maandag 30 september 2013

nieuwsfeit

een vulgaire tik
in een menigte zonder andere identiteit

van dezelfde orde als een rode vossenstaart

met elk detail elke seconde als nieuwsfeit
discrete ironie

zo’n tik is tegenwoordig wat gebruikelijk is

zonder schaduw gevoelloos
weten dat het op een dag gebeurt
en niet wenselijk is

brainbox (7) nothing on telly today

Unit twee begint er pas woensdag aan. Jesse zou zich niet eerder kunnen vrijmaken. De situatie in de zaal is onveranderd, de doorgang hermetisch afgesloten.

zondag 29 september 2013

scheme & variation: encore

7

Delacroix a dit que la couleur est la probité de l'art.
Mademoiselle Sophie en toilette jaune tout en guipure.
Demande-lui des renseignements à ce sujet.
Brejnev est là, mort, les yeux fermés, on l'a mis debout et
(on) l'écrase dans sa main
mais il ne trouvait aucun rêve.
Laisse tes bras reposer enfin.

il nous fallut deviner des mots entiers
pour les mains: la droite serrait toujours le bonbon enveloppé

8

il vit derrière le monument aux morts une bicyclette
et, ne voulant déranger personne

Sur une plaine aride et sans fin
du matin au soir et du soir au matin

en régnant ad libitum sur les parcs d'attraction à venir
l'ennui est tombé

(il) compte avoir bientôt le plaisir
comme un Polonais!
de ne pas s'acoquiner avec les déplorables siècles de peinture

9

critique de sa critique
une sombre Forêt. Alors, tu marches
c'était naturel. Nous nous sommes approchés d'une grosse pute habillée en noir,

Cette année ils sont très petits, il me semble.

une dispersion des tâches due à une trop abondante production,
dans nos yeux séchait le vin
apportant le ravissement aux mortels

au bout de dix minutes

lentement, sans faire le moindre bruit.

scheme & variation: some more

6

par exemple à la suite d'une modification dans l'appartement,
les initiales entrelacées
Maintenant à jamais au coeur du souvenir perdu
et beaucoup sont déjà écrasée sur la table
je vois les pages et je vois aussi la chambre décrite,
On parle de l'envoyer à Salonique.
Engager de nouveaux employés dans notre Maison sans me consulter!
la chose qui fait changer

zaterdag 28 september 2013

scheme & variation: some more

3

se dérober à la représentation?
m'enivrer d'un encens de pacotille bien de chez nous?
pour m'installer devant un motif

de mourir ou d'être emprisonné. Cette peur a disparu
cette croyance abusive qui veut que les membres trop rarement utilisés
au rebord de la fenêtre

une chute d'eau
de nos contemporains qui, assis à leur bureau, et n'ayant ni le temps ni la possibilité
détaillent les avantages de la marchandise

4

"Il fait moins beau, ce matin", dit-il.
Bientôt un vénérable vieillard vint nous y rejoindre.
Nuit après nuit à mes côtés
celui au visage de fille,

Il aimait ne jamais laisser d'adresse à ses amis,

en train de disparaître de la carte du monde.
changé, bien sûr, mais le fond ne manque pas de vigueur,

je dirais volontiers de la chose morte, idéalement morte

5

délices de la psychologie depuis toujours, depuis les dyskoloi et les eukoloi.
Nous suons d'abondance, la chemise trempée.

grâce à mon stylo béni, cent fois béni,
Un autre appel à lieu, plus lent, très doux.

se perdre dans les méandres d'apathie, ou de sieste ensoleillée.
demain ils s'inquiètent de moi,
A Rome, en Laponie ou au Sahara

il nous arriva des milliers d'aventures, que je ne décrirai pas.
évidemment ni à la valeur de la bicyclette

De volgorde is dit keer (1)-(2)-(1). Het begint met Beckett, eindigt met Robbe-Grillet, begint met Robbe-Grillet, eindigt met Beckett, begint met Beckett, eindigt met Robbe-Grillet.

scheme & variation 1

1.

On lui dit:
"Ne vous approchez pas de l'art abstrait. C'est fabriqué par une bande d'escrocs et d'incapables.

Les chiens s'élançaient sur nous
Et dessous il y a les gens. Par milliers, ils sont sortis de leurs maisons où Tex,
coureur rapide, ne passait qu'au galop quelques minutes quotidiennes.


je suis déjà fatigué du gel
ou dans la posture du voleur:
J'ignore

levé dès l'aube pour venir en discuter
Personne ne parle. Rien ne bouge. Tout est mort.

2.

Ce motif, qui n'appartenait à aucun style, se répétait
par exemple en Asie centrale, mieux vaudrait, comme je viens de le dire,
opération que je ne fais pas toujours.

quel est le mensonge, la chaîne
le pays
des marchands, (finir)
par se moquer du spectacle lui-même.

A côté de lui il y avait le "voyou" Et le voilà
qui me bourre les poches
Achevons d'être ridicule.

Twee reeksen van willekeurig aangeduide zinnen of zinsdelen uit 9 boeken die ik recent kocht, in Céret, Aix-en-Provence en Avignon: Samuel Beckett, Le monde et le pantalon, Les éditions de minuit, 1989/1990; Witold Gombrowicz, Trans-Atlantique, Denoël, 1976; Marguerite Duras, L'été 80, Les éditions de minuit, 1980; Robert Benayouin, Le mystère Tex Avery, Editions du Seuil, 1988; Thomas Bernhard, Sur la terre comme en enfer, Orphée, 2012; Frederic Prokosch, Ulysse brûlé par le soleil, Orphée, 2012; Correspondance entre Charles Camoin et Henri Matisse, La bibliothèque des arts, 1997; G. Gurdjieff, Rencontres avec des hommes remarquables, Julliard, 1960; Alain Robbe-Grillet, Le voyeur, Les éditions de minuit, 1955. (1) biedt de hierboven aangegeven volgorde, (2) een omkering. Het tekstfragment viel samen met de top van de wijsvinger, telkens twee zinnen waarvan het geheel of hoogstens een kort fragment gebruikt kon worden, met uitzondering van Trans-Atlantique dat een kleiner lettertype biedt en hiermee niet twee maar drie zinnen gaf. Dit procédé paste ik voor het eerst in 1991 toe. Vijf jaar later introduceerde Jens Brand Jackson MacLow. Jens had Jackson in New York ontmoet. In Stichting Logos hadden ze een 3-tal bundels van Jackson MacLow. Jens bezorgde me het adres van Jackson, die me in 1995 of 1996 schreef dat hij inderdaad nooit ook maar één zin geschreven had die hij zelf geschreven had. De systemen van Jackson MacLow bieden wonderlijke finesses. In 1992 had DBH Herringtrade and the Imagery gepubliceerd, het totaal van een project waar ik toen mee bezig was, vijf gedichten die op hierboven vermelde manier tot stand gekomen waren, door alleen fraseringen van andere auteurs te gebruiken en dat te bewerken tot ik tot een bruikbare afleiding kwam. Lectuur van Gertrud Stein gaf de link. Ik wist niet van L=A=N=G=U=A=G=E en van het oeuvre van MacLow zou ik later toch ook weer afstand nemen, het belandde in de bibliotheek zonder dat ik moeite nam om het door te nemen. De invloeden en verwantschappen glijden.

donderdag 26 september 2013

gedicht

Luister naar dit gedicht.

Some lie on the tennis lawn, some on the edge of a brook,
Others walk through landscapes with a compass or a book,
A few sit in the arbour, studying the deformities of words:
Grief carries them away
As they pore from day to day
Over old Scottish legends or the markings of rare birds.

The mannequin sips at her green liqueur glass on the beach,
The student crosses the plaza preparing a brilliant speech;
The ballerina plunges the calming needle into her arm,
Night after hopeless night
Stabbing the real delight,
Stabbing whatever once was real and plentiful and warm.

Doomed by a stray encounter on a midnight train,
One has ended by suddenly putting a bullet in his brain,
One spends his nights listening to Beethoven and Brahms,
And one, the golden-haired
At whom the ladies stared
Is growing bald and fatuous under the windless palms.


Het heeft nog vier strofen. De titel van het gedicht is The Peninsula en de auteur Frederic Prokosch. Ik vond de uitgave, een édition bilingue van Orphée, in een boekhandeltje in Céret. De uitbater, een niet zo oude, zwartharige man, zat verscholen achter rijen boekenstapels die het bureau waaraan hij zat bijna hermetisch van de rest van de winkel afsloten. Het deed me denken aan films van Erich Rohmer. Het had de sensatie dat ik in een film van Rohmer stapte, laat op een avond, net voor sluitingstijd: de uitbater, verschanst achter hoge boekenstapels, en ik, het bizarre personage, geen hoofdrol, ook in de film, hulpvaardig? behoedzaam? op het tweede plan, de figurant, een bescheiden rolletje, zo'n rolletje waar je niet eens hersens voor nodig hebt, het betaalt niet en ze vragen je niet om het nog een keer te doen: onder de platanen op de promenade doorstappen, Blvd. de la République? boekhandel betreden, heel even voor een van de rekken voorin de winkel staan, er twee volumes wegplukken, Prokosch, Bernhard, Prokosch (wat niet in het script staat) omdat je uitgever het op een avond (staat evenmin in het script) over Prokosch had gehad.

Some lie on the tennis lawn, some on the edge of a brook,

De eerste zin, een zin die misschien nog verbazingwekkender is als het de eerste zin van een roman geweest was. Prokosch, lees ik in de toelichting, een Amerikaan, zou na 1944 geen gedichten meer schrijven. Na de oorlog ging hij in Frankrijk wonen, eerst in Parijs, later in de buurt van Grasse.

Some sit on a terrace downtown, some stick to television or read a book.

De zin is zonder adjectieven, het tennisveld een tennisveld, de kreek niet pastoraler dan de auteur nodig acht.
L'été 80 van Marguerite Duras, een publicatie van Les éditions du Minuit, begint met een zin die me dezelfde sensatie bezorgt, Donc, voici, j'écris pour Libération. Prokosch, die de wrede tweede oorlog eerst in Stockholm meemaakte, als attaché, later in Lissabon, voegt niet meer toe dan toe te voegen is. In het gedicht zijn geen in witheet zonlicht badende straten, over de kreek geen verblindende schittering van Mediterraan licht, er zijn geen tijdstippen, het ik ontbreekt, er is niet meer dan wat je een opeenstapeling van omstandigheden zou kunnen noemen. Iemand zet de televisie aan en kijkt naar de zoveelduizendste aflevering van een soap, of, iemand, die in de woonkamer net zo goed een televisietoestel heeft, zit de hele avond op een terrasje aan het water. Het is een versregel, niet de eerste zin van een roman. Het voor en tegen is zonder ID-card.

dinsdag 24 september 2013

brainbox (6) twee

dinsdag 24 september, 14u Peter, Steffie en Jesse: les revenentes.

Aan het begin van Les revenentes (Edition Julliard, 1972) legt Georges Perec de spelregels uit:
1. "Qu" s'écrit "Q": qe, qenelle, qerelle, qelqe, desqelles, etc. (Décision de l'OuLipO, séance du 7 mars 1972.)
2. De rares (puis de moins rares) emplois du "Y" seront tolérés (New Jersey, Yes, Cheyenne, etc.)
3. Divers types de distorsions (la liste en serait fastidieuse à dresser) seront plus ou moins progressivement admis au cours du texte.

En op bladzijde 12:

J'émets fermement qe
les gens de ce texte
et les réels ne présentent
de ressemblence


Ze zitten op het terras, in de zon. Peter had me getolofeend met de vraag of ze om 13u exact in croxhapox konden langskomen, hij en Steffie en Jesse. Ik bezorgde hem een van de codes van het cijferslot, de meest muzikale, en daar zitten ze dus, in de zon.
Jelle zit aan de tafel in de hall. We hadden een vergadering gepland, Dries en Joris komen wat later. Ook les revenentes hebben best veel te bespreken, bv. wat gaan ze met de auto doen.
De auto, een zwarte maar niet helemaal zwarte DAF, bouwjaar 1974, laatste bouwjaar voor Volvo het overnam, staat enigszins diagonaal in de zaal. De zaal is hermetisch afgesloten met een stuk plexiglas. In de zaal is voorts alleen de op een dweilrobot gemonteerde GoPro.

Unit twee nam geen definitief besluit. Wat ze bedachten valt voorlopig op te delen in twee opties:

(a) naar buiten (toen we tijdens de openingsavond van unit 1 op het woonerf stonden, zei Steffie dat ze het best wel een idee vond om met het karretje te gaan rijden, avontuur)
(b) niet naar buiten (Peter die eerder gezegd had, toen we tijdens de openingsavond van unit 1 in een van de zalen stonden, dat hij rondjes met de auto wilde maken, in de zaal achterin, tot het traject van de autobanden zichtbaar zou worden op de brainboxvloer)

Het is best mogelijk om een auto voor één uur te verzekeren, weet Jesse. Deed hij eerder. Rijden zonder de administratieve rompslomp? Het kan.
Dus het idee om elk gedurende één dag met de auto een rit te maken, hoewel de auto voorlopig geen nummerplaten heeft. Eerst Peter, dan Steffie, dan Jesse. Aan de administratieve rompslomp is makkelijk een mouw te passen.

Ze zitten in de zon, op het woonerf, Jesse, Steffie, Peter, les revenentes.

zondag 22 september 2013

achievement

To my knowledge painting is the worst discipline if it comes to that point where the achievement itself needs to be pointed.

Here we have a sample of butter. Butter is derived from a highly intoxicated human product, seldom seen as human but nevertheless human, as the scale it deals with links to the industrial inventory of what we know to be the human race: cattle.
Butter is derived from cattle. How explain this. Stick a finger in a solid piece of butter. The achieved object is worth to be examined, or is it not: a hole in a piece of butter. This achievement, to my knowledge, has anything it needs: a lumpy, greedy mass of butter and the hole I made.

To that achievement something else may be added: the knowledge of pleasure. Works of art, on differing level, take their existence from that pleasure, the pleasure of achievement.

vrijdag 20 september 2013

brainbox (4) CO

vrijdag 20 september correctie Michaël zou naar verluidt pas vandaag de benen naar Leipzig genomen hebben. 's Voormiddags waren hij en Hannelore in de zaal bezig.

Uit een mailtje van Joris leer ik het volgende: voor de Nazi's de methode perfectioneerden en gaskamers bouwden, propten ze de Joden in een autobus. In zo'n autobus kon gauw vijftig man. Op de uitlaatpijp sloten ze een flexibele slang aan die het dodelijke koolstofdioxide in de autobus loosde; 10 minuten, meer nam het niet. Bovendien, schrijft hij, ik citeer, helpt een gasmasker niet echt omdat de wagen behalve CO- en roetuitstoot ook nog eens alle zuurstof opbruikt.

In de mediaruimte tref ik Jelle, Ann, Lieven en Hannelore aan. Michaël zou intussen op een vliegtuig richting Leipzig zitten. Lieven is bezig met de wiki-page. Later springt Jan Op de Beeck binnen. Fabien levert een stuk plexiglas van exact 200 op 269 centimeter. 200 x 269, dat hadden ze opgemeten, het is exact de breedte en hoogte van de doorgang, daar waar de corridor op de zaal achterin aansluit.
Jelle doet onderzoek naar hoe het nu precies zit met uitlaatgassen. CO is een gas dat vrijkomt bij niet complete verbranding van benzine. Is het brandbaar? Nee. In het bloed van rokers is een meetbare hoeveelheid. Het zou ook in babyvoeding zitten. Het plaatst zich namelijk 240 keer sneller op eiwit dan zuurstof. Fractioneel is het lichter dan lucht.
Dat is meteen ook de belangrijkste bevinding: het stijgt, gaat tegen het plafond aanplakken.

Hannelore kocht een pompje, een Siphon Pump professional. De bedoeling, het plan, is om de vloeistof uit de benzinetank van de DAF te halen, de CO-uitstoot controleren dus, beperken tot bijvoorbeeld vijftien minuten. In de benzinetank van de DAF, stellen we vast, zit geen benzine meer. De benzinetank is leeg.

Alex van Cafe Costume springt binnen, hij komt filmen. Later ook nog Virginie. Zij en haar man kochten de DAF. 1974 was het laatste bouwjaar. Michaël had het voertuig zwart te schilderen, wat meteen ook verklaart waarom ze een crêmekleurig model zochten. In Groningen hadden ze er een gevonden waar ze 1.500 euro voor vroegen, in Ekeren nog een exemplaar, duurder, 2.500 euro.
Omdat het automobiel naar Gent gereden moest worden, besloten ze om het duurdere exemplaar te kopen.

donderdag 19 september 2013

brainbox (3) de brief

Hannelore zit aan een tafel in de mediaruimte. Dirk was er gisteren klaar mee, zei dat hij op vrijdag of zaterdag misschien nog een en ander zou aanpassen.
Miet is in Zürich, Michaël in Leipzig. Steven had me getelefoneerd.
Hannelore zit aan de tafel in de mediaruimte en schrijft een brief. Svend springt binnen. Beste An en Gaetan, De brief is voor de buren bedoeld en de vluchtroute over het dak: hoe raken ze uit de zaal als die tijdens de openingsavond eerstkomend hermetisch afgesloten is.
Over het dak. Een andere vluchtroute is er niet. Een handgeschreven brief voor de buren dus.
Jelle kwam op het idee om een videocam te kopen. We rijden naar de Mediamarkt in Oostakker, kopen een videocam, een Canon, de tripod, een geheugenkaart die 4u bespelen kan en met wat we in de laadruimte hebben, rijden we naar het containerpark.
's Avonds is er een meeting met Luc en Lieven. Brainbox3 heeft een wiki page. We bespreken de hosting, hoe we het aanpakken. Het idee van Boris en Lieven is om een enorme hoeveelheid metadata toe te voegen.
Hannelore belt aan op huisnummer 70.

inside the instrument

So it appears now that Martin Sommer and William Knaacke,
who enter croxhapox shortly after half past five,
Hannelore is still at the table where Boris and Lieven had been sitting two days earlier,
took off yesterday from Berlin in a car with a huge, rectangular sculpture on its rooftop,
a car that is not his, Knaacke gently admits, a car that isn't mine, Sommer adds,
that they first drove to Köln, spent the evening with some friends
and again hit the road around twelve o'clock today, Thursday September 19th,
still having that rectangular sculpture on its rooftop, a wooden box containing several works of art.

The wooden box made a weird sound. It had the sound of a violin.
It actually sounded as if they were sitting inside the violin.
They drove like that for a dozen of miles to petrol station one.
There they got out of the car, examined the rectangular instrument on its rooftop,
modified it. Not that much is known about how they managed to clear the sound.
After that they drove on, on speaking terms inside the instrument.

woensdag 18 september 2013

een boekenstapel

Zomaar een stapel boeken:

Gala van Ronald Giphart. 'Mijn vader vindt dat ik je moet schrijven.' eerste zin
De grote wereld van Arthur Japin. Eerste zin: Het is een arts die de stad komt opdoeken.'
'ER BEGINT IETS, gaat er in Somberman om.' Eerste zin van Somberman's Actie van Remco Campert.
Weerborstels van A. F. Th. Van der Heyden. Bladzijde 9, Robby's weerborstels: 'Ik ben nooit een schoenfetisjist geweest, god nee, verre van dat; ik heb niks met schoenen, althans niet meer dan de meeste mensen sinds onze voorouders hebben besloten dat dat rechtop lopen van ze niet zo maar een gril was.'
Palmwijn van Adriaan Van Dis. 1 Vorige winter kreeg ik (eerste zin) een brief uit Afrika.
Serenade van Leon De Winter: Mijn moeder leed al jaren aan rugpijnen.
En ten slotte ook nog Sterremeer van F. Springer en De heilige Antonio van Arnon Grunberg. Boeken die één ding met elkaar gemeen hebben, nog los van het feit dat ze elk een eerste en een laatste zin hebben: ze werden voor een boekenweek geschreven.
Zo heb je ook gedichten die voor een poëziedag geschreven zijn, of, erger nog, voor de bijsluiter van het krantbeginsel.

Tegen de boekenstapel leunt een ansicht met het niet zo panoramische zicht op een duinlandschap in Charente-Maritime: zand, duingras, wind.

Onder Grunberg, wat zich helemaal onderin de boekenstapel bevindt - onderin of achterin? achterin de put zat een... een dwergmuis? - een openvouwbare flyer: SUMMER 2013.

Ik begrijp niet waarom schrijvers zich uitsloven om voor een boekenweek een boek te schrijven. De zin van zo'n boekenweek begrijp ik ook al niet. Het zijn ook altijd dunne boekjes, die van de boekenweek. Het is wachten op die schrijver die voor de boekenweekconsument met een turf van 1.600 bladzijden op de proppen komt, iets waar niet één consument van die voor de boekenweek geschreven dingen zich aan wagen zou. Waarom zou je een boek schrijven als het toch alleen voor die boekenweek bedoeld is. Fastfood voor dat zootje door televisie afgerichte consumenten dat afhaakt zodra het naar normen die ze niet eens zelf bepalen toch net dat beetje te ingewikkeld wordt? Waarom boeken schrijven als het als principe volstaat om met één goeie zin op de proppen te komen. Wat een pedante uitsloverij, zo'n boekenweek.

Ik heb driehonderdduizend boeken gelezen en dat is me ook maar alleen gelukt omdat ik van elk van die boeken alleen de eerste zin las. Zo'n eerste zin verwelkt ook helemaal nooit, ook al staat er alleen maar: Wat?

- Wat zegt u?

Dat wil ik niet tegenspreken.

mon cher Camoin,

Correspondance entre Charles Camoin et Henri Matisse, Ed. La Bibliothèque des Arts, p.14-65: aanhef:

Mon Cher Matisse, Tu as sans doute appris par Marquet les
Mon Cher Matisse, Nous avons été heureux de tes bonnes nouvelles, de savoir que
Je me chauffe le ventre au soleil, mon cher ami.
J'ai été navré aujourd'hui
Je n'ai pas besoin de te dire avec quel plaisir j'ai lu ta bonne lettre.
Mon Cher Matisse, J'attendais toujours une carte de Tanger, ce pays béni où il ne pleut jamais où il fait frais l'été, chaud l'hiver etc., enfin j'espère que tu
Mon cher ami, Nous t'envoyons de Tanger nos amitiés.
Mon cher ami, Je te verrai bientôt car je pense rentrer à Paris la semaine prochaine.
Je suis arrivé depuis une grosse quinzaine et n'ai pu te voir.
Cher ami, Nous ne savons pas encore quand nous partons, mais
Mon Cher Matisse, Ta femme a bien fait de t'attraper et te faire penser aux amis de Collioure!
Mon Cher Matisse, Nous voici de retour à Paris.
Mon Cher Camoin, Ta lettre m'a fait bien plaisir.
Mon Cher Matisse, Ainsi que ma carte te l'a appris, nous avons passé, Marquet et moi, l'après-midi de jeudi avec ta femme; comme tu t'en doutes,
Mon Cher Matisse, si tu as le temps de venir me voir un de ces jours, avertis-moi seulement d'un mot la veille,
Mon Cher Camoin, J'espère que le temps s'est maintenant remis au beau et que tu as reçu des nouvelles de
Mon cher Matisse, J'espère que tu es actuellement
Mon cher Matisse, Depuis longtemps je voulais t'écrire plus qu'une carte, mais je vois que c'est pour les lettres comme pour la peinture: quand on veut trop bien faire on rate!
Mon cher Matisse, J'ai bien reçu ta carte.
Mon cher Camoin, Je ne suis de même pas aussi cochon que j'en ai l'air et je pense souvent
Mon cher Matisse, Ta première carte, ton portrait à cheval, m'avait fait un bien grand plaisir, bien attendu et hier soir
Mon cher ami, j'espère que tu es toujours à Cassis et que ma lettre
Mon cher Matisse, Me voici de passage à Marseille.
Mon cher Matisse, Tu vois que je sais être aussi un peu cochon avec les amis et me payer le plaisir de penser à eux
Mon cher Camoin, J'espère que depuis tu m'as écrit le temps s'est remis au beau à Marseille et que tu n'es plus dégoûté de la vie au point de revenir à Paris, ce qui équivaut à cette époque à un demi-suicide.
Mon cher Matisse, Voudrais-tu te charger de faire la critique des Indépendants (et même des autres
Mon cher Matisse, Je t'envoie le portrait d'un guerrier, pas bien méchant, qui attend son sort avec le plus de philosophie possible.
Mon cher Matisse, Merci encore à ta femme et à toi pour le petit paquet que je viens de recevoir!
Mon cher ami, J'ai reçu avec grand plaisir tes deux dernières cartes

dinsdag 17 september 2013

brainbox (2) auto

dinsdag 17 september Hannelore Van Dijck, Michaël Borremans, Miet Warlop
In de zaal, waar de tafel waaraan we gisteren hebben zitten vergaderen niet is weggehaald, staat een zwarte DAF, een product van Automobielfabriek Van Doorne, opgericht in 1932. De DAF, een crêmekleurig automobiel, aan drie zijden afgewerkt met zwarte verf (linker-, boven- en voorzijde), heeft bouwjaar 1974. Op een ovaal kenteken staat 1975.
Het bouwjaar, weet Michaël, de auto stond bij hem thuis in de garage, is 1974. Hij is niet de eigenaar van de auto en zo zijn er twee scenario's:
(a) de huidige eigenaar stemt er mee in dat de door Michaël zwart geschilderde auto deel uitmaakt van Brainbox, of (b) stemt hier niet mee in.
De oorspronkelijke kleur van de auto: vanille.
Geen beschadigingen. Over de niet zwart geschilderde rechterzijde is een brede verfstrook. Drippings.
Op de motorkap heeft de zwarte verf een rimpelige korst.
Ik neem plaats aan het stuurwiel. Het interieur van de DAF is afgewerkt met zwart leder. De teller staat op 38.179 kilometer en er is een vreemde geur. Aan de achteruitkijkspiegel hangen drie arbres magiques: pompelmo lime, mango, vanille.

maandag 16 september 2013

brainbox (1) startschot

maandag 16 september Op de tafel in de hall, tafel = twee schragen + plank, een plank met een vermetele historiek van vergaderingen, besprekingen en bestuursconflicten, op die plank ligt nu een berg papierafval.
Boris en Lieven, van De Onderneming, voor wie zich dat nog zou weten te herinneren, zitten aan de tafel. Jelle kijkt toe. Het is kwart na twee en de eerste dag van het effectieve tijdsverloop van de derde editie van Brainbox.
Boris en Lieven - het wiki-team, een variant, om het zo te noemen, op the central scrutenizer uit Joe's Garage - hebben een robot gekocht, de iRobot Roomba 620, een stofzuiger of dweilrobot, 299 euro. Ze hebben het plan om een GoPro op de Roomba 620 te monteren, de Hero 3 Black Edition, een robot die als voornaamste taak niet het schoonmaken van de werkvloer maar het registreren van de apostolische handelingen toegewezen kreeg, dat wil zeggen de iRobot Roomba 620 Hero 3, zwarte editie, zal tijdens het hele verloop van Brainbox ad hoc momenten en handelingen registreren zonder ander camerastandpunt dan het camerastandpunt waarover de machine op elk van die momenten beslist. De Roomba 620, of dweilrobot, weet uiteraard waar z'n home base is: in de zaal achterin, locatie van beide vorige edities van Brainbox, zaal waar ook de derde editie plaatsvindt. (a) Boris en Lieven houden hun handen af van cadrage en bijkomende eindproductbepalende elementen, zodat ze meteen ook alle tijd hebben om zich op (b) te focussen, de wiki-page. Ze werken aan een brainbot. Een bot is een software-pakketje dat doet, meest eenvoudige uitleg, alsof er een individu, een persoon, een personage achter zit. In werkelijkheid genereert het informatie op een volstrekt autonome manier, zonder redactionele inmenging. Met (a) en (b) is er ook nog (c), wat in Brainbox3 aan de oppervlakte komt (handelingen, beslissingen, gebeurtenissen, modificaties et cetera) wordt door het wiki-team ad hoc gelinkt aan het Tex Avery conglomeraat van wat op dat moment op andere plekken gebeurt. Metadata: de camera registreert datum & uur en dat linkt dan de facto aan gebeurtenissen in Syrië, Japan en Rusland. Lemma: het moment van de registratie valt samen met alle andere gebeurtenissen.

19:30 recente bevindingen Regen roffelt over het dak. Jelle heeft op één na alle beamers hersteld.

zondag 15 september 2013

bon ton

Tegenwoordig is het weer bon ton om in het openbaar te kakken. Daar kijkt amper iemand van op, tegenwoordig.
Het volstaat om de behoefte openlijk uit te spreken. Overal op straat staan latrines opgesteld. Minderbedeelden doen het in het struikgewas.

Sortir d'Avignon (2)

Eerst Rue de la Saunerie, waar het hotel is. In Aankomen in Avignon vermeldt Robberechts Rue Molière, op bladzijde 62:
'Aarzelend, besluiteloos keert hij op zijn stappen terug. Op de hoek van Rue Molière met het Place Clemenceau, op het trottoir langs de stadsschouwburg,'
Dan Rue Carnot waar op huisnummer 36, in La mémoire du monde, naast die van Queneau, Rabelais, Robbe-Grillet en Beckett, boeken te vinden zijn, vaak de meest recente editie, die begin jaren 60 nog geschreven hoorden te worden: Echenoz, Michot, Perec...
Place de Pie is in ochtendstemming. Over het plein liggen dunne schaduwen. Op een van de banken voorin zit een neger, aan de andere kant van het plein een dame met zonnebril.
Op nog een bank zit een bejaarde dame nerveus om zich heen te kijken alsof ze de coördinaten zoekt van een dag die begon voor ze 't in de smiezen had gehad. Iemand telefoneert en stapt onbedoeld, zonder duidelijke richting, onder de bomen door waar iemand langskomt die volle plastiekzakken torst. De mensen op het plein mijden elkaar. Het is te vroeg op de ochtend om in wat anders dan een kop koffie zin te hebben.
Een auto duikt op uit Rue Carnot, volgt de rechterzijde van het plein, dan nog een. Aan het hoekpunt hebben ze te stoppen voor een camionette die zonder af te remmen voorbij het politiekantoor vlamt.
Duiven.
Lange schaduwen hangen over het plein.

2 minuten later

Een straatveger sjokt over het plein. Op het terras van een bar tabac zit iemand over de feiten gebogen.
Ik stap achter les Halles door, richting Rue des Teinturiers. Ik liet de auto vlak bij Portail Magnanen, op de binnensingel, zoals Robberechts het noemt. Het is de buurt die je onvermijdelijk te nemen had als je uit Parijs of Lyon met de trein in Avignon aankwam.
Op de buitensingel neem ik richting Orange. Hetzelfde landschap als een week eerder, andersom, de Rhône ter linkerzijde, aan de linkeroever liggen woonboten, platanen staan boven het wegdek.

vrijdag 13 september 2013

rear window

Hotel Médiéval has three levels on top of the groundfloor. It is situated it the center of Avignon, not that far from Place de Pie and La mémoire du monde, a bookshop largely focused on editions from Christian Bourgeois and Les éditions du minuit. Here I traced no less than three dozen of Beckett publications, all of it edited by Editions du minuit, a large amount of Queneau and Echenoz novels and an eminent amount of volumes by Deleuze, Duras and Perec. Donc, voici, j'écris pour Libération. First sentence of L'été 80 by Marguerite Duras: Je suis sans sujet d'article. Mais peut-être n'est-ce pas nécessaire. Je crois que je vais écrire à propos de la pluie. Il pleut. Depuis le quinze juin il pleut.
It is fascinating rather to read on Anonymus first half 21st century, from a review that I received while overlooking some truly gorgeous mountain scenery, le Canigou, clouded - the usual scenery during summer down here in Vallespir, Siel told. Colette had send me the review and asked if I per chance could write something on its author. She too had noticed that it once again had been qualified as arrogant and irritating, qualifications undeliberately that level it to that miserable rank of masterpiece, as most of any of that - to name but some of the many qualifications none of its authors care for - irritates, apart from more splendid features making gunsmoke and fun of itself or anything else.

A half a dozen of British and Australian tourists settled in the garden, or so-called garden, of Hotel Médiéval. Somewhere on third floor a window closes. Georges Perec confronts me with his most admirable smile, on the cover of a Joseph K. volume, En dialogue avec l'époque et autres entretiens. The people in the garden talk on the plans they have and the things they did, among that visiting villages and medieval churches, Paris and Italy.
The Hotel Médiéval is No Smoking area. I had been reading on Tex Avery and now the sound of one hand clapping covers the garden place: someone lightens a cigarette.

Aankomen in Avignon : Remix2

Ik weet niet 100% exact waar ik me bevind, maar ik ben in elk geval Nîmes gepasseerd. Rechts van de weg staat het overal in Frankrijk gebruikelijke bord dat de ene keer een regio of een departement, een andere keer een stad of het passeren van een rivier aangeeft: AVIGNON, staat er, cités des papes. Boven de autosnelweg, ik moet toegeven dat ik me, nu ik dit schrijf, niet herinner of dat ter hoogte, ongeveer ter hoogte, net voor of misschien net na de midden de wegrand aangebrachte mededeling is, hangt nog een bord waaruit af te leiden valt dat ik sortie 23 nemen moet: Pont d'Avignon - Remoulins - Uzès - Pont du Gard.
Sortie 23: een dor grasveld waarvan het areaal volledig samenvalt met een braakliggend terrein dat door de lussen van de autosnelweg veroorzaakt is. Cipressen. Aan de péage, wat verderop, heb ik 5 euro te betalen. Ik noteer het tijdstip: halfvijf.
Aan het eerste rondpunt neem ik rechtsop. Ik kom op een tweevaks, later drievaks, tussen olijfbomen en wijngaarden. Vijf dagen eerder was me niet opgevallen dat de bomen aan de wegrand geen wilgen maar olijfbomen zijn - toen kwam ik van Orange, meer noordelijk, de invalsweg liep parallel aan de Rhône (aan de oostelijke arm van de Rhône), dit keer van Nîmes, zuidwestelijk van Avignon.

Le Boulou: ik pik iemand op die naar Toulouse wil. Simon heet hij. Hij komt van Montalba, een plek hoog in de bergen die zich boven de loop van de Mondony bevindt, woont in de buurt van Bordeaux, is straatmuzikant en wil nog dit jaar naar Cuba reizen.

Le Boulou, Narbonne, Béziers, later Montpellier, vanaf Béziers richtingswijzers die Agde, le Cap d'Agde, Sète en Mèze aanduiden. Strakblauwe hemel.

De weg naar Avignon, waar ik dit keer vanuit het zuidwesten op afsteven, is een drievaks met 90km als maximaal toegelaten snelheid. Op gegeven ogenblik, aan een rondpunt met uitvalswegen die op een zone d'activité aansluiten, de mededeling dat ik nog 6 minuten van Avignon verwijderd ben, en dan duurt het niet lang voor ik de Rhône onder me heb, twee keer opeenvolgend, eerst de westelijke, dan de oostelijke arm. De verkeerscirculatie is gereduceerd tot één rijstrook. Vanaf de tweede brug is het Palais des Papes te zien, Avignon dat als een zandkasteel boven het landschap uitsteekt, een tel later de stadswallen, nog wat later het station, rechts van de ring om Avignon, portail Saint-Michel ter linkerzijde.
Ik neem portail Saint-Michel, ga rechtsop en parkeer vlak bij het hotel waar ik enkele dagen eerder verbleef, Hotel Magnan, een tweesterrenhotel. School is out, tieners stappen over het wegdek, ook in Rue Cassat, wat deel uitmaakt van het doolhof van smalle straten en steegjes.

donderdag 12 september 2013

Vallespir

Geweerschot. De top van de Canigou heeft een wollen berenmuts.
Nog een geweerschot.
Cicaden, zuigend geruis in het dal, van auto's, het meest zuidelijke dal van les Pyrenees Oriëntales.
Op everzwijnen jagen ze.
Sinds drie dagen hangt een grijs wolkendek aan de toppen van de bergketen waarachter zich Spanje bevindt. Witte en roeste vlinders flirten aan de rand van een diepte waar steeneiken groeien. Zover het oog reikt, is er een steeneik, tot bovenop de meest nabije hellingen, daar voorbij, tot Corsavy hoog tegen de flank van le Canigou.
(nog een geweerschot, het galmt, weerklinkt ook aan een andere, verre zijde van het dal) (nog een geweerschot)
In een van de struikjes, net voorbij het muurtje, is een vogel bezig.

Later op de avond hebben de wolken, ze hangen nog steeds rond de top van de Canigou, pluimige buiken. Ze liggen op hun rug in de zon. Grijze, lang uitgerokken staartveren, dampige wangen, vlokkige ledematen, walvisachtige lijven, draderige vlokken en strepen, mohairwol, onderin blauwig grijs, hoger in het firmament rozig, gelig, wit, romig. Eén wolkje ziet er uit als een exploderende kip. Achter het wolkengedoe door maakt een vliegtuig een witte dunne streep in het zwerk.

Nacht. Wolkenloze hemel. Sterren. Net boven de rug van de Canigou, waar nog wat wolkresten kleven - paars, indigo - is een lichte toon.

woensdag 11 september 2013

homme à la pipe

Platanen domineren het plein, Plaça dels Nou Raigs, halverwege Place de la Liberté, in het hoger gelegen stadsgedeelte, en Place de la République waar kledingzaken zijn, bars, één restaurant, Le France, en een kleine maar uiterst waardevolle boekenzaak waar ik werken van Bernhard en Prokosch aantref en de eerder vermelde, door Robert Benayoun geschreven Avery-biografie: '...Et pourtant il est mort complètement oublié dans Hollywood qui l'a fait naître et dans le cinéma qu'il a tout entier enrichi de son imaginaire fulgurant. Il avait vécu de même, dans un incognito total pris comme allant de soi, méconnu, alors que ses cartoons faisaient rire aux larmes le monde entier.' (Le mystère Tex Avery, p.10).
Fontein klatert. Bovenop de fontein, op een zuil, zit leeuw. Of toch het verkleinwoord maar: een leeuwtje. Uit de wijd open gesperde muil van het guitig watertandende leeuwtje geult een slap waterstraaltje. Leeuw gereduceerd tot kwijlende hond. In het Musée was het gesprek op Soutine gekomen. Aan de suppoost, een kleine, guitige, kwieke man die niet wegstak dat hij het heerlijk vond om breedvoerig in te gaan op een als terzijde bedoelde kwestie, vroeg ik wie die Manolo is van wie in de vitrinekast in een belendend zaaltje zo'n fraaie koppen en miniaturen uitgestald staan. Manolo, een Spanjaard vernam ik, bleek tot de kring van Picasso te horen of had Picasso in elk geval goed gekend en had tijdens het interbellum, net als Soutine en Picasso, in Céret gewoond. Een dame kwam tussenbeide, een bezoekster die reeds, het was intussen vlak voor sluitingstijd, richting exit aan het stappen was, een Parisienne zo bleek, die l'autre - l'autrui, woord dat ik me nu zo opeens herinner: l'autrui - best een opmerkelijke verschijning leek te vinden en ook gehoord had wat de suppoost over Manolo had weten te zeggen. C'est un catalan, zei ze, die Manolo bedoelde ze. De suppoost verontschuldigde zich, waaruit evenwel niet af te leiden viel of hij het een volgende keer toch niet opnieuw, stiekem, over Manolo de Spanjaard hebben zou. Comme Picasso, zei de dame, lui aussi. Picasso viens du sud de l'Espagne, zei ik, bijna alsof ik het ter plekke verzon. Mais Madame, zei de suppoost, die meteen de spanwijdte van het verre van betekenisloze verzinsel begrepen had, Picasso en vérité était du sud. Waarop de dame - met het hoogst natuurlijke dédain van Parisienne - opmerkt dat Catalunya, zo hadden wij, de suppoost en ik, het geen van beiden bekeken, zich niet tot de streek rond Barcelona beperkt maar in werkelijkheid het hele Iberische grondgebied omvat. (de opmars van het lokale, van het streek-, van het claneigene) Moi, Madame, je suis Européen, zei ik. Ze was het hiermee eens en zo kwam het gesprek toch weer op Soutine: peinture forte, exigeante, féroce. En is een groter contrast denkbaar, zei ik, Soutine, lui-même, homme douce, homme introverti... Op het plein onder de platanen, Place des Neuf Jets, in het Catalaans Plaça dels Nou Raigs, probeer ik me voor te stellen dat de terrasjes, Franse keuken aan de overzijde, een Pizzeria waar ik plaatsnam, er niet zijn. Op de hoek van Rue de les Ichides...

Twee huizen daarvandaan, op huisnummer 6, op het derde, staan de ramen open. Schemering geeft een massieve toon aan de bomen op het plein. Aan een van de andere zijden, op huisnummer 10, waar ze op het gelijkvloers een Franse keuken hebben, hangt op het derde een zwarte badhanddoek te drogen.
L'homme à la pipe. Geparfumeerde tabak wolkt over het terras. Het andere heerschap, een langwerpige grijsaard, zit op nootjes te knabbelen.
Een gitano stapt over het plein, zeult een muziekinstallatie achter zich aan, gaat op een van de bankjes zitten. Hij haalt een koperkleurige trompet tevoorschijn. De man aan tafel klopt z'n pijp uit. Het pijpje belandt naast het bestek en een monotone versie van The Girl from Ipanema weerklinkt. Op het derde van huisnummer 10 is heel even de blote bast van de bewoner te zien. Een hond springt in het bassin, Soutine stapt om de hoek van Le Forquet's en verdwijnt in het smalle straatje, richting Rue de la République, huisnummer 9.
Boven het stadje cirkelen zwaluwen en het oranje straatlicht geeft een opeens diepere toon aan de dingen. Op het derde van huisnummer 10 gaan de ramen dicht. (Rue Danton... Rue Mirabeau...)

merveille de tête

Merveille de tête, tête de l'homme tintin-spirou.

La Gloire dans l'Obscur, het voorwoord tot Le mystère Tex Avery (Editions du Seuil, 1988), begint met een quote van Robert Benchley: "Il n'y a pas de Budapest. Vous confondez peut-être avec Bucarest mais il n'y a pas non plus de Bucarest."

Ik moest dus inderdaad aan Droopy denken. Zo'n gezicht was het. Ik had net een sjaaltje gekocht in een winkeltje op de hoek van een van die smalle straten in de labyrintische binnenstad.
Céret is een schort groot, toch kan het makkelijk fout lopen als je bijvoorbeeld van Place de la Liberté naar Place de la République zou willen stappen, waarbij ik dit keer overigens telkens weer op Place de Neuf Jets beland en ook één keer op Place Chaïm Soutine.

Op het tafeltje, waaraan ook een dame zit, kwam een fototoestel terecht, een Nikon, en een enorm bijna tot de rand met pils gevuld bierglas. La Duenda, een klein maar degelijk restaurant in de labyrintische kern van het stadje, is dicht.
Ik stap naar het museum. Het is twintig minuten voor sluitingstijd. Aan de balie staat een half dozijn Catalanen. Ze weten niet of ze aan twintig minuten genoeg zullen hebben om de expo rustig door te nemen.
Moi je viens pour les Soutines, zeg ik. Dat charmeert de dame, iemand die alleen voor Soutine komt. In 2000 hadden ze in het museum van Céret maar liefst 12 Soutines, herinner ik me. Tien, verbetert de dame.
Nu hebben we er nog één, zegt ze. Gedurende enige tijd, na die Soutine-expo in 2000, hadden ze er twee, tot de eigenaar van een van die werken, iemand uit Madrid, het werk terugwou. En nu hebben ze dus alleen nog dat andere werk.
Aangezien ik aan alleen dat ene werk van Soutine genoeg heb mag ik zo binnen, niet via de gebruikelijke doorloop maar rechtstreeks naar het zaaltje waar die ene Soutine hangt, 'Céret, la vieille ville', een werk uit 1919.

Collioure

In Collioure is een orde van dingen die me hetzelfde beklemmende gevoel geeft als het volgen van de Tour de France of een praatprogramma op televisie.
Het bezichtigen van Collioure (het bezichtigen van Gerona, het bezichtigen van Aix-en-Provence, het bezichtigen van Carcassonne...) is volstrekt onmogelijk. Daar hebben ze tegenwoordig ansichtkaarten voor en toeristische documentaires op la Une. Niet Collioure aanschouw ik, traag als een slechts half aanwezige non-toeristische schicht door het plaatsje stappend, maar de duizenden toeristen die er rondhangen, Collioure tot de toeristische macht van een alomtegenwoordig nullus, een zich overal in het stadje verspreidend en boven het plaatsje verheffend conglomeraat van indolent massa-toerisme. In Gerona bijvoorbeeld, vertelde iemand me, hebben ze nu geen winkeltjes meer maar boetieks waar je handtassen van Vuiton kopen kan en andere dingen die door de sector als wenselijk ingeschat worden. Een fles water, bij wijze van spreken, kan je er niet langer vinden.
Als ik straks Samuel Beckett opensla, bladzijde 49, weet ik, hoewel ik ook zelf weinig tot niets aan die informatie zou hebben, daar bij voorkeur geen aandacht aan besteden wil, dat ik een van de weinigen, misschien wel de enige ben, die op dat moment in Le monde et le pantalon aan het lezen is. Dat doet me meer dan de klokkentoren van Collioure en het baaivormige strandje waar vandaag een militaire oefening plaatsvindt.
Als tienduizend personen allemaal tegelijk in Le monde et le pantalon zouden zitten lezen, ga ik halfnaakt in een pedalo over het inktblauwe water cruisen.

onoplosbare kwestie 1: is het water blauw? wat is blauw?

maandag 9 september 2013

Sête

Op 29 februari 1912 schrijft Henri Matisse vanuit Tanger, waar hij op dat moment in het Hôtel de France logeert, aan Charles Camoin, die zich in Parijs bevindt:

Mon cher ami,

Nous t'envoyons de Tanger nos amitiés. Après avoir vu la pluie tomber pendant quinze jours et autant de nuits, nous jouissons du beau temps et de la végétation qui est tout à fait luxuriante. Je me suis mis au travail, et je ne suis pas trop mécontent, quoique ce soit bien difficile; la lumière est tellement douce, c'est tout autre chose que la Méditerrnanée. Et toi? Compliments à Mme Charmy.
A toi.


Gisteravond. Ik had een route genomen die dwars door de Camargue liep, van Aïgues-Mortes naar les Saintes-Marie. Halverwege die route (witte paarden, rietkragen, nauwkeurig ingevulde vertes) eindigt het wegje aan een waterloop. In Im Laufe der Zeit van Wim Wenders gebeurt ook iets dergelijks. Daar belandt het personage, het blijkt om een van de hoofdrollen te gaan, in de rivier. Ik kom tot stilstand aan een bord waarop de mededeling BAC AU SAUVAGE staat:

BAC AU SAUVAGE
passage gratuit
free crossing
Horaires de service
Avril à Septembre : 6h-12h et 13h30-20h
Octobre à Mars : 6h30-12h et 13h30-19h
TOUTES LES 1/2 HEURES

Een veerboot, of liever, tje, platte, metalen sloep waar maximaal 10 auto's op kunnen, met een cabine aan die zijde waar wij er op kunnen, wij want ik ben niet de enige die voor het Bac Au Sauvage tot stilstand kwam. St-Marie-de-la-Mer, waar Paustovskij het over heeft in een van de zeven delen van zijn autobiografie, ik was er in 1977, september 1977, is, of liever, was. Ik heb de zin die ik schrijven wou aan te passen: het St-Marie-de-la-Mer van Paustovskij, het St-Marie-de-la-Mer waar ik eind jaren zeventig op een keistrand stond, hield op te bestaan. Het huidige St-Marie-de-la-Mer is een toeristisch resort met honderd restaurants en twintig hotels, er lopen duizend mensen over straat, allemaal in short, er is een yachthaven, ze hebben er ook een rondpunt en verkeersborden. De leegheid van wat ik niet eens mensheid durf te noemen, is nergens zo duidelijk merkbaar als in een toeristisch resort.
Ik reed naar Arles, zocht het eerste het beste hotel, en stuurde Rokus een berichtje met de mededeling dat ik in Arles was.

In Sête, waar Georges Brassens begraven ligt, meteen ook de enige reden waarom ik naar Sête reed, ontmoette ik Joëlle, op het kerkhof waar Paul Valéry en Jean Vilar onder de zoden liggen. Mijn hekel aan kerkhoven is absoluut, wat voor een groot deel samenhangt met de religieuze tendens van zo'n kerkhof. Religie is het meest achterlijke van wat we produceren, en zo'n kerkhof ligt daar toch altijd maar als het terroir van een imbeciel misverstand.
Joëlle woont in de buurt van Narbonne. Elk jaar komt ze Brassens een bezoekje brengen, maar op dit kerkhof ligt hij niet. Hier hebben ze Vilar en Valéry. Valéry, quand même, zegt ze, homme de droite.
Brassens ligt op een kerkhof dat zich aan de westelijke stadsrand bevindt, richting Béziers, zegt ze. J'avais une sensation de liberté, zegt ze. Ze bedoelt dat ze het best aardig vindt dat we hier op dit kerkhof, waar Valéry begraven ligt, een praatje hebben. En dan gaat ze zingen. Ze zingt een chanson van Georges Brassens.

zondag 8 september 2013

Aix-en-Provence

In het museum van Aix-en-Provence hebben ze Pinède à Casis, een werk van André Derain uit 1907. De expo heeft ook werk van Matisse, Soutine en Beckmann en Femme à la cafetière van Paul Cezanne. In de shop schaf ik me Le monde et le pantalon van Samuel Beckett aan, een édition de minuit, suivi de Peintres de l'empêchement. Eerste zin: Pour commencer, parlons d'autre chose, parlons de doutes anciens, tombés dans l'oubli, ou résorbés dans des choix qui n'en ont cure, dans ce qu'il est convenu d'appeler des chefs-d'oeuvre, des navets et des oeuvres de mérite. En ook een nog open te snijden editie van La Bibliothèque des Arts: Correspondance entre Charles Camoin et Henri Matisse. Op een pleintje, waar ze een brocante hebben, had ik eerder een exemplaar van de Julliard editie van Rencontres avec des hommes remarquables van G. Gurdjieff aangetroffen en een eerste editie van Le voyeur van Alain Robbe-Grillet.

Rue Mignet

Obligatoir object: Rue Mignet, in Aix-en-Provence, telt 400 straatroosters.

Sortir d'Avignon

Sortir d'Avignon, zich van Avignon verwijderen, implique se diriger vers la périférie. Die périférie staat gewoonlijk aangeduid met de woorden TOUTES DIRECTIONS, maar in Avignon is er niettemin de keuze tussen Orange, in het noorden, Marseille, in het zuiden, en Cavaillon, Salon & Aix en Provence, Cavaillon dat zich vlak bij Avignon bevindt en Aix-en-Provence op 60 kilometer. Se diriger vers la périférie houdt bovendien onvermijdelijk in dat je in des zones d'activités belandt, een weerbarstig gebied waar economische activiteit woekert, groothandels en snelbouwketens hebben er hun vestigingen. Direction Cavaillon/Aix-en-Provence, de weg die ik neem, heeft alles ter linkerzijde, een Monsieur Meuble en een Partiworld, wat verderop le H&H, créateur de meubles, laat ik maar niet ingaan op de rotzooi die ze er te koop aanbieden, en dan nog wat verderop de Cuisenella, een superette Bio, brasserie inbegrepen, een Ixita, de St.Maclou, een MacDonalds, een Hippopotamus en ergens halverwege het eind naar het eerstvolgende rondpunt ook nog een Auchan en nog wat van die dingen. Na het tweede rondpunt, ik gok na vijf kilometer, bevinden zich opeens toch weer bomen naast het wegdek. Landschap zou ik het niet noemen. Het is een landschap dat aan zo'n wegrand thuishoort en zonder die weg niet eens bestond. Aan het derde rondpunt staat oleander. Hier neem ik le chemin à droite. Het landschap begint en het is bewolkt. Aan het vierde rondpunt krijg ik de keuze aangeboden tussen Aix of Salon-en-Provence. Je prends la route gauche. Een tel later passeer ik een rivier, la Durance.

zaterdag 7 september 2013

Aankomen in Avignon : Remix

Ik bevind me op de route départemental van Orange naar Avignon, een tweevaksbaan die zich tien kilometer ten noorden van Orange vlak naast de autosnelweg bevindt, parallel aan die autosnelweg. In Orange, herinner ik me, was ik twee keer. Een eerste keer in 1981. Ik reed toen richting Lyon in een witte Toyota 2000, sportmodel. Daarna nog een keer, in 1986. Toen kwam ik van Toledo waar ik in een kerkje naar The Burial of the Count of Orgaz had staan kijken, achter een haag Japanse toeristen. Ik was in het gezelschap van de dochter van een Zwitserse diplomaat, Rosine heette ze. We hadden elkaar op de trein naar Toledo ontmoet. Verbluft door het enorme schilderij van de Griekse meester van Toledo, dat naar verluidt tot zijn beste werken gerekend wordt, en niet minder aangenaam verrast door de charmes van Rosine, aan wie ik nog datzelfde jaar twee brieven zou schrijven die onbeantwoord bleven, belandde ik in een hotelletje in een achterbuurt van Madrid waar ik de hele nacht naar het gejammer van een prostituee te luisteren had. Daarna werd Orange die Franse stad waar het Front National begin jaren negentig de gemeenteraadsverkiezingen won. Vandaag is het amper meer dan een aantal kruispunten en richtingwijzers, het verplicht afremmen tot 50km per uur, dan over bepaalde afstand niet meer dan 30km, zoals tegenwoordig overal in Frankrijk gebruikelijk is, en de vaststelling dat het op één plek, iets ten noorden van Orange, op een parkeerterrein, verboden is om meer dan 10km per uur te rijden. Richting Avignon rijdend over een tweevaks die heel af en toe over een afstand van vaak niet meer dan 400 meter in een drie- of viervaks verandert waar dan wel 110km per uur gereden mag worden, passeer ik des zones d'activités, zoals ze het noemen, en een lappenmand van veldjes en nederzettingen, soms een wijngaard en ook steeds vaker hoge rietkragen. Ik dwars l'Ouvèze, een zijrivier van de Rhône.
Eind jaren vijftig, begin jaren zestig, toen Daniël Robberechts vaak in de buurt van Avignon rondhing (in Aankomen in Avignon herinnert hij zich dat hij zo'n twaalf keer in Avignon of in de buurt van Avignon geweest is), had je er ongetwijfeld nog geen snelheidsbeperkingen en ook les points circulaires zijn van iets latere datum.
Op gegeven ogenblik kan ik kiezen tussen Carpentras, een baan die min of meer linksop draait, of Avignon/Cavaillon, de Route Départemental 907 richting Avignon die zich meteen voorbij die splitsing vlak naast de Rhône bevindt. Het is een tweevaksbaan. De maximaal toegelaten snelheid is 90km per uur.
Dan Avignon Centre en tot Avignon en het Palais des Papes dat plots boven de stroom uittorent, is de Rhône vlakbij, ter rechterzijde, met woonboten op de linkeroever.
Van Avignon, waar ik één keer was, in 1977, herinner ik me twee dingen die ook in het relaas van Robberechts een belangrijke maar onduidelijke functie hebben: de vestingmuren, die ik voor me heb zodra ik de ring rond Avignon oprij, en het Palais des Papes en dan vooral het plein dat zich vlak voor het Palais des Papes bevindt, en één bijzonderheid waar Robberechts het niet over heeft, omdat die dingen begin jaren zestig niet bestonden, eind jaren zeventig wel: een bio-shop vlak bij het Palais des Papes. Ik logeerde toen in Aix-en-Provence, bij een dame die de leeftijd van m'n moeder had en een dochter die op huwen stond. We reden naar de haven van Marseille. Haar echtgenoot was kapitein op een bootlijn naar Casablanca. We reden naar Sète, naar het strand, naar het kerkhof vlakbij dat strand waarvan we wisten dat Georges Brassens er begraven wilde worden, naar Arles waar ik op een terras een Salade Niçoise verorberde, en tijdens een van die ritten deden we dus ook dat biowinkeltje aan vlak bij het Palais des Papes.
Rue de la Phalapharnerie. Hier rij ik onder de vestingmuur door. Wat verderop is er Rue des Infirmières. Het duurt even voor ik een hotel vind.
Hotel Le Magnan is aan de zuidelijke rand van de door de vestingmuur omsloten binnenstad. Na het inchecken, waarna ik eerst nog een parkeerplaats te zoeken heb, wandel ik naar Avenue Guillaume Puy, op het stadsplan dat de uitbater van Hotel Medieval me toestopte, is het rechtsop. Ik stel me voor dat Robberechts hier veertig jaar geleden voorbijkwam en dat huisnummer 77 er toen niet anders uitzag. In Rue des Teinturiers, wat Robberechts in Aankomen in Avignon met enige nadruk vermeldt, er is een strak afgeboorde waterloop, dineer ik op het terras van le Zinzolin. Wat verderop maakt het straatje een bocht richting stadskern en in die bocht is La Cave des Pas Sages, een kroeg die vanavond een manouche soirée op het programma heeft. De olmen, de smalle door hoge muren ingesloten waterloop, de watermolens, dat alles ziet er uit alsof het er ook eind jaren vijftig al was en onveranderd bleef. Het is een warme zomeravond, regen druppelt over de straatkeien, op het terras is geroezemoes, luidkeels gelach. Een koppel dat er nog niet woonde toen Robberechts door Rue des Teinturiers slenterde, opent de voordeur van huisnummer 41 en betreedt La Cave des Pas Sages waar het concertje een ogenblik eerder begonnen is. Een half uur later gaat het stortregenen, een interessante variant op Les Yeux Bleus Cheveux Blond: loodrecht zeikt noodweer over het stadje.

zaterdag 7 september

De onder de hoogvlakte gelegen ravijnen, van Gorges Le P. de l'huile tot Lachamp-Raphaël, zitten tot aan de wegrand volgepropt met wolken.
Ook de top van le Mt Gerbier de Jonc zit in een wolkenkraag. Aan de voet van de rotsbult grazen witte koeien. De berg zelf heeft een hoogte van 1.551 meter. De top, un dôme de phonolite, bevindt zich op een granieten sokkel. Onder de 134 meter hoge opeenstapeling van phonoliet is een basaltlaag en hier is het, onderin de rotsbult, dat de watersijpelingen een uitweg vinden, niet aan één zijde van de rotsbult, de meest zuidelijke waar de bekendste van de vele Loirebronnen zijn, maar aan alle zijden tegelijk. En effet, comme le dit l'homme de la cabane, 'on est sur une nappe, ça veut dire, il y a des petits sources partout partout.'
Eén van die bronnen bevindt zich 600 meter van La ferme de la Loire vandaan op een iets lager gelegen helling. Ook hier is een bar restaurant maar veel kijklustigen heeft het niet, hoewel het bord aan de wegrand met enige nadruk vermeldt dat deze bron la véritable source de la Loire is, zoals terug te vinden in het kadaster, ook dat staat aangegeven: indiquée sur le plan cadastral n°87. Het is vlak bij de wegrand, rechtsop, als je de moeite neemt om van de hoger gelegen en meer succesvol uitgebate bron naar het plekje te stappen: natte aarde, een geultje van één decimeter in een met grassen, brandnetels, zuring, wilde kervel, ooievaarsbek, vrouwenmantel, mossen en varens ingesloten kom. ICI, staat er, Commence MA COURSE VERS L'OCEAN.
In het souvenirwinkeltje, waar die andere bron van de Loire uit een van de muren stroomt, is een enorme volkstoeloop. Op het wegdek boven la ferme staan campers, senioren verdringen zich om de uitgestalde koopwaar. Op étagères staan metalen boîtes met het opschrift Source de la Loire, er zijn blanco notitieboekjes met een afbeelding van een ezel of een marmot op de cover, keukenschorten, tarotkaarten (te verkrijgen in diverse uitvoeringen), uit klei vervaardigde legkippen en sleutelhangers die een grote variëteit aan huis- en aanverwante diersoorten bieden, katten, honden, kikkers, uilen, hanen, varkens, eekhoorns, schapen, ezels, egels. Er is een kleurboek: Coloriage Ardêche, keramische hanen, klokken, manden met allerlei speeltjes, potterie waarvan niet 100% duidelijk is meen ik of ze hier in de streek vervaardigd werd, kopjes in diverse soorten en maten, houtsnijwerk en speelgoedversies van onder andere Le Salers en L'Aubrac of een koe die gemolken wordt. Gevlochten manden, ansichtkaarten, fleurige zomerhoedjes, servetten, petjes, handdoeken, kannen, bekers, wandelstokken, posters. 'Wah-wah-wah,' zegt iemand die een pop uit één van de manden plukt. 'Mais Serge... Serge, c'est une vache!' krijgt hij te horen. 'Ah oui, une vache, c'est une vache,' stelt hij ten slotte ook zelf vast.
Eén étagère is gereserveerd voor kookboeken en min of meer aanverwante publicaties: Cuisiner avec la Châtaigne d'Ardêche, Les Miels, Recettes traditionelles du Limousin, Recettes traditionelles d'Auvergne, Les fables du Pistil, Guide des oiseaux de Haute-Loire, Guide de la flore de Haute-Loire, Trésors d'épices en ook nog Les saisons d'Hélène: 150 ans de cuisine familiale en Ardêche. Een van de muren is geserveerd voor een tot het plafond reikend rek met alcools en kruidenmengsels: du liqueur de Dahu, Verveine Fabriqué selon une tradition familiale, Liq. Verveine Verte, Châtaigne où Myrtille, Sirop pastis de Violette, Le Pissenlit bio, een uit paardenbloemen vervaardigd drankje mis en bouteille à la ferme, Guignolet Bellet, Gentiane de Salers ou d'Auvergne, jus de pomme, des vins, Poire Williams en Crême de Myrtille, Crême de Figues où Crême de Framboise. En er is nog. Koeken, honing, confituur, snoepjes, fromage de Tête à l'ancienne, Cuillettes de l'Ardêche-cuites, linzen (lentilles du pays), des saucissons, du bleu doux de chêvre, nougat, brood, kikkererwten, kookpotten, braadpannen. Voorin, vlak bij de plek waar de Loirebron in het granieten bassin stroomt, is ook nog een tafel met meer cultureel georiënteerde publicaties, Vièrges Romanes bijvoorbeeld, Aquarelles en Ardèche, Trésors de l'Auvergne Roman, Poste restante (over hoe nog tot begin 21ste eeuw post besteld werd in de afgelegen berggebieden) en Histoires et contes du jeudi.

vrijdag 6 september 2013

source

Ik betreed het winkeltje. De bron van de Loire is in het winkeltje. De Mt Gerbier de Jonc, een enorme rotsbult van vulkanische oorsprong, staat naast het winkeltje. Tussen het winkeltje en de vulkanische rotsbult is een wegje met kraampjes waar je onder andere geitenkaas, honing, confituur, streekwijn en sleutelhangers kopen kan. In de streek staat niet één rotsbult die ook maar in de buurt komt van de Mt Gerbier de Jonc, een als een enorme tiet boven het zo al wulpse landschap uittorende rotsformatie. De bron van de Loire is in het winkeltje. Het winkeltje is tot op heden de dichtst bij Mt Gerbier de Jonc gelegen plek waar het eerste spoor, lees bron, van de Loire gevonden werd. De eigenlijke bron, bedenk ik, is in de berg. De uitbaatster, een dame van een jaar of vijftig, heeft geen weet, om het zo te noemen, van historische bronnen. La Ferme de la Loire, zo heet de plek, stond er ongetwijfeld eind negentiende eeuw al. Het gebouw heeft een leien dak. Het bronwater stroomt uit een houten buis in een met leisteen vervaardigd, rechthoekig bassin dat zich in het gebouw vindt. In een van de korte zijden van het bassin zit nog een buis, een van metaal dit keer, waaruit het in het bassin voorradige water in een met een rooster afgedekte afvoer stroomt. Boven het bassin staat volgende mededeling:

HOMMAGE du Sancerrois à la Loire
Reine et Mère de son Vignoble MCMLXVII
"La Sabotée Sancerroise"
"Le Prix Littéraire des Vins de SANCERRE"

Het nabij gelegen restaurant heeft alle kenmerken van late jaren vijftig. Het begin van het toerisme zoals we het ook vandaag nog kennen. Ik stel me een vloed van prentbriefkaarten voor. Inkt.

la chasse aux syllabes (59) Mans

Over de Loire ligt een houten, een uit planken vervaardigde brug. Voorbij de brug gaat het wegje onder een spoorweg door en dan slingert het zich tegen de flanken van een bultige glooiing de hoogte in. Halverwege die flank, op een kilometer of zo van de houten brug, rechts van de weg, daar staat het bord: MANS. Er is een berm en boven die grotendeels met dorre grassen begroeide berm een groen koord dat het hele eind terug tot een heel eind verderop de rand van een graasland afboordt. Aan de wegrand staan essen. Links is een naar de linkeroever van de Loire hellende weide en daarboven, het eigenlijke rivierdal zit deels in deels achter een bomenrij verscholen, zijn de toppen van la rîve droite. Die toppen zijn niet anders dan die van rîve gauche, alleen bevind ik me op rîve gauche en alleen hierdoor zijn er geen toppen, zelfs niet het vermoeden daarvan. Er is een grazige helling, graasland afgeboord met koordje, groen koordje, enige vorm van activiteit - zone d'activité, plaats van hier laat ik nu toch eerst even een scheet, et cetera - dat alles is verweg, of, als het niet helemaal zo verweg zou zijn, niet nu, straks. Een grasvlakte dus, een koordje, en wat verderop, vijftig meter verderop en ook nog rechts van de weg, een crêmekleurige postbus en op die postbus de naam André Allibert. Fermier. Sans doute de eigenaar van de koeien die wat hoger op de helling op het graasland staan.

la chasse aux syllabes (58) Beaux

Daar sta ik dan. Beaux. Geen hond die 't me voorgedaan had kunnen hebben. Ik rij tweeduizend kilometer, rem af, meer dan de auto in de zich als steeds ter rechterzijde bevindende grasberm plaatsen hoef ik niet te doen, ik neem het fototoestel, haal het fototoestel uit de beschermende hoes, stap uit, stap over het asfalt, sta blootsvoets op het asfalt, stap naar het bord toe. Communauté des Communes de Sucs staat er. De bron van de Loire is vlakbij. Ook het dorpje is vlakbij. Huizen aan weerszijden van het baantje. Niet het soort nieuwbouw dat je overal in Frankrijk ziet en van zo'n schandelijk gebrek aan zin voor levenskwaliteit getuigt dat... Dat vul je in. Beaux is een aardig dorpje. De tweevaks verdeelt het in dat stuk ter linker- en het andere stuk ter rechterzijde van het wegje. Onder het bord, BEAUX, dat aan twee donkergroene palen vastzit, is een bloembak. De mededeling ville fleuri lieten ze achterwege, alsof ze doorhadden: tenslotte gaat het alleen om die ene bloembak.
Rechtsop is een zandwegje, steenbrokken, een zigzaggend wegje dalend of stijgend tussen eiken, heggen en weilanden.
Braamstruiken met onrijpe bessen, berkjes en het dorre gras van een zomer die vol boven het landschap staat. Vlak bij is een oorverdovend geluid. Ik kan het geluid niet thuisbrengen. Geen machine. Het is een dierlijk geluid, begrijp ik, en niet van één dier maar van meerdere dieren die als één bende dat oorverdovende geluid voortbrengen. Ganzen.
Links is een kleine, met dor gras begroeide heuvel die bij een van de huizen hoort. Een hond aan een ketting. Een mollige jongedame betreedt het schrale tuintje, torst een emmer, stapt om de hond heen, de hond komt overeind, stapt achter de dikke dame aan tot ie door de ketting om z'n hals de grens van het gebied bereikt. Verder komt ie niet. Beaux.

donderdag 5 september 2013

la ritournelle de Raymonde

A la gare de Bas-en-Basset, là tu me prends, la dame me disait, à la gare de Bas-en-Basset.
Raymonde, elle disait.
Ce n'est pas trop loin, elle me disait, ce n'est pas trop loin à la gare de Bas-en-Basset.

et tendrement la jolie Raymonde
et tendrement elle m'embarassait

A la route vers Bas-en-Basset il y avait une deuxième qui nous en venait, proche de la gare de Bas-en-Basset.
Bas-en-Basset, c'est pas trop loin, c'est pas trop loin, elle me disait.

et tendrement la jolie Raymonde
et tendrement elle m'embarassait

Elle pesait cinq cents kilo, il faut que je l'avoue, cinq cents derrière
plus cinq cents en plus
et Bas-en-Basset et tout ce qu'il fut bien en dessous.

et tendrement la jolie Raymonde
et tendrement elle m'embarassait

Mon pote, il faut que je dis, il faut que j'avoue, cinq cent kilos, c'est pas inderdit.
A la gare de Bas-en-Basset alors je lui portais,
il faut que je dis, comme c'est pas inderdit à la gare du lieu-dit.

et tendrement la jolie Raymonde
et tendrement elle m'embarassait

Longtemps depuis, c'est qu'elle disait, j'ai attendue quelqu'un comme vous.
Quelqu'un comme vous qui me portait, c'est elle qui le dit,
quelqu'un comme vous qui me menait à la gare de Bas-en-Basset.

Eh bien dis donc, je suis crevée. C'est elle qui le dit. A la gare de Bas-en-Basset
personne lui prenait.
Viens avec moi, c'est elle qui le dit. Viens, me rejoins, comme je le veux.

Et la folle Raymonde m'embarassait.
Et la folle Raymonde m'embarassait.

les récits de la Loire (29)

Zuidelijk van Pinay, vlak bij Balbigny, aan een brug over de Loire: struiken, wilgen, braakliggend gebied.
De Loire is transparant, overzichtelijk, ondiep. Over de hele breedte van de stroom is de bodem zichtbaar. Rotsbulten, soms begoeid met grassen en riet, steken boven het wateroppervlak uit.
Op de rechteroever heeft een iemand een vuurtje gestookt. Er is het restant van een kampvuur. De stroom maakt een kabbelend geluid, aan de oever zigzaggen libellen.
Boven de rivier, aan de andere oever, is een maïsveld. Aan de oever staan struiken. Het debiet is dun. Je zou makkelijk naar de overkant kunnen waden.

les récits de la Loire (28) château de la roche

Midden de Loire, op een afstand ruw geschat van 15 kilometer van Lac de Villerest, in de meest noordelijke Gorges de la Loire, wat net ten zuiden van Lac de Villerest begint, in de Michelin op bladzijde 211 (Roanne, in het noorden, is de dichtsbijzijnde agglomeratie, in het zuiden is er ook nog het iets kleinere Montbrison, in het westen Vichy), bevindt zich op het grondgebied van St-Priest-la-Roche, nederzetting in de heuvels boven de meanderende stroom, een kasteel, kasteel is misschien wat hoog gegrepen, het sympathieke Château de la Roche, een speelgoedkasteel, zo ziet het er uit, waarover voor het eerst in 1260 geschreven werd. Het heeft drie torens, één kleine, smalle toren (waar de prinses verbleef), één grotere maar desalniettemin toch niet echt grote toren met venstergaten op het stroomafwaartse verloop van de Loire, en dan nog een toren, ook niet meteen mega-indrukwekkend, met venstergaten die op de Loirebocht uitgeven, stroomopwaarts, waar zich het voor het Château de la Roche grootste gevaar bevindt, het wassen van de stroom. Je ziet zo dat zich hier geen veldslagen voordeden. Het kasteel is te klein om ernstig te nemen. Los van het feit dat het parterre, opgetrokken op een rots die zich midden de Loire bevindt, af en toe tot de kuiten onder water staat en dat dan wellicht niet aan maar op tafel wordt getafeld, is dit ongetwijfeld, met alles wat zich sinds de dertiende eeuw in Frankrijk aan geschiedenis heeft voorgedaan, één van de veiligste plekken geweest. Dat staat ook zo op de Franse versie van wikipedia. Het Château de la Roche heeft alleen met overstromingen te kampen gehad. Dat werd zo erg dat het er in de zeventiende eeuw als een kippenhok begon uit te zien. Begin 20ste eeuw werd het gekocht door een industrieel uit het nabijgelegen Roanne, die het restaureerde in laat-Gothische stijl. Net voor wereldoorlog twee, lees ik, werd het bedreigd door de mogelijke aanleg van le Barrage de Villerest. Het dreigde onder het wateroppervlak van de Loire te verdwijnen. EDF kocht het aan in 1965. De barrage overigens werd pas in 1984 in gebruik genomen. In 1993 verkaste het eigendomsrecht naar het vlak bij gelegen St-Priest-La-Roche. Ze troffen veiligheidsmaatregelen. Er kwam een brug tussen het kasteel en de rechteroever, wat niet wegneemt dat de Loire het parterre nog altijd onder water zet zodra het debiet van de stroom te hevig wordt.
De linkeroever is een beboste rotsbult. Op de rechteroever zit iemand vlak aan de oever naar het kasteel te kijken. De schaduw op het water, van het kasteel, gaat mee stroomafwaarts. Voorbij de bocht, stroomaf, heeft de Loire een mosgroene kleur. Stroomop spiegelt de Loire het wolkenloze blauw.
Een klein, sympathiek kasteel zonder andere herrie dan het vlieten van de stroom.

woensdag 4 september 2013

les récits de la Loire (27) Lac de Villerest

draaibeweging

Een platanus acerifolia, ook wel bekend als de platanus hispanica, zorgt voor schaduw. Spekgladblauwe hemel. Op het gazon dat licht hellend omlaag gaat tot aan een smalle zandstrook, zitten her en der dagjesmensen in de schaduw van een van de vele platanen.
Het strandje, waar de Loire net ten zuiden van Roanne een meer vormt, le Lac de Villerest, is een drukbezochte plek. Er zitten best veel exemplaren van die ondersoort van de homo sapiens die het heerlijk vinden om halfnaakt in het withete zonlicht te braden tot ze er na verloop van tijd voorspelbaar als braadworst uitzien. Le météo had 32° voorspeld. Op een terras in Roanne gaf een ronde thermometer 33°. Noord-Afrikanen controleerden het pleintje.
De rugwaartse travelling brengt twee dames in beeld waarvan één een sluier draagt. Ze bevinden zich aan de rand van het grasperk, vlak bij de parking. De stemmen komen van het strand waar kinderen in het water stoeien. Niet ver van beide dames vandaan is een tafel met zitbanken waarop iemand een blikje frisdrank liet. Halfnaakte mensen stappen over het grasperk. Midden het hellende grasland, in de schaduw onder de platanen, twee personen in een ligzetel. Twee lang opgeschoten tieners stappen over het grasveld, ze volgen de rand van het strandje. In de eerste ligzetel een man. Hij draagt een halfkorte broek en een ruitjeshemd, is blootsvoets en zit ongeïnteresseerd naar het meer te kijken, naar de heuvels misschien of naar de mensen op het strand. In de andere ligzetel een dame die in een boek leest zonder ook maar één enkele keer uit die lectuur op te kijken. Andere mensen liggen in de vlakke zon, meisjes stappen naar het strand, senioren drentelen over het gazon.
De Loire, die hier een langwerpig meer vormt, tussen Villerest in het noorden en St-Maurice-s-Loire in het zuiden, Roanne is vlakbij, in de Michelin op bladzijde 211, bladzijde 213 levert onder andere Lyon, is blauwig, een onduidelijk blauw, geen blauw uit een of andere verftube, het felle zonlicht speelt met het wateroppervlak.
Ter linkerzijde, aan de verre rand van het terrein, staan houten gebouwtjes. Je kan er frisdrank en ijsjes kopen, veronderstel ik. Kinderen rennen over het gazon.
Boven de andere oever staan met bomen en struikgewas begroeide bulten. De oever, daar, aan de overzijde van het meer, staat strak op het water en is tot halverwege de glooiende toppen begroeid met bomen en struiken. Boven het geboomte zijn glooiende grasvlaktes en boven die heuveltoppen strakblauwe hemel.
Hier heeft de Loire niet langer het karakter van een stroom. Er is ook helemaal geen stroming te zien, alleen blauwe schittering en iemand die zich ver in de stroom waagt, een stip in het water.

dinsdag 3 september 2013

la chasse aux syllabes (46) Fours

Tweevaksbaan. Village fleuri staat er. Houten sokkel, bloemperk met goudsbloem en boogvorm in een wikkel van klimop. Tuinen en boomgaarden aan beide zijden van het wegdek. Rechts van de weg een zich reppende dame. De berm is er met grind afgewerkt. Halverwege de afstand oprit/naambord bedenkt zij zich. Ze maakt rechtsomkeert; de vergissing - ze zag de bestuurder van de auto voor iemand anders aan - stremt haar aanvankelijk uitgelaten looppas: ze waggelt, verandert in een pinguïnachtige. Een fietser remt af.

la chasse aux syllabes (45) Thaix

D136. In de Michelin routier bladzijde 175. Het wegje volgt de loop van de Alène die ter hoogte van Cercy-la-Tour in de Aron uitmondt, een rivier die op zijn beurt 20km verderop, westelijk, met de Loire samenvloeit, net voorbij de stadsrand van Decize.
Het bord staat in een landelijk areaal dat door kort geschoren hagen gedomineerd wordt. Er is een brede berm met grassen, een schaduwrijke greppel (tijdstip late namiddag, zon in westelijke hemisfeer) en nog een graasland waar een knoestige stier graast die argwanig naar de zich aan de andere kant van haag/prikkeldraad bevindende indringer staart. Het beest is enorm. Niet alleen klimplanten, ook grassen, braamslierten en brandnetel gingen deel uitmaken van de haag die hierdoor breder oogt dan ze in werkelijkheid is. Achter de haag is dor grasland.

la chasse aux syllabes (42, 44) Tort

(1) Conversation toute petite 2 : mon gps à moi

moi : Excusez moi, Madame...
Elle me regarde.
moi : Le chemin à Tort...?
elle : Tort...?
moi : T, O, R, T. (je le prononce avec) Tort (et sans), Tor.
Je prends le Michelin.
Elle regarde le routier.
elle: Ah... Tort. (wijst linksop) Tu prends le chemin vers Moulins...
moi : Alors, j'avance vers... (gebaar)
elle : Oui. Tu prends le chemin vers Moulins jusqu'au canal et là à gauche.
moi : Moulins. Canal. Gauche.
elle : Oui.
moi : Merci beaucoup, Madame.
elle : Je vous en prie.

(2) Le Réserve de Tort. Wegje. Het bord bevindt zich aan de oprit van een aan beide zijden met sparren beplante landweg. Er is een houten barrière maar geen indicatie dat het verboden zou zijn om het terrein te betreden. Het wegje is overigens ook maar gedeeltelijk afgesloten. Over het wegje, als in een film, komt een dame aanstappen. Bij mijn weten gebeurt dit alleen in films: ze bevrijdt zich van het landhuis, stapt onder de sparren door. Ik heb alle tijd, zij heeft alle tijd en alleen zij beweegt: elle s'approche. Ik maak geen gebaar waaruit had kunnen blijken dat ik wat anders van plan was dan wachten tot ze vlak voor me staat. Alsof ik in een film van Godard beland ben. Eerst is ze jong, ze draagt een bruine pantalon, een hemd, ze is net zo slank als een meisje en uit de manier waarop ze onder de sparren stapt en naar me toekomt, is makkelijk af te leiden dat zij op haar terrein is, ouder wordend tot we ongeveer dezelfde leeftijd hebben.
'Vous habitez içi, Madame,' zeg ik. Daar antwoordt ze niet meteen op. Ze bekijkt me. Ja, hier woont ze, zegt ze na een korte aarzeling. Het huis waar ze woont, het bevindt zich aan het eind van de met sparren beplante landweg, wat me later pas opvalt, is een oud landhuis, aan de buitenzijde afgewerkt met een donkere kalk- of cementlaag. Ze weet niet hoe het komt dat aan de rand van de weg twee keer Réserve de Tort staat. De aanduiding staat links en rechts van de met sparren beplante landweg. Tort, verduidelijkt ze, zou eventueel aarde kunnen betekenen, een verbastering van terre. Verderop is ook nog het Domaine de Tort en nog wat verderop Tort. Hier, in de nabije omgeving van de plek waar ze woont, komt het woord Tort drie keer voor, zegt ze. Ik vertel haar over het project, la chasse aux syllabes, dat ik de oevers van de Loire volg van monding naar bron en door een combinatie van beide factoren in Tort beland ben, zonder gps. Wat dit soort machines me hadden kunnen vertellen: zelf hoef ik niets te weten. 'Ta maison roulante...,' zegt ze. We kijken naar de auto. Boven de sparren is een strakblauwe hemel. Ik vraag haar hoe ze heet. Ze bekijkt me, aarzelt. Caroline, zegt ze. Hoe ik heet, vraagt ze niet.
'Bonne soirée,' zeg ik. 'Une belle vie à vous,' zegt ze.
Langzaam stapt ze onder de sparren door.

(3) Tort is 3 kilometer verderop, aan een T-sprong, het wegje gaat naar het Château Gaillard. Tort zelf is niet veel meer dan die T-sprong. Blaffende honden, een haan kraait, boven het terrein staat een woeste zon.

les récits de la Loire (23) Nevers

BAIGNADE INTERDITE.
Baignade pas seulement interdite,
baignade impossible.

Hier, in Nevers, ik bevind me op de linkeroever, heeft de brug over de Loire veertien brugbogen.
De activiteit van de Loire is beperkt tot twee van die brugbogen, vlak bij de andere oever waarboven de stadskern uitrijst, massief.
Vanaf de linkeroever, links van de brug over de Loire, biedt Nevers exact de skyline die 10 kilometer ten noorden van het stadje op een bord rechts van de weg is aangebracht: het oude, klassieke Nevers, met dat verschil dat de toren van de kathedraal in de steigers staat en hierdoor dezelfde vorm heeft als de woonblokken die zich aan de rand van de stadskern bevinden.
Onder de zuidelijke boogbruggen is geen stroming. Op de bultige zandbanken is een wirwar van sporen.

maandag 2 september 2013

La chasse aux syllabes (35) Gien

'Papa...! papa...!' Aan de hoek van Rue de Bourges en Rue des Soupirs kwam een auto tot stilstand. Het naambord staat in een kooi van bloemen, tweehonderd meter van de brug over de Loire vandaan. Een vrouw en twee kinderen stappen naar de auto. Witheet zonlicht.

la chasse aux syllabes (34) Les Ners

Het wegje gaat door een eikenbos over een afstand van plusminus vijf kilometer tot aan een open plek in het bos waar zich een herenhoeve bevindt. In het gebied achter de hoeve is het jachtseizoen geopend. Geweersalvo's rollen door het bos. Rechts van het wegje, onder een gewelf van eiken en sparren, is de poort van een villa, Les Ners, een villa met stijlkenmerken die midden 19de eeuw bedoelen. Het is een stille plek. Op wat geweerschoten na in niet eens zo ongebruikelijke verte is er helemaal niemand. Ik parkeer de auto links van de weg, stap tot vlak bij de poort. Er is een oprijlaan met een tunnel van blauw- of goudregen. De muren van de villa hebben een zalmroze teint. Eiken en sparren steken boven het domein uit, koolwitjes dansen in de grasberm.

zondag 1 september 2013

conversation toute petite

location: Auberge du Château à Fougères-sur-Bièvre (en buvant le premier grand café crême qui est vraiment grand)
question : Est-ce-que à votre connaissance, Madame, c'est içi la vallée de la Loire?
réponse : Non, Monsieur. Ici c'est le Centre.
question : Alors, pour vous, içi, Fougères-sur-Bièvre, c'est pas la vallée de la Loire.
réponse : La Loire, c'est Blois. Içi c'est le Centre.
confession : Vous savez, Madame, les gens du Nord, ça toujours passe la Loire. (elle regarde l'autre attentivement et, plus précisement, en souriante) Moi, je viens de La Baule, bouche de la Loire, et je vais jusqu'au source.
question : Vous montez, Monsieur, ou vous descendez?
réponse : Je descend, Madame. Jusqu'au source.
conclusion : C'est un région très beau, Monsieur.

la chasse aux syllabes (30) Bou

Et voilà. Içi. C'est içi au coin de la Rue Meulon, içi, en effet, que se trouve le signe qui dit BOU. Des sapins d'escargot, une cimetière, ciel blue, soleil brûlant. Een platgedrukt MacDonalds bekertje en een blauwe V op het asfalt. Gras, des papillons en délire. Sous le mur, dans l'ombre, un odeur de sapin. Een roeste camionette de l'époque Tati; aan het stuur iemand met een beleefd, keurig verzorgd snorretje. Chécy is op iets meer dan 2 kilometer. Kinderstemmen.

la chasse aux syllabes (20) Les Gats

Les Gats is een plek, ik weet niet of je het een gehucht noemen kan, net voorbij Amboise. Amboise is rîve gauche, Les Gats rîve droite en op de grens van het terroir Touraine Amboise, 10 km van Amboise vandaan en 6 kilometer van de Loire verwijderd. Het naambord staat midden een brede grasberm in een licht heuvelend, agrarisch landschap. In Amboise hebben ze op zondag markt en dat blijkt ook uit de verkeerscirculatie ter hoogte van het naambord. Op een veld dat tot voorbij de lichte glooiing reikt, is een tractor bezig. Er is een geur van gemaaid gras, een geur die ik om een of andere reden als bijzonder aangenaam ervaar, misschien, bedenk ik nu, omdat het een geur is die aan volop zomer vastzit. Het gemaaide gras is nog niet weggehaald. Links van de tweevaksbaan van Château-Renault naar Amboise, Amboise aan de zuidelijke oever van de Loire, is nog een weg, alleen voor aanbelanden. Een van die aanbelanden, hij woont in een met sparren en struiken van de weg afgesloten villa, huisnummer 149, is Jean Mary Defeings: T.t.A. Terrassements et Travaux Agricoles. Dat noteer ik. Sparren, hagen, struiken, zandbulten waarop onkruid woekert. Een vlieg komt heel even op de binnenzijde van het portiek zitten. Ik stap over de grasberm, dwars de tweevaksbaan, boven het landschap is een felle zon, stap naar het naambord dat zich aan de andere zijde van het wegdek bevindt. Aan de stengel van het bord is een papier bevestigd, met een wit koordje: Elodie & Jérome, 1er Juin 2013.
En dan is er ook nog de identiteit van het bord: SES 69 D117/91. Aan dit bord hebben Elodie en Jérome, of iemand uit hun familie- of kennissenkring, de mededeling bevestigd dat ze op 1 juni 2013 in het huwelijk treden. Over de hele afstand van de berm steken schermbloemigen boven het gemaaide gras uit.

les récits de la Loire (18) Muides-sur-Loire

Een baadster. Zonder haar jurk uit te trekken, een witte jurk met een motief van zwarte, somptueuze bloemen (als behangpapier), stapt ze in de Loire. Een ogenblik later klimt ze op de oever, stapt om een struikje heen, bukt zich en is heel even met iets bezig. In de Loire staat een man. Hij staat vlak bij de oever. Dit keer heeft ze het fototoestel bij. Ze stapt in de Loire en zo staan ze dit keer naast elkaar, beiden met hun rug naar de vlietende stroom. Hij fotografeert iets. Ze bukken zich, bestuderen de oever. Bedachtzaam stroomt de Loire achter hun ruggen door. Hier, in Muides-sur-Loire, is de stroom al wat minder breed dan in Blois, minder breed dan in Tours waar de bruggen over de Loire elf bogen hebben. De hotelier van Hotel du Petit Lussault herinnerde zich dat het in Tours was. In Tours is op een dag, dertig jaar geleden, een van de bruggen ingestort, die brug waar ze nu een tramway hebben.
Midden in de stroom is een eilandje en daar, vlak bij het eilandje, in een schittering van wit en fel zonlicht, drijven zwanen. Bomen en struiken - sinds Nantes in hoofdzaak wilg en populier, aangevuld met es en berk - boorden de oevers af.
Rechtsop is een deels uit beton, deels uit metaal vervaardigde brug. De rondbogen bevinden zich boven op de brug.
Un enfant dit: Encourage moi, maman. J'ai dit, il faut m'encourager. Er is een speeltuin, schommels, glijbanen, en wat verderop, stroomafwaarts, een camping dit La Bellevue.
De banktafel waaraan ik zit, staat onder een populier, wat niet voor schaduw zorgt; de schaduw valt schuin over het gras achter me. Een tak drijft half in half op het water. Op de brug is een beweging van auto's en fietsers en een kinderstem, luidkeels. Lijsterbessen staan boven het speelveld. Verderop, aan de hoge wegrand, is een voetbalveldje en aan de rand daarvan, boven de dugout, treurwilgen.
De Loire staat glad als een spiegel en reflecteert het withete zonlicht. In het blauwe uitspansel dunne, draderige wolkensluiers.
De baadster ging op de oever zitten en kijkt naar het vlietende water, en misschien ook het eilandje, ze kijkt die kant op, en de zwanen in een schittering van tegenlicht. Aan de voet van de brug is nog een dame. Zij draagt een felroze blouse en is met een hengel bezig, die ze uiteen haalt. Wat later verdwijnt de hengel in de kofferbak van een auto. En dan is er nog een dame. De partner, die een eindje van haar vandaan over de met gras en kruiden begroeide oever stapt, kijkt door een witomrande zonnebril. Er is een hond. Zij heeft boomtakken geplukt. Met die boomtakken stappen ze over een zanderige strook in de richting van camping La Bellevue. Er komt een auto langszij. Wat gaat ze met die takken doen?
In de trage stroom, vlak onder het wateroppervlak, is een beweging van heen en weer schuivende watermassa's.
Een meisje, de dochter van de dame die met haar jurk aan in het water stapte, trekt haar bovenkleding uit, stapt in het water, het is er ondiep, waar zij staat reikt het water hooguit tot de kuiten. De felle schittering op het water plaatst alles in tegenlicht.
Een meeuw zwenkt over de stroom, daar waar op een van de vele eilandjes - kennelijk op bijna zeven kilometer van de brug verwijderd, wat uit de gegevens in de routier van Michelin af te leiden is - een kerncentrale staat. SPLEEN, staat er, in een wolk, op een van de betonnen zuilen die de brug torst. Over het water trillende reflecties van witheet zonlicht.

les récits de la Loire / la Marine

Hôtelerie le Charme au coin Patache, Combleux. De keet staat in de streek van Orléans vooral bekend als La Marine. Richtingswijzers duiden de plek aan: La Marine. Un petit table sous les tilleuls aan een Loirebocht, slank middagblauw, in de sluis het heldere geluid van een klaterend stroompje. Dikke schaduwen: op het geplaveide terras onder de bomen. Onder, want withete middagzon boven: boven de kademuur, boven het majestuoso van de Loirebocht, boven de Loire stroomafwaarts, boven het dorpje aan de horizon, boven de roeste sluispoort, boven de lindenbomen aan het terras van La Marine. Zo staat het op de gevel van het oude 18deeuwse gebouw, in bruine, half vergane hoofdletters: RESTAURANT LA MARINE. Over het tafellinnen lichtere schaduw, net zo duidelijk een object als het object dat voor die schaduw zorgt. Op de kleine, witte tafel vlak bij de sluis staat het kopje koffie nog, waar de Loire onder het withete zonlicht schuift.
Table neuf, écriture double. Een geroezemoes van stemmen net als op die bladzijde van Marguerite Duras, spaties tussen de tafels aan het water, gaten in de dikke schaduw onder de linden. Een jonge vrouw fietst naar het bruggenhoofd aan het water, een ronde deels met grassen begroeide kademuur waar de brede bocht van de Loire in z'n geheel te zien is, stroomafwaarts: richting Orléans schuivend, stroomopwaarts en nog een heel eind weg: la Haute Loire. Het meest noordelijke punt van de Loire is vlakbij. Aan de in- en uitvalswegen staan richtingswijzers die aangeven dat Parijs niet zo ver weg is. Het wateroppervlak is net als op de schilderijen die Corot in Rome maakte, The Basilica of Constantine bijvoorbeeld, en de massieve vorm van de oever - boomkruinen met slagschaduw identiek aan die van de watervallen van Terni - etherisch uitgerokken in de stroom.
Aan de overkant van de smalle sluis geeft een oudmodisch bord aan dat de Pont aux moines 5,5km linksop is, er is een kanaal, min of meer parallel aan de Loire, en de Loire rechtsop, vlakbij. Duras: l'extrême beauté d'un jour d'été. Elementair: gewoon zo'n dag.
Aan weerszijden van de sluis is een roeste balustrade, laag, je zou er eerder over struikelen dan dat je moeite te doen zou hebben om er overheen te stappen. De ronde, arduinen sokkels hebben een laag korstmos en kerven en gaten duiden op gebeurtenissen van een vorige eeuw (vechtpartij, woordenwisseling, kogelinslag) en op het crêmekleurige plaveisel onder de bomen zijn spatten zonlicht in de dikke schaduw. Schroeiharde middagzon.
Het restaurant heeft ooit een BAR TABAC gehad, een aanduiding die op de gevel bleef in meniebruine letters. De geschiedenis van de plek gaat terug tot de zeventiende eeuw, verneem ik, toen het canal de Briard gegraven werd omdat de Loire zelf te onbetrouwbaar bleek, en zo een doorgang naar het meer noordelijk gelegen Parijs. Aan de Loirebocht, au coin Panache, onstond een centre de commerce, een transitplek van en naar Parijs. Het restaurant dateert uit die tijd.