zaterdag 31 december 2011

oudejaar

De kerstballen hebben een kleur van goud. Hoeveel het er zijn tel ik niet. Ik zit aan tafel met een vakbondsman uit Rotterdam en een schipper uit Venlo. Jorien, de dame die bij de vakbondsman hoort, geeft tekenles aan dames en heren van middelbare leeftijd. In Nederland is dat ongebruikelijk. Kunst is er verboden. Jaak is schipper, ooit heeft hij zelf een aak gehad, nu vaart hij in loondienst. Honderdtwintig vrachtwagens, dat is wat in zo'n aak kan. Hij kijkt naar de landschappen, dat is wat hij doet als hij aan het stuurwiel van de aak staat. Het was Lieke, die met Jaak is, die me aangesproken had. Eerst hadden zij en Jaak op de stoep staan roken. In Tiel kennen ze zo'n attractie niet, zei ze. Ze hadden er vergeefs naar een kroeg gezocht waar niet gerookt werd. Toen was ze een pin kwijt geraakt. Ze stond om zich heen te kijken tot ze tot de conclusie kwam dat de pin in haar oorlel stak. Later kwam Jaak naar me toe. Kom er bij zitten, zei hij.
Later, nadat een groepje aan de waterkant met het vuurwerk begonnen was, zei Jorien dat ik niet Jaak maar Sjaak zeggen moest. Over de daken van het nabijgelegen woongebied dreef een brandende ballon.
We hadden het over Snijders gehad, Snijders kenden ze niet, ik begon uit te leggen wie Snijders is, dat hij varkens heeft en schrijft. Jorien zei dat zij en Rik een bed & breakfast deden, in het centrum van Rotterdam in een buurt met 70% allochtonen en dat ze vooral in de voorsteden op Wilders stemmen, een middenklasse van burgerluitjes, dat is het type, ze hebben een villa, het plantsoen is glad geschoren.
Lieke wou dansen. Ze was eerder in Gent geweest, wist dat je alleen in de Vooruit binnen kon als je een ticket had en die tickets waren uitverkocht. Jorien herinnerde zich dat het zilverwerk, toen ze op de Leie voeren, in drie dagen tijd zwart stond. Haar ouders hadden een schip, ze voeren vaak over de Leie. Er was geen rivier die vuiler was, drie dagen en het zwart stond tot het zilverwerk.

vrijdag 30 december 2011

dagoverzicht

Het begint met een tekstballon. Dan een willekeurig fragment uit Belle du Jour van Edmond Jabès (Poésies complètes 1943-1988, p.147; Gallimard 2001):

Déjà
la ville-caméléon et son immense queue d'allumettes
entre les doigts jaunis des fumeurs Het pakje met BLENDED CIGARETTE TOBACCO, zo staat het op het pakje,
BLENDED CIGARETTE TOBACCO
in blauwe letters, donkerblauwe letters, blauwe donkerblauwe hoofdletters
en dan een grote, bolronde e: e
la revenente, mot de caractère féminine S(ch)rijven aan het verslag van de algemene ledenvergadering. Sjoerd bellen.
Hij gaat boodschappen doen, verneem ik. Een vis kopen en een flesje Eau de Chine. Sjoerd, zeg ik, ik ben de papieren thuis vergeten.

Lundi quoi: The girl is new, Ludwig hangt nog altijd exact op de plek waar hij/het 30 jaar geleden terechtkwam, ik bestel een Ricard en dan was er ook nog een discussie over het baldakijn. Iemand zei dat het verdwenen was.

De fiets van Sjoerd gaat in de auto, we rijden naar de Knokkestraat. Sjoerd zet z'n poot onder de ontslagbrief, drie exemplaren, en dan: vis kopen, flesje Eau de Chine.
Ik steek één exemplaar binnen bij HDP, neem wat tijd voor een bord witloofsoep, rij naar het woonerf. Het regent. Later de benen van een meisje, ze fietst, ze zijn naakt, rode sokken, een naaldhak, ze fietst voor het vriendje uit, hij lijkt moeite te ondervinden om de blote benen bij te benen en even later fietsen ze toch weer naast elkaar, eerst hij eerst, dan zij. Ik kom van het Stapelplein waar exemplaar drie aangetekend de deur uitging. Thuis ga ik eerst aan de laptop zitten, later lees ik twee bladzijden in Mijn Vlaamse Jaren van Jeroen Brouwers.

Dinsdag. Na de algemene ledenvergadering met Ann en Kristel in Studio Skoop, exact aan dat tafeltje in een nis, wat ze toen aan een verbouwing te danken hadden, waar het met Kristel begon. Kristel herinnert zich dat het hier begon. Ze strijkt het parelmoer van Chanel over de vingertoppen van m'n rechterhand. Zo moet je het doen, zegt ze: een tik van de huid vandaan. Zelf gebruikt ze geen nagellak, hoogstens als ze er om een of andere reden toch zin in heeft. En het is ook zo logisch allemaal dat net zij me uitlegt hoe het moet.

Het dagbladverschijnsel biedt een jaaroverzicht. De meest idiote opmerking, de stomste woordspeling, lui die in de Schelde sprongen, het autisme van de Vlaamse zaak, hier en daar wat doden, een crisis in solden en de heropleving van het woord neger.

zaterdag 24 december 2011

dallas

De man van Dallas. Hij heeft er de kloteboel van gemaakt. Dat je als kunstenaar niet eens zeggen kan dat het jouw werk is; dat heeft hij gemaakt. Tja. Hij heeft het gemaakt. Als kunstenaar moet je op je tellen passen. Alleen als de man van Dallas vindt dat hij het zelf gemaakt had willen zien, krijg je toegang tot de kloteboel. Knorrende zwijnen en stront en een crew om het schijthok uit te mesten, weinig meer hoor je je er niet bij voor te stellen.

kerstmis

Wat gaan we met kerstmis doen? De kalkoen neuken, dat gaan we met kerstmis doen.

vrijdag 23 december 2011

fijn

Een finissage met meer bezoekers dan drie weken bezoekersaantallen. Het bier schuimt en er is popcorn.
Robin en Yuji leven zich uit op het gastenboek.

dinsdag 20 december 2011

zo zo

Obsceniteit is een deugd. Je kan niet obscener zijn dan bankiers die zich als herfstcadeau met miljarden verrijken.
Alles goed? Hoe obsceen wil je het hebben. Hoogstens zo en zo. Bij alles goed stel ik me een notelaar voor die tussen Luik en Aachen midden het asfalt van de autosnelweg staat. De mens is uitgestorven en van het laatste exemplaar is geen kopie.

zondag 11 december 2011

makreel

In het kippenren trof hij op een dag een papier aan, zegt Raf. Elke dag ging hij kijken hoe de kippen het maakten. Het papier was dubbel gevouwen, er zat een makreel in.
'Een makreel.'
Ja, een makreel.
Hij ging er elke dag een kijkje nemen, twee drie kippen, meer kippen hadden ze niet. Die dag trof hij er een makreel in een papier dat dubbel gevouwen om de makreel zat.
'Een makreel.'
Ja, een makreel.
'Iemand had een makreel...'
Ja, een makreel.
Odette, je moeder. Ze had me niet thuis gevonden en gaf de makreel aan de kiekens. Sindsdien ben ik verzot op makreel.

zaterdag 10 december

'I was surprised'
'toen ik vrijdagnacht'

Aan het park sta ik in een file. File. Dat is gebruikelijk. Het is het juiste woord. Aan het park sta ik altijd in een file. Dat is als ik naar bioplanet rij bijvoorbeeld, ik geef een voorbeeld, meer dan een voorbeeld is het niet, en daarna weer de ring op kom, met de auto, ik ga linksaf, kijk boos om naar de blondine die aan het stuur van een 4x4 zit, Henin godverdomme, de griet lijkt er nog op ook, en dan, vijf minuten later, aan het park, sta ik in een file. Aan het park sta ik altijd in een file. Vandaag had ik geen fototoestel bij. Ik heb een oplossing bedacht. Telkens ik in een file sta, ga ik foto's maken. Markus zei dat hij het ook deed. Het is begonnen toen ik op Brussel reed. Aan kruispunten zouden ze sterren kunnen toekennen: een vier-, een driesterrenkruispunt, eentje zonder. Dat aan het park is er eentje met vier sterren. Ik ken elke hoek van het kruispunt. De file staat vaak tot aan de kazerne. Tijdens de avondspits kan je beter omrijden maar ook daar heeft de overheid iets op bedacht: als je gaat omrijden kom je weer in een file en als daar geen files zijn, maken ze er nog een kruispunt zodat je toch weer door een stoplicht tot staan wordt gebracht. Het scheelt niet veel of aan elke straathoek hebben ze een stoplicht. Dus telkens ik in een file sta of voor een stoplicht, ga ik foto's maken. Er zit geen broodwinning in. Ook vandaag dus. File. Ik zit achterin de file, het lukt nog net om de auto mee te zuigen voorbij een zebrapad dat aan de rand van het park begint, waarna ik, ongeveer op hetzelfde moment, de stemmen hoor van een troep voetgangers die het zebrapad nemen, ze stappen achter de auto door,
'I was surprised' zegt een van de stemmen
'toen ik vrijdagnacht', zegt een ander.

vrijdag 9 december 2011

vrijdag 9 december

Wat zei Sofie ook weer. Dat ze in croxhapox geweest was. Hebben we elkaar al niet eens ontmoet, zei ik. Ze stond te gsm'en. Ja, één keer, zei ze. Later zou Nele zeggen dat ze als kleuter ook blond geweest was en dat ook haar jongste dochter blond haar heeft. Wat veel mensen vreemd vinden, zei ze. Die eerste keer, dat is wat Sofie zich herinnert, zat ze aan het HISK en toen is ze naar het project van Michiel Albers gekomen. Ja, Michiel Albers, ik zeg het glunderend, want zo herinner ik me Wouter en Michiel van de firma Albers & Westendorp, Hollandse jongens met glunderende koppen, zelfs toen ze na zeven dagen in het meurhok tot een lichaamsgeur gekomen waren die zo inwisselbaar was dat ze geen van beiden wisten wie het hardst stonk. Herinner je je nog hoe hij in de ruimte stond, zei ik. Ja, Sofie herinnerde zich hoe Albers daar in die ruimte staat. Kroop, zat, lag, stond, liep. En dat hij toen naar Chili vloog en daar voor een of ander kunstenfestival gedurende minstens een uur of drie in een kuil ging liggen. Of iets in die trant. En toen, na het HISK, heeft ze eerst een tijd in Nederland gewoond. Ik herhaal het met een onbestemde beklemtoning: in Nederland..., Albers en Wespendorp zijn er bij komen staan. Sofie zei het op die achteloze manier alsof ze van Albers alles wist. En daarna, zei ze, heb ik een tijdje in Brussel gewoond. En sinds vandaag heeft ze weer de Gentse nationaliteit. Ze komt van de Administratieve Hogeschool aan het Zuid. Ja, zei ze, dat is vandaag gebeurd. Freya was sinds een uur of elf in haar zaalhelft bezig geweest. Alle foto's met dubbelzijdige tape. De berg Ararat deed ze als laatste. Over de familie die ze gefotografeerd had, zei ik dat Mery best wel een groot gedacht van het tekentalent van haar dochter had. In Jerevan, zei ze, we zaten aan het barmeubel, Sofie had net gezegd dat je aan de wenkbrauwen kan zien of iemand echt blond is, kijken ze de hele tijd door tegen die berg aan. Ararat is vijf kilometer hoog. In de streek is het de enige ophoping van die omvang. We dronken koffie en thee. Jeroen en Martien waren er bij komen zitten.

woensdag 7 december 2011

rood


De flessen staan op een plankje, hoog tegen de muur aan, waar Olaf er makkelijk bij kan telkens dat nodig is, rare J&B, met een rode schroefdop, een fles Ricard, de Ricard heeft een bruinrode gloed, en een fles Passoa met drie palmen op het etiket en onderaan het etiket in rode letters PASSION FRUITS. Dan is er ook nog een fles Havana Club en een volle fles Martini, vlak boven de plek waar een dozijn worstjes hangen, varkensworst, en een mosterdflacon met rood deksel dat, zoals tegenwoordig gebruikelijk is, ondersteboven op het plankje staat, vlak voor een voorraad koffie en thee, beide in rode verpakking.
Er is het dopje van een viltstift. Met die viltstift schreef iemand SNERTESOEP 2,5 euro op een a4tje dat hoog vooraan de toog kwam te hangen, waar ter verduidelijking erwten & gerookt spek aan toegevoegd werd, in een andere kleur en met haakjes: (erwten & gerookt spek). Op nog zo'n a4tje staat

met brood
HUTSEPOT

waar twee krullen en een rood bloempje bijhoren. Het rode bloempje, waarvan de bloemblaadjes blauwe randen hebben, is zoals tienermeisjes het zouden doen als ze een brief schrijven in een roestwolk van woorden die bij het openen van de brief al zo dun geworden is dat alleen de toegevoegde krullen en siersels een duidelijke contour hebben. Linksop, het andere eind, is een dienblad waarop, als ik het goed heb, vier flesjes tabasco op onderscheiding wachten, met het gebruikelijke scherprode schroefdopje. Hier is een handdoek, eentje zoals bij Bonnard, en geen dame in een rode jurk, misschien is ze niet eens blond, maar een al wat oudere man met sik, die zich uit die zich eindeloos herhalende scene van Torn Curtain terug getrokken heeft en over een boek gebogen zit. Ja, zo is het, ik zie het duidelijk voor me. Hij is aan de ronde tafel gaan zitten, waar hij meestal zit, en leest in een volume dat, wat uit het volume af te leiden is, minstens een thriller is. Thuis heeft hij niemand. Er zijn wat toestellen en als hij daar op uitgekeken is, komt hij aan de ronde tafel zitten. Iets van Neil Young zou hij zelf helemaal nooit opgelegd hebben. Iemand vertelde me dat ze net om die reden van radio hield.
Halverwege de gelagzaal, onder een rekje met bolle glazen, hangt een komma, een dikke krul, ,, hoog boven het rode oog van de koffiemachine, en dan zijn er natuurlijk ook nog de bloempotten op het raamkozijn, op elk raamkozijn meerdere, de volle gordijnen en twee brandblusapparaten, zo ver uiteen dat ik een hoek van 180° maken moet om vast te stellen dat het er inderdaad twee zijn. En dan zie ik natuurlijk ook de rode papegaai en het beugelsnoer en het karton in Belgische driekleur.

toneel

Op de site van De Standaard laat iemand in een lezersrubriek volgende commentaar: 'Dat de Waalse ministers de eed in het Nederlands en het Frans afleggen, heeeeerrrrrrlijk, wat een toneel.'
De state of mind van het vlaamsnationalisme laat geen andere contour toe dan het eigen hersenvet. Dat is begrijpelijk. Hersenvet is hersenvet.

zondag 4 december 2011

weekendalfabet

gladprater Het woord van een vorige seconde: gladprater.
grap Wij hebben grappige doden in de familie, vertelt iemand. Iemand is in een kanaal verdronken, aan vaderskant, en aan moederskant is een dame aan syphilis gestorven. De persoon waaraan ze dat te danken had, is in de Bastille geëindigd nadat hij in Parijs een hoertje vermoord had. Een ander had zich tijdens de oorlog verdienstelijk gemaakt door de spoorwegen die hij tijdens de bezetting aan te leggen had 's nachts weer weg te halen. Onze familietak ontsproot aan het buitenechtelijke kind. Hij stierf op 96jarige leeftijd aan een koekje, het kind, dat hij bij leven en welzijn nooit als echtelijk kind erkennen zou, na het oppeuzelen van een blikje sardienen. Ook is er iemand die onthoofd werd. Hij had in het verzet gestreden, kwam in Wolfenbuttel terecht. In de familie is hij overigens niet de enige die het zonder hoofd stellen moet.
iemand Iemand zegt: Die Mark De Vos is uiterst liberaal. 't Is een gruwel van een vent. 't Is een gruwel van een vent.
Zegt de ander: He, dat schrijf ik op.
En hij zegt het nog eens: 't Is een gruwel van een vent.
Iemand zegt: Gent is a state of mind. Imaginatieve stad, stad die de verbeelding prikkelt.
Karz, Thomas Karz en Denek hebben elkaar in Bratislava ontmoet aan de Donau, op de linkeroever, vlakbij het water. Denek was er foto's aan het nemen, niet van de Donau maar van het asfalt en de verkeerscirculatie vlakbij de stoeprand. Karz, die eerst op de andere oever wat notities had zitten maken, waarbij hij eerst gedurende vijftien minuten alleen schreef over wat een rode kleur had, later gedurende nog eens vijftien minuten alleen over wat een blauwe kleur had, waarna hij via een van de bruggen over de Donau naar het stadscentrum wandelde en Denek, die hij niet herkende, aansprak, zou een dag later naar Wenen rijden. Een jaar eerder hadden ze in het Londense Tate samen voor een werk van Douglas Gordon gestaan, wat geen van beiden zich wist te herinneren.
mefo De MEFO wisselmunt, een uitvinding van Hjalmar Schacht. Willy heeft het over Duitsland begin jaren dertig, het is volop crisis. Hjalmar Schacht bedenkt de wisselmunt, een munteenheid die de Duitsers later, na de crisis, voor echt geld kunnen inwisselen. Dat zou een enorm succes geweest zijn. Ik baseer me op wat Willy hierover te zeggen had.
museum Handleiding voor museumbezoek.
(a) Met de ogen dicht tot je tegen een van de suppoosten aanbotst.
(b) Zonder handleiding door het museum stappen en alleen die dingen die je wat doen wat meer aandachtig bekijken.
(c) In de bookshop rondhangen, je wat kaartjes aanschaffen en Logique du Sens van Gilles Deleuze. In de cafetaria ga je voor de baksteensoep en een broodje met hersensalade. Na verloop van tijd ga je alleen nog naar rode dingen kijken.
(d) In de zaal met Rubens ga je in foetushouding voor een van de werken liggen.
oei Oei, zei Kyoko.
opening De openingsuren. Cristina Amelia doet zondag. Ze heeft een kalme dag. Vorige week hadden we op zondag 53 streepjes, vandaag, zondag, een stuk minder.
palace Cine Palace werkt niet echt, merkt Thomas Poets op, er is geen publiek in Kortrijk.
rechtspraak Herinner je je die kerel die een taart of een pizza uit een container gestolen had. Die is veroordeeld. Zes maanden voorwaardelijk. De bankiers, die miljarden miljarden stelen, zij lopen vrij rond.
Rifkin, Jeremy Background vocals.
varkensvet Dat er varkensvet in een export zit. Zegt Willy Dee. In de additoren.
Willy Everyone named Willy needs to pay an extra of 50 shilling.
zone Emotionele zones, (1) een kustlijn.

woensdag 30 november 2011

rood

Het rood gaat gedecideerd over de glimmende randen van het zitmeubilair. Over tal van aanpalende vlakken gaat het, vlakken waarvan er enkele, het tafelblad bijvoorbeeld, ook zelf een rode kleur hebben.
Ze zitten onder het rode gordijn, onder het rode neonlicht, aan de rode tafel. Zij, een dame van een jaar of dertig, ze draagt een felrode trui, hij heeft een lik van het neonlicht, dat zich zo goed als vlak boven hen bevindt, over de kalende schedel. Over het voorhoofd, het neusbeen, de handpalmen, de vlezige wangen, ook de sanseveria deelt in de rode gloed van het neonlicht, de oorschelpen van de dame, tal van belendende vlakken, een oorlel, het bestek, terwijl het torso, ze is welgemutst, levendig, vrolijk, met een fijne, soepele ritmiek heen en weer gaat op een song van dEUS, iets uit de meest recente van dEUS, en heel even, alsof ze in geen tijd van tafel opstond, zich opeens in een bijna lege balzaal bevindt, Phil stapt naar het krijtbord, danst het torso, gondola aangesproken door plotse zilte windvlaag, een plotse zilte windvlaag die z'n frisse geur over de lagune jaagt.

dinsdag 29 november 2011

dinsdag 29 november

Francesca zat in Marokko. Slechtste reiservaring ooit, zegt ze. Ze waren aan de noordkust in een vissersdorpje gestrand. De reisgezel lag doodziek op bed. Naar verluidt, wat later bleek, had hij een of andere rottigheid gegeten.
Ze zat in het kamertje. Als ze zich dan op straat waagde, in haar eentje, in dat vissersdorp, waar alleen Marokkanen rondliepen, werd ze uitgescholden, ze riepen dat ze een hoer was, of ze werd lastig gevallen. Zat ze met haar zieke metgezel in de auto, dan werd ze voor een Marokkaanse gehouden en kreeg ze te horen dat ze niet met een westerling aanpappen moest.

vrijdag 25 november

Male fishes change into female because of the plastic. The plastic contains poison. We hadden naar The Island zitten kijken, een film van Oliver Kunkel, nadat we bij Doubrawa geweest waren die in Essere, vlakbij de plek waar hij z'n studio heeft, in Ehrenfeld, de aardappelsoep bestelde. Absolutely delicious, zei hij. Cristina Amelia wist weinig aan te vangen met de menukaart, die van elk gerecht alleen de Duitse versie bood. Omdat ik me bij aardappelsoep, we waren tenslotte in Duitsland, aardappelen voorstelde, brokken en hompen dik als stierenkloten, een beetje als een waterzooi maar met aardappelen, we waren tenslotte in Duitsland, en aardappelen, kwartjes aardappel die, zo stelde ik me voor, in een met ui, knoflook en prei op smaak gebrachte drab zouden drijven, zoiets, vroeg ik Doubrawa wat voor soep het was. Of het om een zooi ging, vroeg ik, waarin aardappelen dreven. De dienster, een jonge blondine, leek het vermakelijk te vinden dat ik een rokje en zwarte collants aan had, ook in Keulen weten ze wat dat betekent, het was Oliver, later, die opmerkte dat ze net in Keulen een fel gesmaakte gay parade hebben, in het katholieke Keulen, dat het er dondert, ook dat wisten we, en later dat het meisje dat de tafels in Essere doet haar borsten in een bruine verpakking had, wat ze om een of andere reden ook zelf belangrijk leek te vinden. Doubrawa leek het niet op te merken. Toegewijd aan het voornemen dat hij aardappelsoep geserveerd wou krijgen, zat hij naar het tafelblad te kijken. De aardappelsoep is glad, zei hij, romig, er drijven geen brokken in. Ok, dus er dreven geen brokken in. Cristina Amelia de spaghetti, iets met vis en groenten. Met tegenzin bekeek ik de barse varkenslapjes die ik geserveerd kreeg. Twee uur later zaten we in het atelier van Oliver Kunkel.
The plastic contains poison, zei Kunkel. Op het raamkozijn had hij een project met slakken. Intersexualiteit, dat is het toekomstperspectief, zei hij. Male fish change into female, evolutie.

Yoshimasa is in de kubus bezig. In de zaal voorin zijn Giannina en Philippe bezig.

donderdag 24 november 2011

donderdag 24 november


Eerst ik, ik scheer me. Dan een of ander geluidje in het buurhuis. Later een doorsnee van wat over het voetpad dweilt. Dan opnieuw ik. Aan het kruispunt staan nog vijf auto's, op het voetpad een piëta met moeder en kind. Dan opnieuw ik. Ik betreed een gebouw. In het gebouw is niemand. Ik betreed het gebouw, stap voorbij de trap die naar een bovenverdieping leidt. Later keer ik terug op die beslissing. In een van de kooien zit een dame, ze staart naar de display van een mobile, merkt me niet op. Ik had een foto van haar gemaakt kunnen hebben zonder dat ze het gemerkt had. Dat doe ik niet. Ik wacht tot ze van het schermpje opkijkt en schrikt. Zonder foto heb ik meer gezien. Het is onfatsoenlijk, bijna. Gedurende bijna een minuut bekijk ik haar zonder dat ze van het schermpje opkijkt. Ze schrikt niet. Ze kijkt op, glimlacht, veert overeind, komt naar het raampje. Het staat op een kier. Dan opnieuw ik.
Is Jose Cleiton Carbonel er al, vraag ik. Hij had er moeten zijn, verneem ik. Dat zou hij trouwens zelf gezegd hebben, dat hij er zou zijn.
Maar een jongen uit Brazilië, he, voegt ze toe terwijl ze het kantoor afsluit, andere gewoontes. Daar valt mee te leven, met die zuiderse gewoontes, zeg ik.
Het zou wel eens kunnen dat ze het daarmee eens is. We stappen voorbij de trap die naar een van de bovenverdiepingen leidt. De deur stond tegenaan, ontdekken we.
In het doolhof van Cleiton Carbonel ontmoet ik Ruggiero Pini. Het is kwart voor drie. We praten. Pini heeft in Venetië gestudeerd. Z'n medium is video. Hij maakt films, wat hij vaak in een ruimere context plaatst. Zo kwam hij bij MMV terecht.
Dan opnieuw ik. Ik neem de trap naar het eerste. John is op het eerste. Net voor de middag had hij me getelefoneerd. Hij staat naast een printer. Freya is met een print bezig, een van de vele tientallen van een reeks die Ararat als thema heeft, en iemand die Jan heet, zit voor een beeldscherm. John neemt de trap naar het gelijkvloers en daar staat een boom. Ik bekijk de boom. We stappen door naar het doolhof. Dirk Zoete betreedt een van de vertakkingen. Later zit ik opnieuw in de auto. Opnieuw ik.
Ik rij naar de onbekende bestemming, stap uit, open een poort en wat me meteen opvalt, ik heb me vergist, de onbekende bestemming is bekend.

woensdag 23 november

foto boven: Bärbel Messmann, a presentation at her workingplace

Diese unbestimmte Licht, es sagt nur weder etwas über die Tags- oder Jahrzeit
noch oder den Ort.
Het doek staat glad als een spiegel.

We rijden over Antwerpen. Eerst zit het niet mee. Ter hoogte van Ternat zou een ongeval gebeurd zijn. Ik maak rechtsomkeert, neem de buitenring die naar Zelzate gaat. Ter hoogte van Kalken, op de autosnelweg richting Antwerpen, besef ik opeens dat ik geen geld bij heb.
40 minuten later passeren we hetzelfde punt, opnieuw richting Antwerpen. Over de weiden en dorpels hangt een dikke laag mist. Cristina Amelia zegt dat ze het prachtig vindt.
In Kruibeke volgt een kort oponthoud. We drinken koffie, ik neem De Standaard door. Een half uur later passeren we Herentals. Voorbij Aachen is nog een oponthoud. Ik telefoneer Bärbel, we zullen wat later zijn, zeg ik.

Het is halftwee als we Rudolfplatz passeren. Het atelier van Bärbel is vlakbij. In de belendende straten is een erehaag van luidkeels gelach.

Georg Seufert, Farbnamenlexicon von A - Z, Musterschmidt Verlag, Göttingen Frankfurt Berlin

Het Farbenlexicon von A - Z, een editie uit 1955, is bijzonder uitgebreid. In dit naslagwerk trof Bärbel het gros van de benamingen die ze gebruikt voor een kleine reeks konzeptualische olieverfschilderijen: blumenblau, milchblau, rosengrau. Het lexicon heeft hier en daar een verwijzing, merk ik, naar het pigment waaraan de kleur beantwoordt en ook heel af en toe een code, HR111 bijvoorbeeld, waarbij ik me voorstel dat vooral iemand die kleuren wil gaan mengen daar wat aan heeft.
Een opsomming van de al of niet natuurlijke ingrediënten ontbreekt. Zo is guttegom een azomethine kopercomplex en Kasselse aarde een mengsel van beenderzwart en synthetisch ijzeroxide terwijl gele oker half gebrand in de versie van Oudt Hollandt een natuurlijke oker is, zonder toevoegingen. Wat we kennen als Indisch geel is een pigment, in zijn oorspronkelijke vorm, dat bekomen werd door van de urine van koeien gebruik te maken, pisgeel, letterlijk, en voor capuut mortuum, een donker en roodachtig bruin, werd, wat de benaming aangeeft, de inhoud van schedels gebruikt, meer bepaald die van mummies, een werkwijze waar ze overigens reeds in de zeventiende eeuw van af zagen omdat de grondstof nu eenmaal niet onbeperkt voorradig was.
Het Farbenlexicon vermeldt Bolusrot: 1. früher unter Bolus, staat er.

Omdat Bärbel de ondergrond glad als een spiegel wil, gebruikt ze keukenpapier om de verf aan te brengen.
Het doet Cristina Amelia denken aan de kleur van een eendenei.

Het volgende oponthoud is in Ehrenfeld, in de Nussbaumerstrasse, op huisnummer 21. Van de Nussbaumerstrasse, of Notelaarsstraat, het meervoud, kan je je makkelijk voorstellen dat er een tijd geweest moet zijn, toen het al donderde in Keulen, dat ze er niet was. We parkeren pal voor huisnummer 21, diagonaal over het voetpad, wat hier een gebruik lijkt te zijn, en stappen uit. Ik bel Doubrawa. Yes, zeg ik, we've been looking for 21 for at least an hour, we couldn't find it; now Cristina Amelia and me indeed are in front of a house with number 21; may I ask to check if you are around.
A window opens and that funny head pops out. 'Ladies...,' it says.

words

Entwurf fuer eine endgueltige Aussauge Suprastas SW3
blaue Folie 5000 Bl. Makingofilm Karten 1996/97 Lacke Farben
"Neue Orbis" O.K. Model "Nachrichtensprecher Tisch"
Perlim DILMOOR extra vergine Achtung, jetzt kommt ein
Karton! 10 Finger Abdrücke rote und blaue Hase And later about Dibbets:
it at last became so minimal that he disappeared.

foto's: without the artist and with

Cristina Amelia and Reinhard Doubrawa get entangled in a conversation on how it would be if there was no public at all.
Maybe my relation to the public has changed during the years, Reinhard admits.
What sort of public, he later asks.
Later, nearing the Kingdom of Brussels, Cristina Amelia says that it is a social thing. There's no art without the social thing, she says. Ik wijk uit naar de middenstrook, op het derde baanvak vlammen drie vier auto's voorbij. Well, I don't agree on that, zeg ik, there's no need for art to be social. Anyone on his own may be in dialogue with something and a conversation or dispute between two or more individuals may just as good end in the reverse, that of two or three or more endless monologues.
Reinhard herinnert zich dat hij tijdens een meerdaagse workshop aan het begin van de tweede dag het gevoel kreeg dat hij op zijn gewoontes terugviel en zich tegelijk begon aan te passen aan wat hem door de anderen opgedrongen werd: I started to stick to my rituals and adapted to those of the others.
The chance and risk of misundertanding.
'And when does that influence start?' Beuys seems to be forgotten.

We dine nearby, at Essers. Ik herinner me dat er op de autosnelweg tussen Antwerpen en Aachen een vrachtauto met dat opschrift reed.

Het is halfacht als we via Innere Kanal over de Rijn naar Deutz rijden waar Oliver Kunkel en wat kompanen in een fabriekspand resideren. Het is het stadsdeel waar de generatie van Dokoupil verbleef. Autosnelwegen en fabrieken domineren de skyline.

zondag 20 november 2011

zondag 20 november

Een rustige herfstdag. Zo is dat. In de zalmstraat gaat een auto tegen de rijrichting in, een vierkante bak, oud model. Aan het stuur zit een idioot met bruine huidskleur. Uit z'n starre, pekzwarte blik valt weinig af te leiden. Ik wijk uit naar een parkeerplaats, de muziekdoos met flessen maakt een hevig rinkelend geluid. Hij tilt z'n linkerhand boven het stuurwiel, zonder af te remmen, de bruine hand toont wijs- en middenvinger als ik het goed zie. Wat zou hij daarmee bedoelen, wat speelt zich af, daar in die roeste kop, en wie zit naast hem, wie is die homp onder dat kleurloze gordijn. En zo gaan dus twee vingers de hoogte in, vlak boven het stuurwiel, vlak onder de starre, pekzwarte blik, een wijsvinger en de middenvinger, als ik het goed heb, of ring- en middenvinger misschien, er was geen tijd om meer dan het handgebaar te zien en de pekzwarte blik, star boven het stuurwiel, vastgeschroefd aan het stuurwiel en dan, zonder de schedel ook maar één centimeter te bewegen, wat niet zou kunnen, rails stutten het hoofd, pas aan de straathoek gaat het hoofd schudden, met exacte onschuld, zo'n kerfstok, de onschuld van een speelgoedsoldaatje, niet linksop kijkend, niet rechtsop kijkend, star voor zich uit starend, exact, en dan toch twee vingers onder de starre, pekzwarte blik, alsof hij hiermee he toch bedankt had willen zeggen. Een rustige herfstdag.
Aan het water tuimelen bladeren over het wegdek.
Freya had me getelefoneerd. Zij en Rina waren in de zaal voorin bezig. Ze vroeg of de zwarte lappen die de dakkoepels bedekken weg konden. Dan moet je op het dak, zei ik. Het was halftwee, ik had me nog te scheren, de rustige herfstdag lag aan diggelen, eerst doen we het dak, bedacht ik, dan bekijken we het werk van Ramiz. Die had drie dagen eerder een groef in de tussenwand gepleisterd. Dat ziet er niet uit, zei Freya, rustig, zonder zich nodeloos over de zaak op te gaan winden.
Ik parkeer de auto op het woonerf. Een bergbewoner sjokt over het voetpad. Hij kijkt niet naar me om, z'n blik is op het voetpad.
Rina en Freya zijn bezig in de zaal voorin, het gesprek komt op de tussenwand. Het dak kunnen we later doen.

Rina en Freya

'Ik denk. Ik zal ze door elkaar hangen. Dan zal het misschien wel lukken.'
'Ik weet niet.'
'Ik zal het eens proberen.'
'Misschien is het zo teveel.'
'Wat?'
'Misschien is het zo teveel.'
'Ik versta je niet.'
'Misschien is het zo teveel.'

'Wacht... waar zat ik nu.'

the unexpected visitor Marco Stamenovic drops in. We staan naast het boekenmeubel. Ik heb wat foto's gemaakt.
'The unexpected happiness,' grapt Marco. 'I'm from Japan.'
'That's true. With Fukushima any Japanese could just be you.'
Zo begint het gesprek.
Of we elkaar al eens eerder ontmoet hadden, is buiten handbereik. Ik schenk koffie, Freya en Marco hebben het over Armenië en Mount Ararat. Marco is twee keer in Armenië geweest. Hij heeft in Belgrado gewoond, komt uit een stadje vlakbij de grens met Kosovo. Ze hebben er theater en een cinema en nog wat culturele plekken waar actuele kunst aan bod komt. Van het regionale budget voor cultuur, zegt hij, zou, als je het becijfert, bijna 80% naar ambtenarij en administratie gaan.

zaterdag 19 november

'Zijn we de eersten?'
'Nee.'
Ze zijn met z'n tweeën.
'Jullie zijn niet de eersten. Sofie is er al. De ouders van Sofie. En voor het begon zijn er ook al wat mensen geweest.'
'Oh.'
'Geen medaille.'

foto: K+D+K, zaal voorin

zaterdag 19 november 2011

van elk ding weten we dat het net zo goed een ander ding had kunnen zijn

Van elk ding weten we dat het net zo goed een ander ding had kunnen zijn.
Ik laat La salle de bain per vergissing in het badwater vallen. Net als Toussaint lees ik in bad. Het is de ideale plek om Proust te nemen.
Wat ik uit het badwater opvis, de bladzijden plakken aaneen, is een vod. En zo is abrupt een eind gekomen aan Toussaint. Ik klauter uit de badkuip, kleed me vluchtig aan, met La salle de bain als ik me niet vergis, en zo heb ik een kamerjas waar Proust niet eens van dromen kon.

Als 1 ding waar is, is alles waar. Als alles waar is, niets.

geen probleem, toch bedankt

Malcolm Gladwell, De Morgen bladzijde 21, 'Crisis is de beste prikkel voor innovatie.'
Bladzijde 20: een rustig weekend.
Bladzijde 17 dan, de wereldprimeur van een schokkende ontdekking: Zomer van 2007 komt nooit meer terug.
'Ben jij de liedjesschrijver Lieven Tavernier?' vraag ik aan de rug van een man die over De Standaard gebogen zit. 'Nee
(hij vouwt het dagbladbeginsel, verwijdert z'n rug uit het blikveld), jammer genoeg.' Want
je lijkt er wel op. 'Ja
(hij zegt het met een gemoedelijke glimlach, berustend), er zijn er nog die dat zeggen. Hij is goed he.' En dan stapt hij op.
De Standaard komt ter beschikking maar nu ik toch in De Morgen bezig ben, het bord witloofsoep is leeg gelepeld zodat ik desnoods in het lege soepbord kotsen kan, besluit ik om eerst nog wat aantekeningen te maken met, om te beginnen, Blatter op bladzijde 29, en de racismerel, waarover de Fifa-baas in extremis het volgende weet op te merken: 'Sorry, maar een vogel is een vogel.'
Rillend van opwinding staar ik naar de kop bovenaan bladzijde 33: CULTUUR, staat er. En daaronder: Twitter maakt van uitlach-tv weer hit. Een volle bladzijde. (Thillo,
kom eens hier jongen. Kan je lezen, Thillo?)
Op bladzijde 37, na nog drie bladzijden die in een bvblad thuishoren, neemt Elmore Leonard het woord. Heb ik best veel van met When The Women Come Out To Dance uit 2002, een Penguin, als favoriet. Raymond Chandler heeft me niets geleerd, staat er.
Op bladzijde 53, inderdaad, beste lezertjes, 53 bladzijden ver in de flapdroltroep, komt het eindelijk, geen tel te laat, op Nim de chimpansee. Nim, staat er, de chimpansee die mens moest worden.
Er had net zo goed kunnen staan: Cee van Tee, die zo nodig mediaprimaat wou worden. Het is zowaar de enige bijdrage die leest alsof ze niet door een chimpansee geschreven werd. Of eerste. Er komen er nog. 'Nims zinnen,' lees ik, 'nemen niet toe in lengte als hij ouder wordt, zoals bij kinderen het geval is.' Excuseert u me, er staat: zoals bij kinderen wel het geval is.
'wel het geval is. Kinderen voegen na langere zinnen nieuwe leugens toe' Woorden, pardon.
'voegen nieuwe woorden toe,' dat is wat er staat, 'die de betekenis van de zin veranderen.' Nim, de chimpansee, weet beter: 'Nim voegt vaak identieke woorden toe, die geen nieuwe betekenis creëren.' Doch scheten laten kan hij als de beste.
'Nims taal', ik bevind me nog steeds op bladzijde 53, de blik zwenkt naar de rechterbenendenhoek, 'is semantisch beperkt; het onderwerp of lijdend voorwerp van de zin is in 99% van de gevallen "Nim" of "Me".'
Bladzijde 56 dan. Hier staat het volgende: 'Wanneer de feiten veranderen, verander ik mijn mening. Wat doet u, mijnheer?'
Deze opmerking wordt toegeschreven aan de Britse econoom John Maynard Keynes en kadert in een stuk over het zogeheten theorema van Bayes.

vrijdag 11 november 2011

Mozambique

We vlogen over Libië. Grepet at stoemp met braadworst en wortelpuree. Victor Olits, een oom van Tom Jane, had ons uitgenodigd voor een vierdaags bezoek aan z'n plantage, waar hij kunstbloemen kweekt. Ruim twintig jaar geleden had Olits een helikoptercrash overleefd toen hij en andere kaderleden van Crunt & Co nabij Melbourne tegen de bedrading van een hoogspanningslijn aanvlogen. Hij was toen eerst weer in Hamburg gaan wonen, waar hij kort na elkaar, in 1993 als ik het goed heb, twee autobiografische volumes publiceerde over zijn jaren bij The International Headbang Association, opgericht door Joe N. T. Crunt (1927-1831), die naar verluidt op hoge leeftijd in een ultiem delirium het stadium van pasgeborene bereikte. In How It Ended, het eerste volume, en How It Began, het tweede, volgt Victor Olits alle gebeurtenissen, die telkens dezelfde zijn, door in het verhaal alleen zaken op te nemen die stroken met wat Herbert, die eerst gedurende enige tijd als nachtwaker, later als chauffeur voor het bedrijf had gewerkt, en Puck, een neef van een van de klusjesmannen, zich hadden weten te herinneren. Wat in de eerste autobiografie als een cruciaal element werd gezien, zonder dat het nochtans ook maar de geringste invloed had op het verloop van de gebeurtenissen, bleek onbeduidend in de tweede of werd er over het hoofd gezien terwijl het tegelijk, zonder dat iemand dat leek te merken, de duistere beweegreden van alle handelingen en verwikkelingen geworden was. De autobiografieën van Olits brachten het relaas van een ogenschijnlijk volstrekt transparant verloop van verwikkelingen die zonder enig verband naast elkaar plaats vonden. Terwijl het kennelijk om één en hetzelfde levensverhaal ging, brachten de talloze verwikkelingen zoveel uiteenlopende dingen aan de oppervlakte dat niets leek wat het was en geen enkel feit met ook maar één enkel ander feit te maken had.
Eind jaren negentig nestelde Olits zich in Mozambique. Op een landgoed in Gaza begon hij kunstbloemen te kweken. De kunstbloemen groeiden voor geen centimeter.

We vliegen over Tanzania, ik lees in iets van Joyce, Olits zegt dat hij het prachtig vindt.

woensdag 9 november 2011

iemand zei

'Proloog,' zei een van de acteurs.
this is without saying
1 haventje, 1 winkeltje, 1 pub
Ook het schrijven maakt geluid, in die stilte.
zilte grasvelden
het Turkse platteland
een papiertje
Het gesprek komt op Tati.

mensenrechten

In de Volderstraat kennis gemaakt met een jongen en een meisje die voor de Liga voor Mensenrechten werken. Ze vroegen of ik wat tijd had om aan het onderzoek mee te werken. Een half uur eerder was ik staande gehouden door een meisje dat voor Amnesty International werkt. Ik had zin om j'ai déjà donné te zeggen, pour vrai dire dat zat op het puntje van m'n tong, maar ik zei, ja wat zei ik ook weer.
De jongen had een bundel a4tjes bij en een microfoon, het meisje een camera. Ze wilden filmen. Ik wil niet gefilmd worden, zei ik. Dat zit in de genen, zei ik. Die eis leek meewerken aan het onderzoek niet uit te sluiten. Op straat was een vloot passanten. De jongen vroeg of ik wist wat ik me bij mensenrechten voorstellen moest. Nee, zei ik. Het meisje filmde. Ze filmde de jongen en er kwam ook nog een auto langs gereden. Ook dat filmde ze. Wat vreemd, zei ik. Het had het meisje niet verbaasd en de jongen evenmin. Nu ik toch tot spreken in staat leek, duwde hij me haastig de microfoon onder het neusbeen. Wat vreemd, zei ik, dat ik niet weet wat de mensenrechten zijn. Ik had dat ik niet weet dat er mensenrechten zijn gezegd kunnen hebben, wat ik een tel later bedacht, de vraag of de soort überhaupt rechten heeft.
Of ik me niet één rechtje zou weten te herinneren, verneem ik, eentje maar.

dinsdag 8 november 2011

dinsdag 8 november

AARDAPPELEN
MAGGI (SOEP)
APPELS
Meer staat niet op het papiertje.
Er is een mailtje van Aurelie. Of toch. (soep). staat er. De grijze ., het grijs heeft een bruine gloed en is onregelmatig van vorm,
Met de mededeling dat ze bij MER tien exemplaren van de catalogus van Giannina Urmeneta Ottiker hebben, dat is voor de eerstvolgende projectcluster,
al is gloed niet meteen het juiste woord,
en of ze die vandaag in crox binnensteken kan. Ik telefoneer. We spreken af dat ik de doos met catalogi in MER oppik.
het had een gaatje kunnen zijn
Twintig minuten later sta ik aan het Rabot in een file.
gesmolten in het dubbel gevouwen blaadje papier, er is geen opdikking te voelen.
Of het er was voor aan het papiertje de mededeling werd toevertrouwd, door iemand van het vrouwelijke geslacht als ik het goed heb,
Vier trams zijn aan een trage pirouette begonnen, onder de kastanjelaars waar aardig wat volk bijeen zou staan als dit het moment is waarop opeens alles gelijktijdig gebeurt:
wat uit het ronde handschrift af te leiden is,
een BMW rijdt dwars door een van de tramstellen in een grijze tunnel van darmen en hersenbrij,
aan de bouw van het Rabot moet nog begonnen worden. Zacht herfstweer, zo staat het in de gazet. Rome brandt.
of het er was voor het papiertje een vouw kreeg,
In de laadruimte is een muziekdoos van lege flessen.
of pas nadien op het papiertje terechtkwam, onstuimig, gretig, toen het om een of andere reden niet langer nodig leek om te weten waar het flesje Maggi voor nodig was.

In de Molenaarsstraat vind ik een parkeerplaats net voor het pand waar MER gehuisvest is.
Ik tref er Luc aan en Jan De Cock. Ze zitten voor een computerscherm. Met Jeroen komt het gesprek op het vinylproject van Peter Jacquemyn en Dirk Verhaegen.

zondag 6 november 2011

weekendalfabet

Alexeev Ann introduceert Valeriy Alexeev, een straatmuzikant die aan de Korenmarkt het mooie weer maakt.

Ann 1 is ik was vooral met de computer bezig. 2 is het was best aangenaam. 3 is er was een constante stroom van bezoekers. 4 is het was zo druk dat ik drie kwartier aan het toilet aanschuiven moest, de frigo was leeg geplunderd en er stond een file tot Gentbrugge.

Burundi Iemand die in Burundi voor de ambassade werkt, z'n echtgenote en het meisje zonder naam betreden de corridor. Ze komen voor het werk van Nele Tas.

lachband Wat we in crox missen: een lachband.

Oliver Kunkel We zitten over z'n website gebogen. Het wordt echt interessant als hij over enkele van z'n meest recente projecten begint, dingen die niet op de website staan. Van het een op het andere moment zit ik een houdgreep.

Sébastien en Veerle Met Sébastien komt het gesprek op Jacques Roubaud en Willy Roggeman. Veerle studeerde aan het KASK. Textiel deed ze. Sébastien vertelt dat hij gisteren, of was het vandaag, aan Sint-Lucas passeerde, in de Zwartezusterstraat, ze hadden er een voorraad kartonnen dozen met boeken op straat geplaatst, aan de doorgang naar de bibliotheek. Toen hij naging wat er te smullen viel, ontdekte hij dat het vooral om literatuur ging en zo kwam hij in het bezit van boeken van Willy Roggeman, Gust Gils, André Gide en Georges Duhamel. Roubaud, Quelque chose noir, hij noteert het in z'n moleskine. Ik heb het over La Joconde, Roubaud, La forme d'une ville change plus vite, hélas, que le coeur des humains, p.33:
Les vrais amateurs
pour voir la Joconde
ne vont pas au bout du monde
ni même au Louvre

Ils vont au coin de la rue
de La Rochefoucauld et de la rue
Notre-Dame-
de-Lorette
ils entrent dans le café
elle est là

Le tableau est sur le mur
beige et crème
le cadre est beige et crème et un peu orange
la toile est signée
de la main même de l'artiste
E.
Mérou.
C'est la Joconde
la Joconde de Mérou
En over Perec hebben we het ook, terwijl Veerle in de hall een dringende oproep afhandelt en nog wat mensen de keet betreden, dat hij W ou la souvenir d'enfance, hij las de Nederlandse vertaling, bijzonder interessant vond, intrigerend, en in La Vie Mode d'Emploi niet verder kwam dan bladzijde 70. Dat meen je niet, roep ik. Dat wordt overstemd door de papegaaien van Panamarenko. Het zijn net kinderen, merkt Veerle op.

spion
'Spionnen lezen uw tweets en blogs.' Dat staat in de Standaard. Wat zit er in uw schoentje, ja mijn voeten, wat peinst ge.
Dat m'n blog vooral door spionnen gelezen wordt, is een interessante evolutie.
Lui van een speciale afdeling van de CIA speuren op sociale media naar informatie. Zo weet ik wie m'n blog leest.
Op bladzijde 3 lees ik dat de omzet met 3% gestegen is. Ze bedoelen het lezerspotentieel, vermoed ik. De Morgen zou met 3% gedaald zijn. Van een krant die amper investeert in kwaliteit, zou je meer verwachten.

Willy 'Hoe kan je je laten ontvlaamsen?' vraagt Willy. Rond het middaguur had hij naar de N-VA een mailtje gestuurd met die vraag.
Hij liet zich ontdopen. Dat ging niet van een leien dakje. Hij ontving een schrijven van de kerk dat hij een verbond met god had en dat het ontdopen om die reden niet kon.
Uitschrijven uit het doopregister dan maar, dat kon wel. Zelf ben ik dat ooit ook van plan geweest, tot ik ontdekte dat het er niet eens toe deed. Om het doopsel ongedaan te maken volstaat het om al of niet naakt een kerk te betreden en in de doopvont te pissen.
Een doopvont of het urinoir, het heeft dezelfde functie.

woensdag 2 november 2011

woensdag 2 november



foto's boven: We zijn naar Sankt-Vith gereden, niet helemaal tot Sankt-Vith, naar een gehucht dat Recht heet, in de Ardeense bossen, om een blik op dit object te werpen. (foto Cristina Amelia) De andere foto is op een plek waar ik vorig jaar ook een foto genomen had.
onder: Tijdens de terugweg zijn we zonder file voorbij Verviers en Luik geraakt. Net voor Brussel, en een eind voor Zaventem, belanden we uiteindelijk toch in een file, wat te verwachten was. Het uitspansel zorgt voor een adembenemend spektakel. (foto Laura van)



foto boven: De file, net voorbij Zaventem, waar de brug begint. (foto Cristina Amelia)
onder: Ter hoogte van Asse verlaten we de file, een nieuwe file, en dringen door in het onherbergzame hinterland. (foto Laura van)



Ik betrap Cristina Amelia op iets wat ze niet kent: Stefano Bollani.
We rijden over Brussel en Luik naar Verviers, waar het landschap spannende bijkomstigheden vertoont. This is landscape, merkt Cristina Amelia op. Halverwege de hellingen staan bomen en kleine nederzettingen in een kraag van bos en groene glooiingen. Ze zegt dat het haar aan Roemenië doet denken, ook daar hebben ze dit soort landschappen.
In Recht, een gehucht, gaat het voorbij het kerkje rechtsop, richting Vielsalm zonder tomtom. Ik herken de verbuiging, de kromming van het landschap is vertrouwd. Het atelier van Marta en Slava is net voorbij een brugje.
Marta en Slava serveren berkensap, koffie, een kleine hap met brood, sla, trostomaat en Georgische kaas en op de laptop een versie van de bolero van Ravel, wat tijdens jaren zestig, verduidelijkt Slava, elke dag op de Russische radio te horen was. In Rusland was de bolero van Ravel populaire muziek.
Later komt het gesprek op Harry Darger.
Ik kets af op het project dat Slava en Marta aanbieden, focus op het keramische werk. They look very David Lynchlike, zegt Cristina Amelia, for me, over de keramische objecten, en over de Georgische kaas: it reminds me of the Roumanian cheese my aunt made.
En zo komen we tot Sigmund Jähn en de dingen die hij deed.



Tijdens de weg terug noteert Cristina Amelia, als het gesprek op andere dingen komt, en dit is wat ze schreef:

Television people are stupid. The more they watch TV the more ugly and despicing they get.
I like intelligent tits. Breasts, voegt Cristina Amelia toe.
They believe in god goddammit, that's the basic problem of most people.
I don't believe in a new future for Libia.
On contemporary art: It used to be contemporary art 20 years back.
Now I imagine two horses with the word CARS on their ass.
As such he was an anarchist, he was always too late or too early at the meeting.

Holy nuts.

vrijdag 28 oktober 2011

donderdag 27 oktober


foto's boven: het atelier van Bart Vandevijvere,
werkvloer en mengtafel

foto boven: een jeugdwerk van Frank Merkx
foto onder: recent werk van Bart Vandevijvere, fragment

foto boven: hoek in het atelier van Florin Buta
foto onder: zicht op de huizenrij aan de overzijde van de straat


foto boven: compositie met lijnolie
foto onder: Cristina Amelia in gesprek met Bart Vandevijvere.
Het gesprek kwam op The New York School.


'Welcome to Coronation Street,' zegt Bart glunderend. Ik herinner me dat hij dat ook vorige keer zei. Dit keer is het huisnummer 20 en in het gezelschap van Cristina Amelia, de stagiaire.
Toen, dat moet in 1997 geweest zijn, was het ergens in de Kortrijkse binnenstad. Nu is het Marke. Geen van beide straten zou ik weten terug te vinden.
We namen de autosnelweg richting Kortrijk, het is een prachtige herfstdag, ik doe het rustig aan, de snelheidsmeter geeft op geen enkel moment meer dan 110km per uur.
Cristina Amelia zegt dat ze de wolkenvelden zo prachtig vindt. Zo veel mooier, zegt ze, dan het uitspansel dat ze in Roemenië hebben.
It's the Atlantic, zeg ik. That perfume goes all along the Atlantic coast down to Lisbon.
Lang uitgerokken, grijspaarse pluimslierten hangen boven het landschap, in een hemisfeer die zo wijd is dat het lijkt alsof je aan elke kant de onderkant van het uitspansel kan zien.
Het gesprek komt op de foto's die Johan De Wilde in Noorwegen maakte. Cristina Amelia heeft in Bergen gewoond. Van de Lofoten kan ze zich loepscherp voorstellen dat Johan net daar die foto's gemaakt heeft.
Het is een bizar gesprek. We zijn geen van beiden op de Lofoten geweest. In Bergen heeft ze één winter meegemaakt. Dat had haar zo depressief gemaakt dat ze, toen ze weer in Boekarest was, weken nodig had om te herstellen. Toch was ze van plan om weer naar Noorwegen te gaan en haar master daar af te werken. Het werd België.
Wat ze aan België fantastisch vindt, is dat het dat ene land is dat het met een regering van lopende zaken stellen kan. Dat hebben we aan ambtenarij te danken, zeg ik. Vlaanderen wordt door ambtenaars bestuurd.
Aan het verkeersnetwerk ter hoogte van Kortrijk neem ik Kortrijk zuid.
Het uitspansel is prachtig en we zitten fout, beseffen we. Ik wijk uit naar de pechstrook, Amelia consulteert de road map.
Daar weet ze niet zoveel uit op te maken, ik evenmin. Wat verderop klampen we een voorbijganger aan. Hij staart naar de collants en het rokje. Het is een man van een jaar of vijfendertig die zich zonder hond op de openbare weg bevindt.
Ik ben wellicht die ene Belg die geen tomtom heeft, begin ik. Of hij weet waar Marke is. Dat lijkt mee te vallen. Met de gegevens waarover we nu beschikken gaat het tot Vladivostok.

Coronation Street, quotes

This one is like a load of intestines. Cristina Amelia over een van de vele tientallen werken die Bart te berde brengt. Het werk is een kleine improvisatie, vlug en zwierig aangebracht. Ik ben het eens met Cristina Amelia. Het zijn de grote, minder vluchtig uitgewerkte composities die mijn aandacht hebben.
Leaving the errors instead of removing them, zegt Bart. Het gesprek komt op de New York School en John Zorn. Ik maak notities en wat foto's.
John Zorn is my hero, Cristina Amelia says, his music is a mental frame.

foto boven: Bart, recent werk. Let op het werk
ter linkerzijde, schuin tegen de muur geplaatst nadat het
uit een duister hoekje van het atelier vandaan werd gehaald.
foto onder: Back home na een avond met tonijnsalade
en het verslag van een volstrekt hilarisch proces verbaal.

maandag 24 oktober 2011

foto's



boven: de kubusruimte
onder: het woonerf

maandag 24 oktober

In De Morgen hebben ze vandaag Bart De Wever op de cover, opnieuw, dit keer omdat hij in Schotland was om er de Schotse onafhankelijkheid een riem onder het hart te steken. Dat is wat De Morgen verkoopt.
In De Standaard geen woord over de kwestie.

zondag 23 oktober 2011

zondag 23 oktober

Tot halfdrie niemand. Het gezoem van de blackstraler, het gezeem van de blote muren en Panamarenko die verduidelijkt dat hij niet met die klootzak te maken wil hebben. Na halfdrie is er opeens een vloed van bezoekers. We blijven tot het laatste streepje.

I don't know you zei ik, zegt de Chileen, but I love you. Ze lachen, hebben dolle pret.
Een jongedame uit Costa Rica wil weten hoe oud hij is. Vijfentwintig, zegt hij. Hij stapt om het barmeubel heen, waar Jenny bezig is. Vijfentwintig! He, komaan, dat zie je toch, schatert la costariquenza. Ze had me een lepel aangeboden, een soeplepel saus van de schotel met venusschelpen. Proef hier eens van, zei ze.
Het meisje dat naast haar zit, komt uit Portugal. En wat is ze verliefd. Dat staat als een kwatrijn op haar gezicht geschreven. Met wat voor versvoet weet ik niet.
Om weer een andere reden komt el Chileno nogmaals tussenbeide, waarbij ik onder andere verneem dat de Andes in Chili mooier is dan in pakweg Ecuador, een mededeling die voor de meisjes bedoeld is, verder dan die ene soeplepel kwam ik overigens niet, wat niet wegneemt dat ik de costariquenza onweerstaanbaar ben gaan vinden. Ze lachen, hebben dolle pret.
And she, zegt de Chileen, opeens met een highpitch Hollywood falset, wat ze zei: 'Really?'

foto's



vrijdag 21 oktober 2011

donderdag 20 oktober

Een lapsus, dat is something on your tongue that you can't remember. In het Roemeens hebben ze er nog een woord voor: typo. Dat is wat Amelia zegt. Omdat ik het over de lapsus tipa had. Wat een lapsus lengua is, weet Amelia niet. Wat ze wel weet, is dat ze in Roemenië met typo bedoelen dat je je opeens niet weet te herinneren wat je had willen zeggen.
Zeg niet bruikleen, zeg leentjebruik. Of leenbruik. Leenbruik: het boek dat met een minnaar mee in de koffer van Bes verdwijnt. Eerst op de keukentafel, later op het nachtkastje, later ergens onderin het boekenrek en als Bes verhuist, want Bes is niet honkvast, Bes houdt van nieuwe plekken, eerst in een kartonnen doos waarop met viltstift het trefwoord Franse Literatuur wordt aangebracht, later naast een baseballpet in een doos met speelgoedafdankertjes van Daphne, de eerste dochter die net een dag eerder voor de tweede maal van een zoon bevallen is. De leenbruik gaat een eigen leven leiden. Dit moet je echt eens lezen, zegt Nila, de jongste dochter van Greet en Geert. Greet was het nakomertje. Woerd neemt het boek mee naar z'n kamer en weer wat later belandt het naast de wc-pot in een huis waar Tim, archivaris van het Museum voor Ingebeelde Kunst, ooit op een dag - wat hij zich later helemaal nooit had weten te herinneren - naast een vaas met gele tulpen zat. In Londen had hij voor Bes een handtas met rode biesjes gekocht.

Het gesprek kwam op P. J. Harvey. I am so madly in love with her, beken ik. Amelia, die ook Cristina heet, ze studeert een het KASK, brengt het gesprek op Primus, Buckethead en Squarepusher. We luisteren naar Bad As Me. Later komt het gesprek op Raymond Scott en Florence Foresti. We dineren in Het Gouden Hoofd, hangen over een minestrone. Mia werpt een handje. Kadhafi is dood, lees ik. Het gesprek komt op Portishead.

donderdag 20 oktober 2011

woensdag 19 oktober

Ik luister naar Bad As Me. In de tuin is een stuk ijzer beland, dat is vorige week gebeurd. Ik ga een kijkje nemen, draai een sigaret.
Nothing would be that bad, would it. Bad As Me ain't that bad. Dat noteer ik op een papiertje: From fairest creatures we desire, daar zit een sonnet in.
De vereniging voor het schrijven van sonnetten heeft de voorwaarden berekend. Gebruik papier van het formaat A4, staat er, en let op de marges, 20 millimeter ter linker-, 10 millimeter ter rechterzijde.
Dit sla ik over.

zondag 16 oktober 2011

weekendalfabet

foto boven: Charlie

Cornelius Dupré (UK) Ze zijn met z'n drieën, Tuur en Frances, van IPS, en de Brit Cornelius Dupré, terwijl ook Jan Op langskomt. Hij komt voor de kubusruimte en het werk van Oshin Albrecht. Het is zondag en vroege namiddag. Net voor Tuur en Frances binnen springen, waren er al wat bezoekers geweest. Het was halftwee toen ik over het woonerf op de croxpoort toetstapte. Grégory en Brice en Hélène waren me voor, ze waren er al, nadat ze gisteren nog in de White Cat waren langsgeweest, met Sarah en Melissa als ik het goed heb en nog wat personen die de drukbezochte openingsavond hadden meegemaakt. On boit un petit café, we bekijken de film met Panamarenko, Hélène est en rouge et les collants noirs en wat later, Hélène en Brice zijn er dan al vandoor, betreden Guillaume en Clara de hall en Charlie die een motorrijwiel bij heeft.


crox 383, 20u De performance van Leen Dewilde, solo tijdens Maybe From Scratch (november 2010), later met vijf, hier met drie van de vier performers. Leen zit in het publiek.

foto's onder: Ann


foto onder: the moment after


groen Peterseliesnippers. Dat is het eerste wat me opvalt, de peterseliesnippers. Joke tuint tussen de tafels door. Vandaag draagt ze een nette broek. Rechtsop zijn nog meer peterseliesnippers en een Ierse steak, twee keer, met het obligate slaatje en ter linkerzijde, veraf, de boomkruinen aan het water waar, als ik de blik een kwartslag draai, de gloed van Jameson, J&B, Cutty Sark en Glenfiddich boven uit torent. De flessen staan in een lange rij.

handelingen
De gebruikelijke handelingen. Ik stap op de poort toe, tik de cijfercode in en dan blijkt die het niet te doen, iemand is me voor geweest.

herfst Ook in de kubusruimte viel het eerste blad.

Jan Fabre Une invention de Jan Hout. Le déjà-bu. C'est ce con a bu, l'abus. Wat opvalt, het gesprek met Panamarenko kantelt zodra Brice over Jan Fabre en Jan Hout begint.

kennis Het mundaneum, de kennis van alles. Dat mundaneum, merkt euh op, is in het honderd gelopen, wat te verwachten was, het is wat stoffig geworden. Een soort van wikipedia avant la lettre. In Mons is het een van de bezienswaardigheden.
Mons is overigens best een aardig stadje, verneem ik. Het zou op Gent lijken met dat verschil dat er geen rivieren zijn.

papegaai Les perroquets de Panapan, los perros del quoto. De papegaaien van Panapan.

Tuur Delodder -->Cornelius IPS ligt in een coma, zegt Tuur. Ja, dat had ik eigenlijk al wel begrepen, zeg ik: er waren geen flyers meer. Niet dat ze er mee opgehouden zijn. Voorlopig zijn er geen activiteiten meer. Hij en Frances wonen in Lokeren, ergens net buiten de periferie van het stadje, waar ze het best naar hun zin hebben.

vrijdag 14 oktober 2011

vrijdag 14 oktober

foto: Grégory et Brice s'occupent de trois photos, een werk van Brice. Van links naar rechts: de broer van Brice (geboren op La Réunion en er net als Brice opgegroeid), Michael Jackson, la copine de Brice, een trofee et dans le backyard Grégory et Brice qui en effet regardent le photo de la copine de Brice.
En dessous: een werk van Grégory Decock (detail).


foto: Hilde Van Canneyt en Grégory Decock, interview


woensdag 12 oktober 2011

woensdag 12 oktober


Cope, Julian. Auteur van Japrocksampler, een boek over de rockscene in Japan, volume waar Yannick Franck zich sinds enige tijd over ontfermt. De cover toont een zwartwitfoto met drie Jappen die tout au naturel over een highway bomen.

Guilbert, Brice. L'homme aux jeux de jour de fête. Hij begint aan de voorbereiding van wat het zwart schilderen van de sokkels worden moet. Dat is in een wip gebeurd.
Yannick is bezig in de belendende ruimte. Later verneem ik dat hij in de rats zit met z'n presentatie. Hij is er niet uit hoe hij het hebben wil.

Izoard, Jacques. Jacques Izoard, Liègeois, ou Jacques Delmotte, son nom civil quoi, son nom privé, seule poète Liègeois dans les anthologies de la poésie française. Je l'ai connu personnellement et Franck le disait. Un jour il a dit à ses élèves: je vous congratule. Il ya avait un élève, Franck ajoute, qui toujours disait 'tu pus Delmotte, tu pus Delmotte'. Alors Delmotte téléphonait la mère du garçon et lui disait que son petit gamin était grossier avec lui en disant tout le temps tu pus Delmotte. La maman lui répondait mais c'est vous, monsieur Delmotte, qui est grossier comme tu lui disais je vous congratule.

Onderbeke, Tim. Springt binnen en legt uit dat hij z'n petje van een bedelaar heeft. Ze ruilden petjes. Dat is in Marseille gebeurd. Ik heb geen geld, zou Tim gezegd hebben, maar je pet vind ik best aardig, eigenlijk. Ik die van jou, zou de bedelaar gezegd hebben. En toen ruilden ze de petjes. Drinkt een fruitsap en dan nog een fruitsap.

Zanardi, Muriel. Pataphicien, masculin, copain d'André Stas et du Capitain Longchamps et quelqu'un de très bien. Et je pense qu'il a connu André Blavier, Yannick ajoute. Il faisait des écritures en morse.


foto boven: oeuf aux garde-masses magins
foto onder: en dessous


foto boven: Oshin Albrecht, kubusruimte
foto onder: Thomas Karz, 2011 hamer en sokkel
(contextueel object)


poème concon

J'ai connu, il lui disait coquettement, une coconne canadienne
de Cannes
qui - en faisant le carcan de boire continuellement du coca au goût de coco
d'une canette en cuire caca -
dansait le cancan sur le cano d'une copine avec le carcasse d'un coco cocu de Carcassonne
en chantant posthume sa cantilène coquine
et quotidien
de coquillage commune.

dinsdag 11 oktober 2011

dinsdag 11 oktober

oshin albrecht

Er is een ponskaart.
Er is een papiertje met drie handen: fout juist fout.
Dat met die ponskaart wist Oshin niet.
Marc legt uit dat het om een voorloper van de computer gaat.
Er is een vel folie met gele verf, een uitsparing. Dat werk ontstond tijdens of na het project in Hansbeke, bij Nicolas Leus.
Van het werk op de vloer bij Leus had ze een negatief gemaakt. Later heeft ze daar nogmaals een afdruk van gemaakt.
Op een van de foto's is het zelfportret van een vrouw in een blauwe jurk.
En dan nogmaals.
Eén sergeant en een rode schroevendraaier en het lijmpistool, een elastiekje, een rol zilverpapier, de schaar, tape, een schroefboor en een zwarte kom waarin een borstel staat. Oshin boort een gat.
Het gaat dwars door de muur.