maandag 29 augustus 2011

laboratoriuminstrument

Het laboratoriuminstrument, misschien een frekwentiemeter:


Dat is wat Beckers zegt. Ze hadden het ding op een container gedumpt, met foetussen en tal van andere dingen.
Guido Schiffer heeft de doradefilet besteld. Het gesprek komt op String en Pablo en de andere projecten die hij deed.

Met de hoogbegaafde verfpot is het afgelopen.


zaterdag 27 augustus 2011

the table that wrote a letter to her foot

The table that wrote a letter to her foot. Een performance met muzikale verfpot. Dat is de eerste actie.

vrijdag 26 augustus 2011

vrijdag 26 augustus

Het is vroege namiddag. Ik telefoneer Peter Jacquemyn. Hij legt me uit dat ik niet over Oudenaarde moet rijden, dat is een omweg. Het gaat over Melle en Oosterzele. Boven het landschap staat een Atlantische storing. Voorbij Oosterzele beland ik op een lange weg die vanaf bepaald punt alleen Geraardsbergen en Brakel als eindbestemming heeft. Aan een van de kruispunten neem ik Brakel. Een onbestemde herinnering dringt zich op. Op de buitenring van Brakel gaat het linksop, naar de Olifantstraat.

donderdag 25 augustus

Luk Berghe is sinds het ochtendgloren in de tweede helft van de zaal voorin aan de slag. Hij heeft Marc ontmoet. Waarover ze het hadden is niet bekend.
Het regent, regen van het zachte type: een olijk, sproeierig wolkje dat een deel van z'n spoelbak boven het woonerf loost. Het is van moeten.
Tinka herinnert zich dat zij rond een uur of één in croxhapox aan de slag gingen.
Zeven vlagjes. Kijk, zo. Een kleibodempje, daarin een bloempot, in het bloempotje een florum uit de orde der geplastificeerden, ofwel plastiekbladigen, de plastiferen, ook wel plastificeren genoemd, en dus hieraan, al of niet voorlopig toegevoegd of weggenomen: vlagjes, bijgeknipt - Tinka preciseert - tot van elk vlagje niet meer dan een wimpel bleef en het olijke vernuft van een voetnoot: staatsbelang gereduceerd tot speelgoed.
De witte sokkel, legt Kris uit, hebben ze in Antwerpen in de Godefriduskaai op een container aangetroffen.
Luk is het er mee eens dat het een uitzonderlijk natte zomer is en dat we net hierdoor op korte tijd circa 50 verschillende soorten regen van dichtbij hebben kunnen meemaken.
Kneedepoxy, dat is het koosnaampje van een witte kat die sinds langere tijd in de buurt rondzwerft. Ze is gek op machines.
Luk verduidelijkt de reeks die hij op de tussenwand aanbrengt. Het standpunt is vanaf de Reichstag en in oostelijke richting. Op enkele van de akwarellen is Alexanderplatz te zien en de huidige skyline van Oost-Berlijn, op andere Tiergarten. Uit de positie van de vlag is af te leiden dat de wind uit het oosten waait.
Afleiden gaat met lange ij zodra het discours misdadig wordt. 'Do you like the fact that people may not be able to place you as an artist,' staat er. Ik lees het nog een keer. Het is een werk uit een reeks die Luft der Geschichte als titel heeft. Later bedenk ik het woord aflijding.

maandag 22 augustus 2011

dinsdag 23 augustus


Sonare machina. Rechtsop begint het met de eiersnijders,
het eierdopje de frietsnijder. Links begint het met de ijscoupes.

Eijersneijers, staat er op het papiertje. Beckers is even naar het KASK. Geluidsinstallatie halen, zei hij.
Een Atlantische storing tippelt over het woonerf, Lorenzo is ervandoor en wat van het werk van Meggy bleef kreeg twee lagen wit.
Marc heeft het boekenmeubel afgewerkt. Ik stap door de corridor met een muzikale verfpot.
De vierde robot, in het ronde areaal rechtsop, is een eierdopje. Dat noteer ik: eierdopje. De vierde robot is een eierdopje. Dat staat ook zo in de papieren van Beckers: eierdopje. Vijf is een frietsnijder. Hij was met een compositie bezig geweest; van de partituur ligt het vel met de partij van de ijscoupes bovenop. Negen ijscoupes. In het areaal staan ze ter linkerzijde, vlak naast het besturingssysteem. Twee robotten met een grasje, acht met een zeef, twaalf met een papaver en hiervan één met twee papavervruchten. De grootte van de zeven varieert, ontdek ik: kleinste, tussenin, groot en gehavend, groot en niet gehavend en één goeie die verroest is. Ik til de muzikale verfpot op en stap door de corridor. Leus gaat in Oostende wonen, dat zit in de boventonen van de verfpot, Leus gaat in Oostende wonen.


zondag 14 augustus 2011

zaterdag 13 augustus

Iemand heeft het woord Banksy in m'n notitieboek genoteerd. Dat is gisteren gebeurd. Shepard Fairey, Banksy, Brigitte Lahaie, Fatty Gand, Marseille, alles is gisteren gebeurd. Gisteren, wat begon met het is afgelopen. Aan Shepard Fairey is de mededeling OBEY THE GIANT toegevoegd. Dat had Fairey zo vaak in het straatbeeld aangebracht dat het een eigen leven was gaan leiden.
Vandaag noteer ik eerst 13/08/11, een datum, waaraan ik had kunnen toevoegen, maar doe ik niet, je me tapole la tête aux patolet de tes palottes. Maar dat doe ik dus niet. Martin, dat is wat ik in het notitieboek noteer nadat ik hoe heet je gevraagd heb aan iemand met wie ik in gesprek was. Martin is in een dorp ergens in Zweden geboren, Frida-Li in Stockholm. Ze is geschrokken zegt ze, moord, brand en doodslag hebben rechts op de kaart gezet. Zo werkt het met rechts: moord, brand, doodslag. Dat noteer ik niet in het notitieboekje. Zo werkt het ook. Ik schrijf niet hoe aantrekkelijk het is als ik uit die woorden opkijk. Pereciniste quoi, ik noteer wat op tafel staat, de dingen. Een cassette-loop, waarover Martin zegt dat het is wat het is, een cassettespeler en een loop, meer niet, het is een van de elementen die hij gebruikt, de KORG, een klein klavier, no vocals, en nog wat dingen, een delay & loop pedal en een SP-4045X en een multitrack cassette. En zo zijn er nog wat dingen.
Aymerie en Yannick komen er bij zitten. Met de opname zijn ze tot een uur of twee bezig gebleven. Ze zijn uitgeput. Aymerie herinnert zich almeteens, misschien omdat Yannick over Brigitte Lahaie begon, dat hij ooit eens in Cap d'Agde geweest is. We hadden het in elk geval over Gainsbourg gehad. Gainsbourg zat er voor iets tussen. Eerst Aymerie die zei dat hij lang niet alles even goed vond. Op gegeven ogenblik moeten we het over Birkin gehad hebben. Iemand bracht LUI te berde. Patoulin zei iets, ik zei iets, het begon bezoekersaantallen te regenen, iemand had het over Brigitte Bardot en dat was voldoende aanleiding, voor Yannick, om over Lahaie te beginnen, z'n iPad er bij te halen, met alle consequenties van dien, en toen herinnerde Patoulin zich opeens, van het een op het andere moment, dat hij in Cap d'Agde in een schuimbad gezeten had, il y avait des nanas partout en met een dozijn daarvan en een hoop manvolk erbovenop was hij dus in un bain mousse beland met zo'n dikke, sponzige schuimvlokken dat hij geen steek kon zien, het nam op z'n adem, hij zat van onder tot boven onder het schuim, dégoulasse. Intussen blijft het volk toestromen.
En wat ook Levi opvalt: veel mensen die voor het eerst over de vloer komen.
Ah, mais oui - il y a déjà des gens, merkt Yannick op. Ik tel ze, Controlled Walking Behaviour, en kom op veertig. Tijdens het concert, er zijn er nog, komt het op vijftig.

vrijdag 12 augustus 2011

vrijdag 12 augustus

De dag begint met een onbelangrijke gebeurtenis, ik ga op de wc-pot zitten en schijt. Ik controleer de consistentie van het product, spoel door en formuleer de bedenking, terwijl ik de zaak afwerk met een reep schijtpapier, dat best veel kwesties op een meer aangename manier afgehandeld zouden kunnen worden als alle betrokkenen op tijd hun gevoeg deden en niet bleven zeulen met de stront waarvan zij zich op een bijzondere eenvoudige manier hadden kunnen ontdoen.

In het tuintje heb ik eergisteren een slak gedood, een volwassen exemplaar van de soort die als naaktslak bekend staat. Het diertje, soms is een verkleinwoord discutabel, bevond zich vlakbij de plek waar een maand geleden engelwortel stond. Van de engelwortel en van nog wat planten was geen spoor meer. Ik spoedde me naar de keukenkast, disselde, grof zout of sel marin of een meer verfijnde soort, wat zou het worden. Ik besloot om de handeling uit te voeren en er niet over na te denken, hoe vreselijk het ook was. Weer in het tuintje merkte ik dat de naaktslak een flink eind opgeschoten was. Of ze nieuwe objectieven had, viel niet uit het traject af te leiden. Ik opende de huls, strooide, de slak kromp ineen, dat zag er aanvankelijk niet eens zo vreselijk uit, het diertje leek zich terug te trekken in een terrein waarvan het de totale omvang wist. Ik keek naar de koker met zout en de handeling die ik net uitgevoerd had, rende naar het keukentje, zonder over wat ook te struikelen, en verstopte het zoutvat in de keukenkast.

Later bel ik Van Ryssen. Er was zo'n hoeveelheid e-mails dat ik er minstens twee uur mee bezig bleef. Van Ryssen is terug uit Le Havre, vernam ik. De weg terug is zo vreselijk geweest dat hij eerst aan helemaal niets denken wil. Het hotel waar hij logeerde had z'n naam aan Oscar Niemeyer te danken, hij had zich geamuseerd met hipshots van de havengeul, had lange wandelingen gemaakt in het havengebied. Ongeveer op hetzelfde moment telefoneert Grégory me. Hij is in het SMAK, we hebben afgesproken met Aymeric en Yannick. Ik werk aan het dossier. Er zijn nog wat telefoongesprekken. Rond een uur of zes beland ik op het woonerf, Aymeric de Tapol en Yannick Franck zijn bezig met de opname. Ik zet alles van me af. Een diepe klank dendert door de ruimte.

Aymeric assis dans le mediaroom devant un STUDER années quatre-vingts. Inscrit sur son visage les mots silence, pas de bruit, ne faire aucun brut.
LES CLOCHES SONNENT. Yannick, paysagiste dans des courants de sons vastes, sonores, obscures. Un paysage déformé, troublant, un vide énorme comme dans le désert, sans repos, extase du vide.
Le Studer, zegt Aymeric, - 'oup'..., de opname is net afgelopen, '... c'est vraiment le top, un son magnifique.'
'C'est bien dans la boîte?' lui demande Yannick.
'C'est très bien dans le boîte, très granulé.' ... ils y avaient toutes sortes de sonorités.

Een bladzijde omdraaien in het notitieboekje: quelle merde de bruit épouvantable - dan het nagelvijltje bovenhalen, très très doucement...

rien de spécial

S'aimer, rien d'étrange, c'est pas ridicule.
Et quand même.
S'aimer, d'un certain facon, d'une manière plus ou moins particuliére,
il faut le dire,
tapoler rien que l'autrui, c'est pas le ridicule.
Et quand même.

donderdag 11 augustus 2011

woensdag 10 augustus

In de zaal voorin zijn Aymeric de Tapol en Yannick Franck met een opname bezig. Gisteren hadden ze een blackout. Vandaag liep alles naar wens. Ze zijn er net klaar mee als ik de ruimte betreed en over Grégory begin, die in Ixelles aan een project meedeed, waar een rel van kwam waar hij De Morgen mee haalde. Van Ryssen zit in Le Havre en had een foto doorgestuurd met een zicht op de zeilhaven vlakbij z'n tijdelijke residentie, Hotel Oscar. Marc is terug uit Grasse en is intussen weer in het kantoor bezig geweest, waar hij orde op zaken stelde. Logistieke ingrepen zijn uitgesteld tot volgende week, de opname heeft voorrang.

zondag 7 augustus 2011

identiteit

Ik heb geen identiteit. Dat is me afgeleerd. Mijn identiteit is een voetnoot, meer is het niet. Ik ben niet meer dan de commentaar op wat ik ben.

vrijdag 5 augustus 2011

kind

Het kind heeft een rode jurk en speelt met keitjes. Op de tuintafel is een keur aan hapjes. Het is avond, geen avond met de stoffige zwoelheid van een zomeravond, in de atmosfeer is een vochtige toon. Het duurt even voor ik plaats neem. In de keuken staat iemand over een kookpot gebogen. Het kind graait met beide handen in de keitjes en werpt ze op een van de treden naar de doorgang. Dat doet ze nog een keer en daarna nog een keer.
Het is een van die avonden waarop een steilte in de bladeren hangt. Een van de zwartgevlekte katjes duikt weg onder de tuintafel. Ze hebben er nog vijf bovenop gekregen, verneem ik. In de tuin is geen weerbericht.
Het kind raapt de keitjes, werpt.

he

Soms maak ik een ommetje. Ik zit niet de hele tijd voor de computer. Soms ga ik met m'n luie gat in de zetel liggen. He.
Op de poef liggen twintig doosjes met werk van Hitchcock, North by Northwest bovenop, en een boek van en over Bunuel. Ik kijk naar de cover van het boek. Het boek is een plant, groeit, takken en zijtakken komen er aan vast te zitten, het groeit, zonder dat de identiteit van het boek verandert. Dingen in de ruimte hechten zich aan het boek, parasitair. Ik lig languit op de sofa, staar naar het plafond. Een ogenblik later spring ik overeind, betreed het tuintje. He. De boterbonen doen het goed.
In de tuin is er specifiek één plek waar ik graag vertoef, een appelaar, niet zo groot en omvangrijk dat ik in de schaduw zou kunnen gaan liggen, met appels die twee aan twee hangen, dicht tegen elkaar aan, en aan de voet van de appelaar lavendel en oostindische kers, grassen en wilde aardbei hebben het areaal veroverd. De vijgelaar is groot geworden, steekt boven de appelaar uit.

donderdag 4 augustus 2011

stats

Ik duik in de stats. Elke blog heeft een reservoir met statistieken. Daar neem ik soms, heel af en toe, wat tijd voor, zonder breivikblik, andere bijzonderheden dan trefwoord, bezoekersaantallen en hoe weinig tijd het neemt om te lezen wat ik schrijf, kom ik toch niet te weten. Bij Query zit dit keer verpleegsters/nonnen bovenin. Iemand heeft dat ingebracht: verpleegsters, nonnen, en kwam in 2010 terecht. Op 9 maart 2010 zou ik het daarover gehad hebben. Laura vana van staat op 2. Ook deze query linkt aan een tekst uit 2010, waar ik me intussen niet zo heel erg veel bij voorstellen kan. Strijkparels voorbeelden gaat langer mee. Wat ik me daar bij voorstellen moet, weet ik niet. In de zoekfunctie duikt het vaker op, strijkparels voorbeelden. Ik heb geen idee wat ze bedoelen. Als ik het wist, schreef ik er een stukje over, alles over strijkparels wat je niet in deze blog wist aan te treffen. De vierde query is verdacht, niet omdat er foto's van sexy meisjes staat, dat soort foto's is bekend en is ook altijd min of meer van eenzelfde soort, maar omdat er Voeg een reactie of plaats een commentaar staat. Ik ben dol op sexy meisjes, daar gaat het niet om, en, trouwens, dat weet iedereen, maar als puntje bij paaltje komt heb ik er weinig aan. Toch is deze query niet helemaal overbodig, dat besef ik net zo goed. Het volgende item is Ben Ter Elst en Studio Skoop en daarop volgen Duralex nummers en Alain Salzer Levi. Met Alain Salzer Levi gaat geen lichtje branden, met Duralex evenmin, ik denk aan lattestores en durex, kom niet tot een besluit, waarmee ik niet bedoel dat het me onberoerd laat. Dat is ook wat telkens opnieuw gebeurt als ik de stats doorneem, het dwingt me om na te denken over dingen in een volgorde die telkens weer zo verrassend is dat ik er een boek over had kunnen schrijven. Duralex nummers. En dan Alain Salzer Levi. En dan de cotelette van Ann Van Den Broek. Ze vragen er om. Dat is er om vragen. Het staat er drie keer: cotelette ann van den broek. Zo gaat het, de statistieken zijn onvoorspelbaar. Na Colette is er iemand uit Nieuwland, dan Tim Cleuren en meteen daarop, dieper wegzakkend in de spelonken van de blog, Paul Citroen, Pablo Picasso en, nog dieper wegzakkend, voorbij de Puinstraat waar een keet te huur zou staan, die intussen wellicht opnieuw te huur staat, een peepshow in de Kuiperskaai, op huisnummer 17.

4 augustus

foto. Daar staat ze - na een verblijf van anderhalve maand,
eerst in de hall, daarna heel even in de Thomsenruimte, opnieuw
in een hangar in een industriële zone vlakbij Brugge: de vitrinekast.


Het boekenmeubel. Tijdens het project van Daniël Dewaele, Over Croxhapox, mei 2011, hadden we in de hall een vitrinekast. Dat had wel iets, die vitrinekast. Schoon he, zeiden we. Fan-Tas-Ties, zei iemand. Daniël had het via het Brugse cultuurcentrum, waar we het enkele weken na het project weer binnenstaken. Dat werd gauw een dagje: inladen, loodzwaar ding, naar Brugge rijden, in een file stranden, Daniël zelf die natuurlijk best zin had in een kop koffie en me, net voor ik weer Gentwaarts zou rijden, een verrukkelijk kleinood toestopte: STRENG VERBODEN TOEGANG, een uitgave van het ICC uit 1978. Goed, afijn, wat volgde. Ik zag het volume van de vitrinekast voor me, hoewel de kast zelf, op vier poten, zich intussen niet langer in de laadruimte van m'n Kangoo bevond. Kijk, grijze hersencelletjes heb je of heb je niet, en ik heb er, voegde ik luidkeels toe, er was toch helemaal niemand die me horen kon, en spontaan begon ik me heel erg opgewonden te voelen, want jawel, het was alsof een interessante, intelligente en daarbovenop, een mens kan niet alles hebben - en toch, desalniettemin, beeldschone jongedame uit de coulissen van het landschap, plots, als in een film van Bunuel, opeens, pats, van het een op het andere moment, langzaam, want zo stelde ik het me voor, langzaam over de pechstrook naar me toe kwam wandelen, of ons want ik had een Poolse, een Slovaakse, een Franse, een Hollandse, nog een Poolse, een Bulgaarse en een Portugese vrachtwagen, zeven stuks, die achter me aan zaten en niet van plan leken om daar mee op te houden, dus reed ik de pechstrook op, remde af, ze stapt in, en dan, een ogenblik later, dan, nog voor ze ook maar één woord gezegd heeft, besef ik: het boekenmeubel. Zo begon het. Het boekenmeubel.

foto boven.: gisteren
foto midden: vandaag
foto onder: Het wordt een kleurloze acrylvernis. Staat niet op de
foto. Of misschien, toch. Helemaal in de linkerbovenhoek.

woensdag 3 augustus 2011

3 augustus

De zomer verdampt in encyclopedie, vertaalwerk, dossier. De sneuljeup en het schaakje zorgen voor een zeldzaam moment van afleiding. Aan de crox-encyclopedie zijn 400 items toegevoegd. Dat heeft het volume verdubbeld. Ook de vertaling naar het Engels, waar Van Ryssen zich mee bezig houdt, kwam op tempo. Ik werk aan het dossier en krijg Sjoerd aan de lijn met de mededeling dat hij een van de documenten niet openen kan. Er is het telefoongesprek met een dame die in Antwerpen woont en de Albaanse nationaliteit zou hebben, wat ze niet zegt en wat ik niet hoor, ze spreekt vloeiend Nederlands, fungeert als tolk. Het gesprek komt op Kosovo en het plan om aan kunstenaars uit die regio een mogelijkheid te bieden om de Vlaamse regio te leren kennen. Dat is ok. Achtergestelde gebieden hebben geen geografische spreiding en het voorschot geen conto.
Huisjesslakken vreten zich een weg naar het hoogste blad van de stokroos, in het kuiltje. In de zaal achterin is Jelle aan de slag. Hij is bezig met het boekenmeubel.

een kannetje met vijf theelepels
de warme stem van radio 1
Yannick die de opnameweek heeft voorbereid
op zaterdag 13 augustus ook nog een concertje
Pools grenen: een bleke fond met rosse en cursieve nerfstructuur
de Dewalt afkortzaag balkjes en reststukken van balkjes
een AIRPRESS compressor en
een losse verzameling voorwerpjes verspreid over de vloer: een plankje, een plak schietnagels, een schroef,
zaagsel,
een balkje met 2 diagonale uiteinden en
een stoel met een zitkussen van zagemeel
een papiertje
een elastiekje
houtsplinters

's Avonds is er een afspraak met Yannick Franck en Phil Maggi. We dineren in Het Gouden Hoofd. Maggi is un copain de Liège, ze zitten in dezelfde branche. Omdat we het over Luik hebben, vraag ik hoe het nu precies zit met die fameuze Luikse bouletten. Dans un restaurant aux boulettes de Liège, verneem ik, il faut des frites fraiches. Hij bedoelt er zijn best veel restaurants waar ze diepvriesfriet serveren. Zijn favoriete plek, pour moi, zegt Yannick, c'est Paris-Brest. C'est devant l'Académie de Beaux arts. L'autre, Lequet, c'est la folklore totale.
Het gesprek komt op Dimitrios Ameliadiotis van Thessaloniki en Paco Ibanez, 'élève et adapteur de Brassens en Espanol'. Hij komt op Ibanez nadat ik, om wat voor reden ook, 'dans le latin, dans le latin, dans le latin' van Brassens op tafel gooi. We hebben het ongetwijfeld over de idioten van het N-VA gehad, het arrogante bakkes van De Wever, bétonné dans le cynisme. We hebben het ongetwijfeld ook over Crates en Hipparchia gehad en Diogène, les cyniques Grecques, post-Socratisch. Crates die, toen ze hem vroegen mais qui êtes vous, zijn tuniek uittrok en zei et voilà c'est moi. Ce n'est pas tout à fait comme les cyniques d'aujourd'hui. En Yannick die de vegetarische lasagne besteld had en zich luidop afvroeg hoe het kwam dat hij soep geserveerd kreeg. Een tel later hebben we het uitgebreid over film waarbij we het er over eens zijn, stel ik vast, dat Cassavetes de absolute top is - al is die top best breed en vlak genoeg om er met honderd tegelijk plaats te nemen, veel van z'n films heeft Cassavetes à l'improviste gemaakt, dat Phil noch Yannick hoog met Hitchcock oplopen, Phil echter geeft gelijk toe dat hij hooguit vier vijf films van Hitchcock zag, Yannick van zijn kant is gek op Truffaut, Léaud wordt bejubeld, Buffet froid van Blier, van Tarkovski verkiest Phil La Sacrifice et Mirroir, waarvan de oorspronkelijke titel Zerkalo is als ik het goed heb, Il vangelo daarentegen, Il vangelo secondo Mateo, we hadden het over Pasolini, vindt hij maar niets, en nadat we het vervolgens ook nog over Fassbinder (zou overleden zijn na een experimentje met fistfucking), Eustache, opnieuw Truffaut, nogmaals Léaud, Bunuel en Godard gehad hebben, komt het op Phil Maggi, waar hij mee bezig is, en Rinus van Alebeek, en leg ik uit dat ze in Vlaanderen best veel bekende vlamingen hebben, intussen wellicht méér bekende dan onbekende vlamingen, en in Wallonië, au contraire, des cons Wallons et rien que ça, waarna Yannick het woord forbo lospeutert, we staan namelijk op het punt om het over Berlusconi te gaan hebben, niet voor het eerst, en het is ook niet de eerste keer dat Yannick begint uit te leggen, terwijl we aan nog een drankje toe zijn, wat ze met forbo bedoelen en dat Berlusconi daar zo'n beetje het prototype van is, mais, en Italie c'est une qualité, être malin, baiser des petites filles, être macho, et non, Yannick le dit en état d'exclamation, j'ai pas dit des petites filles, des adolescentes, waardoor we midden de uitroeptekens belanden en ik me opeens ook de naam van de acteur herinner die met Serrault in Garde à Vue speelt: Lino Ventura, en dat zit gebeiteld, dat ronkt, het gesprek gaat vonken, Ventura, quel phénomène, à table il bouffait, il bouffait, il ne bougait plus, il bouffait, il te regardait comme il voulait te tuer, dat heeft Yannick uit een interview met Bernard Blier, c'est Blier qui disait ça, en Yannick toont voor wat hij zich daar bij voorstelt, bij Ventura die zodra de eerste gang op tafel komt als een gek begint te eten. Dis donc.

papier trouvé

1
bak papier
wasverzachter
donkere wasproduct
kleine fruitsapjes + grote
cola zero
spaghettisaus
hondeneten
kippewit met kruiden
tomaten
tandenborstels electrisch
yoghurt & platte kaas
hesp

2
lat 40cm
stabilo stiftjes
fijn 0,4 punt 88
geodriehoek plooibaar
-> soepel
passer
-> bloemetje
brood

dinsdag 2 augustus 2011

vier foto's




2 augustus

De dag begint en eindigt. Niet als gisteren, of was het eergisteren, met het spumante van een rosse gloed op de nabije rotshoogte, die als een huizenrij hoog boven het plotse areaal uittorent, nee, niet als gisteren, toen was ik om een reden, wat geen nader onderzoek vergt, om kwart over vijf wakker geschrokken, personen die vochtig werden en smolten vloeiden uit de kamer weg, figuren die zich even voordien voorbeeldig gedroegen, we hadden champagne gedronken, iemand had het over de sneuljeup gehad, een van de dames had zwijnerig gelachen, het werd krot & compagnie, op een of andere manier, het spektakel keerde zich in tal van acrobatische bochten, ik zat naast iemand, we dronken de godenpis uit gouden schaaltjes, iemand die het over Heidegger had, en toen zat ik opeens naar die rotshoogte te kijken. Het oranje ging net tot de bovenrand van het raamkozijn. Tussen het oranje en de vierhoek van het venster stonden de silhouetten van donkere partijen. Vandaag stap ik de gang op zonder naar het slaapkamervenster om te kijken. Ik laat het badkamerwater lopen, scheer me. In de inbox zijn geen nieuwigheden. Ik maak een broodje kaas en inspecteer de pepers in het tuintje.

maandag 1 augustus 2011

de mus

Een mus. Is 't een mus? Het is geen mus. Een fiet, de teuf misschien. Een andere nakomeling van de dinosauriërs dus.
De nietmus gaat op de rand van een bloempot zitten. In de pot vijf pepers. Hoog schiet het niet op. Kijkt die kant op, geen kat te zien, kijkt de andere kant en pikt. Pikt aan de bloempotrand. Pikt twee keer. Verplaatst zich. Zelf kan ik het niet: hop, één simpel sprongetje en de mus, geen teuf, geen fiet en opeens ook minder mus, zit de andere kant op, wipt - weer een tel later - van bloempotrand naar stoelleuning, een sprong waarmee ik, als ik het kon, meteen al voorbij de dakgoot zat.
Ik kom tot inzicht. Een mus is het niet. En een tel later: weg. De teuf misschien.