L'Enclus. Villa des Roses (Pension de famille). Donkergroene postzegel met Koning Albert I, stempel onduidelijk. 1926.
[ ]
De olm is uitgestorven.
Ook de mens is uitgestorven.
Varkens gaat het bedreigd zijn relatief makkelijk af. Veel soorten echter hadden niet door dat ze bedreigd werden.
Hen kan infantilisme aangewreven worden. Aarsopeningen hebben een revolutie ontketend.
Het uitsterven van de mens ook van de hond werd vrij unaniem op applaus onthaald.
Hersenirrigatie.
Uitwerpselen vraten zich zegevierend een weg door Homeros en Proust.
Het culinaire model van de nieuwe soort: debatten volgen over slachtvlees.
En het nieuwe model: diagonaal lezen: je wil gewoon weten hoe het eindigt.
Slachtafval
Ochtendradio
Het boek
Herseninhoud
Het taboe. Onaanraakbaarheid. Deskundigen hielden voet bij stuk. Kannibalisme had de soort kunnen redden.
Vetgehalte uitgedrukt in cijfers. De industrie van het glijmiddel. Aantallen.
Het verklaart waarom net de maatpakpinguïn een zeer gegeerde soort was. (zwijnerig hoog vetgehalte)
Met de mens is ook de worm uitgestorven.
Uitgeïndustrialiseerd.
Ook de mens is uitgestorven.
Varkens gaat het bedreigd zijn relatief makkelijk af. Veel soorten echter hadden niet door dat ze bedreigd werden.
Hen kan infantilisme aangewreven worden. Aarsopeningen hebben een revolutie ontketend.
Het uitsterven van de mens ook van de hond werd vrij unaniem op applaus onthaald.
Hersenirrigatie.
Uitwerpselen vraten zich zegevierend een weg door Homeros en Proust.
Het culinaire model van de nieuwe soort: debatten volgen over slachtvlees.
En het nieuwe model: diagonaal lezen: je wil gewoon weten hoe het eindigt.
Slachtafval
Ochtendradio
Het boek
Herseninhoud
Het taboe. Onaanraakbaarheid. Deskundigen hielden voet bij stuk. Kannibalisme had de soort kunnen redden.
Vetgehalte uitgedrukt in cijfers. De industrie van het glijmiddel. Aantallen.
Het verklaart waarom net de maatpakpinguïn een zeer gegeerde soort was. (zwijnerig hoog vetgehalte)
Met de mens is ook de worm uitgestorven.
Uitgeïndustrialiseerd.
asfalt
Asfalt, Asfalt, O Asfalt, O, O Asfalt, O, O, O.
Altijd zal je van mij zijn.
Je reikt verder, verder, verder, altijd verder.
Wil je altijd bij me blijven,
Achteloos bij me blijven,
Achteloos altijd daar zijn, daar, daar, en ook hier,
O, O, Asfalt, O, O, O, altijd daar zijn, en hier zijn,
Altijd hier zijn, overal zijn, van mij zijn, hier ook, daar, hier, overal.
Zou je dat willen, Asfalt, van mij zijn?
Ik zal een stad voor je kopen.
En je omringen met Hell's Angels die je vurig beminnen.
Je parelende eenvoud zal overal en altijd, eenvoudig uitgedrukt, dezelfde zijn.
En van mij in al zijn eenvoud.
Ik hoor je, Asfalt, O, O, Asfalt, gemakkelijke rivier,
van alle rivieren de gemakkelijkste. En je bekoort me
ver en overal en altijd,
ook waar ik je niet volgen kan, Asfalt,
waar ik verder reik, verder, verder, altijd verder, ver en overal voorbij de oevers reikend.
Omring me.
(uitzoeken hoe dit anders geformuleerd zou kunnen worden)
Altijd zal je van mij zijn.
Je reikt verder, verder, verder, altijd verder.
Wil je altijd bij me blijven,
Achteloos bij me blijven,
Achteloos altijd daar zijn, daar, daar, en ook hier,
O, O, Asfalt, O, O, O, altijd daar zijn, en hier zijn,
Altijd hier zijn, overal zijn, van mij zijn, hier ook, daar, hier, overal.
Zou je dat willen, Asfalt, van mij zijn?
Ik zal een stad voor je kopen.
En je omringen met Hell's Angels die je vurig beminnen.
Je parelende eenvoud zal overal en altijd, eenvoudig uitgedrukt, dezelfde zijn.
En van mij in al zijn eenvoud.
Ik hoor je, Asfalt, O, O, Asfalt, gemakkelijke rivier,
van alle rivieren de gemakkelijkste. En je bekoort me
ver en overal en altijd,
ook waar ik je niet volgen kan, Asfalt,
waar ik verder reik, verder, verder, altijd verder, ver en overal voorbij de oevers reikend.
Omring me.
(uitzoeken hoe dit anders geformuleerd zou kunnen worden)
zaterdag 19 augustus 2017
[ ]
Variatie op Monday 19 August, The Virginia Woolf Diary volume 5; Penguin Books, 1985; p. 312, AUGUST 1940.
Yesterday, 18th, Sunday, there was a roar.
[Virginia Woolf, Diary, Volume 5, p. 312]
Er was een geluid op het dak. Opeens was het er,
het werd heviger
en opeens was het weg. Het was een duidelijk geluid,
duidelijk het geluid van een keitje
of van een steen, op het dak, een steen die ratelend over de dakpannen rolde
en in het ratelend rollen iets, de afwisselend holle en volle klank,
waarvan ik me voorstelde dat het het zingen van de steen was,
wat ik ook werkelijk gehoord had,
het zingen van de ratelende steen, de keel- en buikklanken
in het rollend geratel van een steen, wat fysisch gesproken het geluid was
van een keitje dat los was komen te zitten en geoefend in zwaartekracht over de dakpannen naar beneden rolde.
Meer was het niet, fysisch gesproken.
Naakt aan de schrijfmachine, aan het eind van een zomerse dag,
kijk ik heel even naar het plafond, waar het geluid vandaan komt.
Opeens was het er, onaangekondigd, abrupt, vlakbij,
en er was alleen het geluid, het ritme, de zangerige binnenkant van het geluid,
binnen- en buitenkant, fysisch gesproken, van een keitje dat in beweging gekomen was,
een steen die zich verplaatste van de nok van het dak naar een lager gelegen regio, een dakgoot bijvoorbeeld,
en daar, in die dakgoot waar het terechtkwam, bleef het liggen;
opeens was het er, het geluid, en net zo plots was het weg.
Het is in de dakgoot beland, concludeerde ik.
Vijf seconden luidkeels geratel en dan in de dakgoot.
Kon iemand anders het gehoord hebben
als ik er niet geweest was, naakt aan de schrijfmachine, fysisch gesproken.
De buurman kan het gehoord hebben, die jongen met z'n blauwe gitaar,
als hij er is tenminste. Hop hop hop. Geratel. Een keitje. Het huis stort in.
Ooit. Straks. Als ik weg ben, achter m'n rug. Zingend stort het in,
met groot orkest, een orkest dat Beethoven repeteert en opeens
overmand door modernisme
met de orkestleider en de orkestbak onderin ratelend over het huis rolt
terwijl ik in gedachten verzonken onder bomen door over het plein stap
en het zingen hoor, eerst de aanzet,
dan de gedachtesprong.
Yesterday, 18th, Sunday, there was a roar.
[Virginia Woolf, Diary, Volume 5, p. 312]
Er was een geluid op het dak. Opeens was het er,
het werd heviger
en opeens was het weg. Het was een duidelijk geluid,
duidelijk het geluid van een keitje
of van een steen, op het dak, een steen die ratelend over de dakpannen rolde
en in het ratelend rollen iets, de afwisselend holle en volle klank,
waarvan ik me voorstelde dat het het zingen van de steen was,
wat ik ook werkelijk gehoord had,
het zingen van de ratelende steen, de keel- en buikklanken
in het rollend geratel van een steen, wat fysisch gesproken het geluid was
van een keitje dat los was komen te zitten en geoefend in zwaartekracht over de dakpannen naar beneden rolde.
Meer was het niet, fysisch gesproken.
Naakt aan de schrijfmachine, aan het eind van een zomerse dag,
kijk ik heel even naar het plafond, waar het geluid vandaan komt.
Opeens was het er, onaangekondigd, abrupt, vlakbij,
en er was alleen het geluid, het ritme, de zangerige binnenkant van het geluid,
binnen- en buitenkant, fysisch gesproken, van een keitje dat in beweging gekomen was,
een steen die zich verplaatste van de nok van het dak naar een lager gelegen regio, een dakgoot bijvoorbeeld,
en daar, in die dakgoot waar het terechtkwam, bleef het liggen;
opeens was het er, het geluid, en net zo plots was het weg.
Het is in de dakgoot beland, concludeerde ik.
Vijf seconden luidkeels geratel en dan in de dakgoot.
Kon iemand anders het gehoord hebben
als ik er niet geweest was, naakt aan de schrijfmachine, fysisch gesproken.
De buurman kan het gehoord hebben, die jongen met z'n blauwe gitaar,
als hij er is tenminste. Hop hop hop. Geratel. Een keitje. Het huis stort in.
Ooit. Straks. Als ik weg ben, achter m'n rug. Zingend stort het in,
met groot orkest, een orkest dat Beethoven repeteert en opeens
overmand door modernisme
met de orkestleider en de orkestbak onderin ratelend over het huis rolt
terwijl ik in gedachten verzonken onder bomen door over het plein stap
en het zingen hoor, eerst de aanzet,
dan de gedachtesprong.
dinsdag 15 augustus 2017
regen
Een hevige roffel jaagt over de dakpannen. Ik laat het werk in de steek, neem de trap naar het gelijkvloers, gooi de achterdeur open. Regen die loodrecht omlaag komt.
Ik laat het huis in de steek, het werk aan land of none, de potplanten op het tuinterras, de schaal met paarsblauwe druiven, het gerochel in een dakgoot. Regen die loodrecht omlaag komt.
Het takhout op de plankenvloer, de vliegjes boven het aanrecht, la poésie complète, twee boekdelen, Cendrars, Perec, Pasolini, hou op, een andere keer, genoeg, ik loop de tuin in, ik vergeet waar ik mee bezig ben. Gulzige druppels in dikke, loodrechte strepen. Regen die loodrecht omlaag komt.
In de tuin is een roffelend, gulzig geluid.
Geen geluid in de belendende tuinen. Hakbijl, grasmaaier, soepdeksel, bestek, hals over kop in de steek gelaten.
Regen die loodrecht omlaag komt. Volle druppels. Beekjes. De tuinbodem nat, gulzig.
Een spin heeft de zijkant van de kompostmuur gekolonialiseerd. Koloniale inborst. De aanplant staat onbewogen.
Regen waarover iemand zeggen zal dat het pijpenstelen gaf, regen die loodrecht omlaag komt.
De bodem verandert in een kruin van dunne stroompjes.
Tussen de bruine bladeren onderaan een van de stammen drie vier gladde, ovaloïde, paarsblauwe pruimen. Een emmer geeft de maat aan.
Ik laat het huis in de steek, het werk aan land of none, de potplanten op het tuinterras, de schaal met paarsblauwe druiven, het gerochel in een dakgoot. Regen die loodrecht omlaag komt.
Het takhout op de plankenvloer, de vliegjes boven het aanrecht, la poésie complète, twee boekdelen, Cendrars, Perec, Pasolini, hou op, een andere keer, genoeg, ik loop de tuin in, ik vergeet waar ik mee bezig ben. Gulzige druppels in dikke, loodrechte strepen. Regen die loodrecht omlaag komt.
In de tuin is een roffelend, gulzig geluid.
Geen geluid in de belendende tuinen. Hakbijl, grasmaaier, soepdeksel, bestek, hals over kop in de steek gelaten.
Regen die loodrecht omlaag komt. Volle druppels. Beekjes. De tuinbodem nat, gulzig.
Een spin heeft de zijkant van de kompostmuur gekolonialiseerd. Koloniale inborst. De aanplant staat onbewogen.
Regen waarover iemand zeggen zal dat het pijpenstelen gaf, regen die loodrecht omlaag komt.
De bodem verandert in een kruin van dunne stroompjes.
Tussen de bruine bladeren onderaan een van de stammen drie vier gladde, ovaloïde, paarsblauwe pruimen. Een emmer geeft de maat aan.
233
[ ] Het idee ontstond toen ik bij het opruimen een oude, half weggerotte mand aantrof, een bodemloze mand die ik jaren eerder achterin de tuin gevonden had toen ze nog min of meer intact was.
[ ] Acht takhoutslierten.
Op 4 augustus noteer ik de titel: Land of None, waar ik NO TRESPASSING aan toevoeg. Het is die dag dat ik in de tuin onder het bladerdak van de vlier een kompostmuur begin te bouwen; wat volgende notitie oplevert: het maakt het gebied zichtbaar.
Zes takhoutslierten. Zes, zo begon het. Met het takhout zou het onderaan beginnen, waar de bodem ontbrak.
Ik mat het op en kwam ruw geschat op zes eenheden. Schatte dat het een lengte van vier meter hebben kon.
Na het concert van Tony Allen, Middelheim 5 augustus, merkte iemand hierover op - ik had het beeld van een octopusachtige gebruikt om aan te geven waaraan ik begonnen was - dat een octopus acht armen heeft.
[ ]
octant instrument om een hoek te maken - sterrenbeeld dat het dichtst bij de zuidpool staat
octavalent achtwaardig
octaveren een octaaf lager spelen
octaviteit principe dat iets hetzelfde en toch anders kan zijn
octavo een in acht gevouwen vel - een achtste
octet een gezelschap van acht musici
octetregel (chem.)
octies het achtste punt van een artikel
octobas een aan de cello verwant strijkinstrument
octodecimo boekformaat
octogonaal achthoekig
octogoon achthoek
octole acht noten die de tijdseenheid van zes noten hebben
octopus [octopus vulgaris] achtarmige inktvis
[ ]
De octopox.
Die avond, 5 augustus, meet ik de onderrand van de bodemloze mand, ik had er al een eerste takhoutsliert bevestigd, een half dozijn takjes, en ontdek, nu ik het zorgvuldiger meet en met die eerste takhoutsliert of in elk geval het begin ervan ook een duidelijke referentie heb, dat de afstand A-B (begin en eindpunt van elke takhoutsliert) acht keer in de cirkelomtrek kan. Acht takhoutslierten dus. Acht takhoutslierten van onbepaald - van voorlopig onbepaalde lengte.
Ik pas voor de concerten op zondag 6 augustus, begin aan het bouwen van de octopox.
De octopusachtige.
Een bodemloze mand.
[ ]
70 x 7 = 490 + 1 = 491 x 8 = 3.928 Drieduizendnegenhonderdachtentwintig takjes.
Fragment in Il Vangelo secondo Matteo waarin een van de apostelen aan Jezus vraagt hoeveel keer je vergeven moet. Het antwoord is bekend.
+ 1 = [verwijst ook al naar Pasolini] een ziel die niet vergeeft / komt als ik het goed heb uit Una disperata vitalita, une vitalité désespérée, een wanhopige vitaliteit, ik zoek het op [de bilingue Gallimard editie uit 1980 biedt alleen het eerste vers, Come in un film di Godard : solo / in una macchina che corre per le autostrade, en de verwijzing zit in vers zeven, in zeven en in acht]:
[7, bladzijde 45] Een fascistische overwinning! / Schrijft u toch: dat ze (Zé!) weten dat ik het weet: / met het bewustzijn van een aangeschoten vogel / die gedwee sterft maar die niet vergeeft. [8, bladzijde 46] Die niet vergeeft! / En op bladzijde 47: 'Afdalen zul jij in de wereld, / zult blank onschuldig zijn, teder, evenwichtig en trouw, / zult een onbegrensd vermogen hebben om te gehoorzamen / en een onbegrensd vermogen om te rebelleren. / Zuiver zul je zijn. / Daarom vervloek ik je.' [ ]
Pasolini dus, een autostrade, Godard, Pasolini verwijst vermoed ik naar de film met Jack Pallance, dat is zo ongeveer de context van die (70 x 7) + 1.
Een afwijkende berekening geeft 2.451 takjes.
8
het ding is ik herinner me alles. nu ja niet alles. ijzing
wekkend is het ijzingwekkend om je werkelijk alles alles
alles te herinneren. elke bladzijde. elke punaise. elke
slok. alle cijfers. elke zandkorrel. alle geslachtsdelen.
iedere moord. vijfhonderd biljoen vuistdikke volumes op
van dat flinterdunne bijbelpapier terwijl proust bijvoorbeeld
om het maar eens over proust te hebben z'n bed niet uitkwam
hij had een dienstmeid een homosexuele dienstmeid en die
homosexuele dienstmeid deed het vuile werk. verving het
snorretje van mijnheer proust. ververste de beddenlakens.
deed de belastingsaangifte. zorgde voor het digestief. aaide
de geslachtsdelen van mijnheer proust. las de dissertaties.
en terwijl die proust dus alle tijd had zijn bed nietkwam
uit kwam de hele dag in z'n onderbroek in bed bleef liggen
in het hotel waar ook marguerite duras een kamer had die ook
al geen reet uitvoerde in die kamer van een hotel in trou
ville waar ze vooral 's winters de bladzijden van de zee kon
horen elke dag vijfhonderd miljoen flinterdunne bladzijden.
de filmploeg wandelde over het strand. in trouville hebben ze
planken op het strand. geen vuile pootjes. in het hotel een
fille de chambre voor elke verdieping. een fille de chambre
voor het snorretje van marguerite duras voor het snorretje
van mijnheer proust een fille de chambre voor het digestief
voor het aperitief voor de vuile was voor de geslachtsdelen
een fille de chambre voor het loopwerk voor het vuile werk
een fille chambre die maar liever geen dagboek bijhouden
moest ongeletterd charmant hulpvaardig. de grammofoon
verversen. de kamer uitmesten. het ontbijt verzorgen. het ver
velende werk. de brieven beantwoorden van iemand met netel
roos. stofpluimen tellen. het meubilair afstoffen. proust af
stoffen. in welk jaar schat hebben ze de himalaya gebouwd.
en terwijl hij dus alle tijd had om vijfhonderd vuistdikke volumes
bijeen te harken kwam hij uit op zeven. zeven volumes. een twee
drie vier vijf zes zeven. de koffie het aperitief een suikerbrood.
elk kwaaltje uitgeprobeerd. natuurlijk herinner ik me niet alles.
met elke voetstap alleen al vijfhonderdduizend biljard gebeurte
nissen waar ik geen weet van heb. om te beginnen weet ik al hele
maal niet waar ik de olivetti lettera 35 gekocht heb. de rommel
markt aan sint-jacobs? geen idee. alleen de gouvernante weet
alles. ijzingwekkend is het. behalve die dingen natuurlijk die ook
zij niet weet. wat ze bijvoorbeeld wel weet is wat drieëntwintig
betekent. vandaag lieverd is er geen boekenmarkt, had ze ge
zegd. geen proust voor ontbijt twee bladzijden wel een kop koffie
en dan nog een kopje dank u a.u.b. en het broodje kaas en ook
nog een dichter met het noodzakelijk sérieux van iemand die met
bekendheid vertrouwd is wat me er aan doet denken dat ik van
de man geen woord gelezen heb. daar was werkelijk geen tijd
voor. een mens kan niet alles zelf doen.
wekkend is het ijzingwekkend om je werkelijk alles alles
alles te herinneren. elke bladzijde. elke punaise. elke
slok. alle cijfers. elke zandkorrel. alle geslachtsdelen.
iedere moord. vijfhonderd biljoen vuistdikke volumes op
van dat flinterdunne bijbelpapier terwijl proust bijvoorbeeld
om het maar eens over proust te hebben z'n bed niet uitkwam
hij had een dienstmeid een homosexuele dienstmeid en die
homosexuele dienstmeid deed het vuile werk. verving het
snorretje van mijnheer proust. ververste de beddenlakens.
deed de belastingsaangifte. zorgde voor het digestief. aaide
de geslachtsdelen van mijnheer proust. las de dissertaties.
en terwijl die proust dus alle tijd had zijn bed niet
uit kwam de hele dag in z'n onderbroek in bed bleef liggen
in het hotel waar ook marguerite duras een kamer had die ook
al geen reet uitvoerde in die kamer van een hotel in trou
ville waar ze vooral 's winters de bladzijden van de zee kon
horen elke dag vijfhonderd miljoen flinterdunne bladzijden.
de filmploeg wandelde over het strand. in trouville hebben ze
planken op het strand. geen vuile pootjes. in het hotel een
fille de chambre voor elke verdieping. een fille de chambre
voor het snorretje van marguerite duras voor het snorretje
van mijnheer proust een fille de chambre voor het digestief
voor het aperitief voor de vuile was voor de geslachtsdelen
een fille de chambre voor het loopwerk voor het vuile werk
een fille chambre die maar liever geen dagboek bijhouden
moest ongeletterd charmant hulpvaardig. de grammofoon
verversen. de kamer uitmesten. het ontbijt verzorgen. het ver
velende werk. de brieven beantwoorden van iemand met netel
roos. stofpluimen tellen. het meubilair afstoffen. proust af
stoffen. in welk jaar schat hebben ze de himalaya gebouwd.
en terwijl hij dus alle tijd had om vijfhonderd vuistdikke volumes
bijeen te harken kwam hij uit op zeven. zeven volumes. een twee
drie vier vijf zes zeven. de koffie het aperitief een suikerbrood.
elk kwaaltje uitgeprobeerd. natuurlijk herinner ik me niet alles.
met elke voetstap alleen al vijfhonderdduizend biljard gebeurte
nissen waar ik geen weet van heb. om te beginnen weet ik al hele
maal niet waar ik de olivetti lettera 35 gekocht heb. de rommel
markt aan sint-jacobs? geen idee. alleen de gouvernante weet
alles. ijzingwekkend is het. behalve die dingen natuurlijk die ook
zij niet weet. wat ze bijvoorbeeld wel weet is wat drieëntwintig
betekent. vandaag lieverd is er geen boekenmarkt, had ze ge
zegd. geen proust voor ontbijt twee bladzijden wel een kop koffie
en dan nog een kopje dank u a.u.b. en het broodje kaas en ook
nog een dichter met het noodzakelijk sérieux van iemand die met
bekendheid vertrouwd is wat me er aan doet denken dat ik van
de man geen woord gelezen heb. daar was werkelijk geen tijd
voor. een mens kan niet alles zelf doen.
zaterdag 12 augustus 2017
230
Tuin in ochtendlicht. Alles vochtig. Druilerig buitje.
Koffie.
Dan een sigaret.
Eerst koffie. / een gesprek over tatoeages. iedereen vond tatoeages ok. iedereen = the common nonsense. televisie is ok. iedereen vindt televisie ok. het avondjournaal is ok.
er is een frappante overeenkomst met tatoeages: het ochtendbulletin op de radio, de nieuwsflits klokslag tien, de nieuwsflits klokslag elf, de nieuwsflits klokslag twee, het middagjournaal, het avond-, het laatavondjournaal. the brain tattoo. wat biedt vandaag. en dan een opsomming van de gebruikelijke mikmak, getatoeerde info. zonder dat het als zodanig tot je doordringt luister je elke dag naar de radio, kijk je elke dag televisie, volg je het nieuws, zit je de hele dag door naar het schermpje van je iPad te kijken, een filter, een hersenscan. iedereen vindt het ok. vandaag is de 230ste dag van welk jaar?
Van 355 na Dodo.
Van dodo weten we niet op welke dag het laatste exemplaar opgevreten werd, het tijdstip weten we evenmin, wel het moment. Het 355ste jaar na dodo. Een crox-jaartelling, alles herleid tot voor en na croxhapox: vijftien jaar na croxhapox, duizenddriehonderdeenentachtig jaar na croxhapox. Dit jaar is het 28ste na croxhapox. Maar misschien is een jaartelling waarvan zelfs dag en tijdstip bekend zijn na verloop van tijd ( ). Elke dag begint om vijf voor twaalf. 2017: een jaartal tot de honderdduizendste macht van het jaartal.
39 jaar na de publicatie van [ ]
Georges Perec, La vie mode d'emploi
Achevé d'imprimer le 25 août 1978
sur les presses de l'Union Parisienne d'Imprimeries
13, rue Yves Toudie, 75481 Paris Codex 10
Dépôt légal n° 6924 / 3e trimestre 1978
23.81.3053.01
I.S.B.N. 2.01.005490.5
I.S.B.N. 0181-6071
23.3053.8
Dit als tatoeage op je teelballen hebben.
Koffie.
Dan een sigaret.
Eerst koffie. / een gesprek over tatoeages. iedereen vond tatoeages ok. iedereen = the common nonsense. televisie is ok. iedereen vindt televisie ok. het avondjournaal is ok.
er is een frappante overeenkomst met tatoeages: het ochtendbulletin op de radio, de nieuwsflits klokslag tien, de nieuwsflits klokslag elf, de nieuwsflits klokslag twee, het middagjournaal, het avond-, het laatavondjournaal. the brain tattoo. wat biedt vandaag. en dan een opsomming van de gebruikelijke mikmak, getatoeerde info. zonder dat het als zodanig tot je doordringt luister je elke dag naar de radio, kijk je elke dag televisie, volg je het nieuws, zit je de hele dag door naar het schermpje van je iPad te kijken, een filter, een hersenscan. iedereen vindt het ok. vandaag is de 230ste dag van welk jaar?
Van 355 na Dodo.
Van dodo weten we niet op welke dag het laatste exemplaar opgevreten werd, het tijdstip weten we evenmin, wel het moment. Het 355ste jaar na dodo. Een crox-jaartelling, alles herleid tot voor en na croxhapox: vijftien jaar na croxhapox, duizenddriehonderdeenentachtig jaar na croxhapox. Dit jaar is het 28ste na croxhapox. Maar misschien is een jaartelling waarvan zelfs dag en tijdstip bekend zijn na verloop van tijd ( ). Elke dag begint om vijf voor twaalf. 2017: een jaartal tot de honderdduizendste macht van het jaartal.
39 jaar na de publicatie van [ ]
Georges Perec, La vie mode d'emploi
Achevé d'imprimer le 25 août 1978
sur les presses de l'Union Parisienne d'Imprimeries
13, rue Yves Toudie, 75481 Paris Codex 10
Dépôt légal n° 6924 / 3e trimestre 1978
23.81.3053.01
I.S.B.N. 2.01.005490.5
I.S.B.N. 0181-6071
23.3053.8
Dit als tatoeage op je teelballen hebben.
donderdag 10 augustus 2017
land of none
Land of None. Rieten mand, takhout [plataan], koord. Acht takhoutslierten. Een octopus. De octopox. Rieten en bodemloze mand aangetroffen in tuin. Bodem weggerot. Ook de mand vertoont rottingsverschijnselen. Gek toeval: diameter bovenaan 51 centimeter. Huidige lengte takhoutslierten: 40 centimeter. Beoogde lengte: 491 centimeter. Is (70 x 7) + 1. Werkje voor straks. Het beeld is letterlijk te nemen, vermoed ik, de mand zelf is door de mand gevallen.
donderdag 3 augustus 2017
house of two
House of Two. Schraaghoogte: c77cm. Breedte takhout: 51cm. Lengte: nog te bekijken. Assymetrisch: aan één zijde rust het takhout op twee voorbij de rand van de schraag stekende takken, aan de andere zijde [nog af te werken] is het uitgerold over een afstand van bijvoorbeeld [nog te bekijken] 234cm. Vormelijke instructies met een ritueel motief. Areaal voor een naakt en anoniem [omninoniem] ik.
woensdag 2 augustus 2017
house of one
Whereabouts. On irait chercher son bois dans les bois communaux. Georges Perec, Espèces d'espaces, p. 139. Mail art 2437, SP-van (juli 2017). Même livre, page 140 [Alternative nostalgique]: Ou bien n'avoir que ses vêtements sur le dos, ne rien garder, vivre à l'hôtel et en changer souvent, et changer de ville, et changer de pays; parler, lire indifférement quatre ou cing langues; ne se sentir chez toi nulle part, mais bien presque partout.
dinsdag 1 augustus 2017
wat ik kan
Ik heb geleerd om met mes en vork te eten.
Ik kan dank u zeggen en een pootje geven.
Ik zou kunnen speculeren en rijkdom verwerven, maar dat doe ik niet.
Van nature ben ik bloeddorstig en lekker ouderwets.
Ik krab me als het jeukt. Ik kan ook anderen krabben
en ik lees graag. Ik heb Dostojevski gelezen.
Schrijven kan ik ook. Ik schrijf graag. Ik kan snel en veel schrijven.
In principe kan ik alles maar ik hou niet zo van principes.
Wie niet slim is, moet dom zijn, zeg ik altijd.
Soms ben ik mededeelzaam, soms hou ik mijn mond. Het hangt er wat van af.
Met twee woorden spreken heb ik ook geleerd.
Dank u mijnheer, nee mijnheer, ja mijnheer.
Ik kan doen alsof ik er niet ben. Oeioeioei.
En ja hoor, kijk maar, ik ben weg.
Ik kan dank u zeggen en een pootje geven.
Ik zou kunnen speculeren en rijkdom verwerven, maar dat doe ik niet.
Van nature ben ik bloeddorstig en lekker ouderwets.
Ik krab me als het jeukt. Ik kan ook anderen krabben
en ik lees graag. Ik heb Dostojevski gelezen.
Schrijven kan ik ook. Ik schrijf graag. Ik kan snel en veel schrijven.
In principe kan ik alles maar ik hou niet zo van principes.
Wie niet slim is, moet dom zijn, zeg ik altijd.
Soms ben ik mededeelzaam, soms hou ik mijn mond. Het hangt er wat van af.
Met twee woorden spreken heb ik ook geleerd.
Dank u mijnheer, nee mijnheer, ja mijnheer.
Ik kan doen alsof ik er niet ben. Oeioeioei.
En ja hoor, kijk maar, ik ben weg.
Abonneren op:
Posts (Atom)