vrijdag 5 augustus 2011

he

Soms maak ik een ommetje. Ik zit niet de hele tijd voor de computer. Soms ga ik met m'n luie gat in de zetel liggen. He.
Op de poef liggen twintig doosjes met werk van Hitchcock, North by Northwest bovenop, en een boek van en over Bunuel. Ik kijk naar de cover van het boek. Het boek is een plant, groeit, takken en zijtakken komen er aan vast te zitten, het groeit, zonder dat de identiteit van het boek verandert. Dingen in de ruimte hechten zich aan het boek, parasitair. Ik lig languit op de sofa, staar naar het plafond. Een ogenblik later spring ik overeind, betreed het tuintje. He. De boterbonen doen het goed.
In de tuin is er specifiek één plek waar ik graag vertoef, een appelaar, niet zo groot en omvangrijk dat ik in de schaduw zou kunnen gaan liggen, met appels die twee aan twee hangen, dicht tegen elkaar aan, en aan de voet van de appelaar lavendel en oostindische kers, grassen en wilde aardbei hebben het areaal veroverd. De vijgelaar is groot geworden, steekt boven de appelaar uit.

Geen opmerkingen: