vrijdag 27 februari 2009

vrijdag 27 februari

Frips doet permanentie. Stefaan en Steffie zijn in de witte ruimte bezig. Robbert belt me. Bestuurslid Coene springt binnen, Kathy komt een kijkje nemen. Het brainboxproject is in een cruciale fase. In de speakers laait Lila Downs. Robbert en Frank zijn net terug uit New York en Stefaan heeft in z'n vinger gesneden. Jan Verbruggen springt binnen. Hij en Ischa van Fortlaan 17 en Christophe van Secondroom organiseren Zenne 17 Zenne. Er is een brief van Stad Gent, ze subsidiëren het brainboxproject.

donderdag 26 februari 2009

donderdag 26 februari

Kubusballen, fetisjsjotten.
Feist en 'The saddest part of a broken heart'.
Drie bladzijden Snijders.
Thomas Karz (D), Without Subject #1 & Without Subject #2. (balkjes, plexiglas, handeling)
De venstergaten afwerken. Iemand zegt dat het kleine, vierkante stuk een dakraam wordt. En het satijnen kussentje een vloermat.
Figuurzaag kopen.
Godverdomme, een boor die in twee breekt! (inhoud tot de inhoudelijke macht: een boor die in twee breekt)
Tuur springt binnen. Tim springt binnen.
Eerst de scharnieren. Scharnieren van SENCYS, acier zinqué.
Heeft een schar nieren?
De eerste plaat gaat er op. De tweede plaat gaat er op.
10 korte balkjes.
Gesprekje. A zegt: 'Hier is nog een klein stukske.' B antwoordt: 'Ja maar nee, dat is...' A begrijpt wat B bedoelt en zegt: 'Ik heb niets gemerkt.'

woensdag 25 februari 2009

woensdag 25 februari

In brainbox hebben we een interessante ontwikkeling. Gisteren hebben ze een rustdag ingelast, Steffie wou minstens een dag om te filmen. Vandaag werken ze het hok af. We bekijken een filmpje.
Er is een afspraak met Nathalie van H-art. Böing nam contact op met König, boekhandel König te Keulen. Ze nemen het crox-fonds, 3 exemplaren van alle publicaties. Ook het Ludwigmuseum zou interesse hebben. De praktijkgerichte filosofie van croxhapox valt er in de smaak.

's Avonds is er een vergadering van het webteam in de keuken van Puinstraat 42. Luc ging met Versatility 4 aan de slag. Het idee is om de site functioneler te maken. We hebben een verjaardag, de jarige plaatst twee flessen Colet extra brut op tafel.
Bestuurslid Van Ryssen is op dreef. 'Ik heb nog lampkes voor in zo'n parabolisch flash ding,' zegt hij. 'Als ge een parabool hebt en in het centrum van die parabool staat een reflector, dan krijgt ge parallelle uitstraling.'
Het gesprek komt op youporn en red tube. Gaming werd nummer 1, vernemen we, porno volgt op 2. Het is Van Ryssen die dit soort dingen weet. Encyclopedisch, die Van Ryssen. En hoe het komt dat de omzet van porno gedaald is, of we dat willen weten. Omdat er op internet intussen zoveel gratis porno ter beschikking is. Van de weersomstuit komt het gesprek op Cine Leopold.

'Ik denk dat we de essentie nu hebben,' resumeert Luc. (lachsalvo)

het patattenkraam

Theorie verkoopt patat theoretisch. Patat in een theoretische verpakking, de industriële dictatuur van het kauwen op luchtledigheid.

Wat fijn om over theorie te beschikken - in theorie... want theorie, wat is het in praktijk. In de actuele kunst zijn er twee stromingen, een praktijkgerichte en de theoretische. In de theoretische stroming hebben academici en doctoraten de bovenhand. Ze hanteren de methodiek en de definities van het elitaire academisme van eind twintigste eeuw, op zijn beurt verwant aan het academisme van eind negentiende eeuw. Academici bepalen wat kan en wat overbodig is, zij weten hoe de kunst van de 21ste eeuw zich ontwikkelen moet. Ze willen een theorie-gerichte praktijk. Sterker, kunst bestaat alleen omdat er getheoretiseerd wordt. Binnen deze stroming is het de theoretische duiding die een oeuvre belangrijk maakt en het eind ervan bepaalt, en het begin. Alles is theorie, theorie is alles.

De praktijkgerichte theorie oriënteert zich op het hier en nu en laat de kunstenaar aan het woord. Dat is een wereld van verschil.
Het verkopen van kunst is opnieuw een wereld van verschil. Voor iemand die weet wat verkopen is, hebben een goudklomp en een drol dezelfde waarde.

zondag 22 februari 2009

zondag 22 februari

Ijmuiden dommelt. Cargo's hoog als appartementsblokken schuiven over het kanaal. Aan de overzijde van het kanaal ligt een gigantisch industriepark. Ijmuiden zou de zesdegrootste zeehaven van Europa zijn, de vissershaven een van de grootste. Vooral kabeljauw. Ook buitenissige vissen uit Afrika en Thailand. We rijden door het havengebied. Er liggen veel Engelse boten. Joop vertelt. Vijftien jaar geleden bulkte de buurt van pooiers en drugsbendes. In Ijmuiden-aan-Zee bouwden ze kolossale appartementsblokken. Het politiekorps zat mee in de trafiek, hield een oogje in het zeil. Het is een commisaris uit Utrecht die de zaak aan het rollen bracht. Nu is 't een cleane buurt, magazijnen, loodsen, hier en daar nog wel een bordeel, een sauna en een drukbezocht restaurant op een plek waar je het niet verwachten zou, tussen de hoge, bakstenen havenloodsen.
Ijmuiden was een van de secties van de Linie van Amsterdam. Of ik weet wat dat betekent. De Linie lag als een gordel om Amsterdam. Het fortement midden de monding is een restant van die Linie. We hebben het over 1870. Amsterdam was toen een van de best verdedigde havensteden ter wereld.
We rijden naar het duingebied. Hier heeft Joop z'n jeugd doorgebracht. Hij en Klaphorst zijn uit Zandpoort. Waar Klaphorst uithangt? In Afrika. Heeft drie vrouwen, was onlangs op teve. Het duingebied strekt zich uit van Ijmuiden tot Rotterdam. Honderd kilometer ongerept duingebied, af en toe een dorpje. Zandpoort ligt midden het duingebied, werd een vakantie-oord van Duitsers. Dwars door de duinen gaat een linie van bunkers. De Chinese Muur zeiden ze. Ze kwamen er spelen. Het gebied staat vol kreupelhout. Vroeger werden de duinpannen gebruikt om schar te drogen.
We rijden naar een plek waar familie van Joop scharren droogde, een brede duinkom die nu vol struikjes staat. Boven de duintoppen kan je Ijmuiden-aan-Zee zien waar het topje van de ijsberg woont, de heren van Amsterdam. Zuid- en landinwaarts is Driehuis. Landerijen, bossen, paarden, alles keurig als in een prentenboek. We rijden naar Zandpoort en dan weer richting Ijmuiden.
's Avonds vertelt Dawa over het smoelenboek. Ze heeft een vriendin die bij de politie werkt. Het smoelenboek is een inventaris van alle criminelen van Utrecht tot Amersfoort. Er zitten een paar engerds bij. Je komt te weten wie gewapend is. Van eentje, grapt Dawa, stond er dattie een infectie had zodat je maar beter uit z'n buurt blijven kan.

We eten slavink, rode kool, aardappel en appelmoes. Het gesprek komt op de verloedering van de media.
'Geen idee waarom ze ons dat aangedaan hebben,' mompelt Joop. Onlangs was Wilders op teve. 'Kunst en zo, al die linkse onzin, dat kunnen we maar beter stoppen,' zou Wilders gezegd hebben.

zaterdag 21 februari 2009

donderdag 19 februari

8u. Iemand van Filliaert installeert een cijferslot. De handleiding is net zo doeltreffend als kerklatijn. 'Laat ik er geen doekjes om winden, laat ik met de deur in huis vallen' (ik citeer A.L. Snijders, Heimelijke Vreugde 1, blz. 101): De enige gebruiksaanwijzing die ik van a tot z gelezen heb is die van Perec. Snijders 5 kinderen, lees ik. Ik ben een Afrikaan, geeft hij toe. Het cijferslot gaat tot 300 combinaties. En recht voor de raap he, die A.L. Snijders: religie is hondenbrokken. Je zou ook kunnen zeggen, hoewel je dat niet zeggen mag: uitroeien die handel. De persoon die het cijferslot installeert is van een andere orde. Hij weet hoe je zo'n slot installeren moet, drinkt geen koffie, heeft geen andere behoefte dan het slot intact aan de poort te bevestigen.
Ik ga in de stockruimte aan de slag, dump het afval in de container. Hier, in de kleinste van beide stockruimtes, draait het vierkant. Boortjes werden in een bakje met gebruikte schroeven gedumpt en op een storthoop van dozen propvol afval en afgedankte ventilatoren kwam een onontwarbaar kluwen van bekabeling terecht. Ik sorteer het gerief. Af en toe is er een vondst, iets zonder duidelijke identiteit, een voorwerp zonder betekenis, iets waarvan ik niet weet hoe het in de stockruimte terecht gekomen is, iets waarbij ik me afvraag wat het nut ervan geweest zou kunnen zijn, het relict van een bedoeling, de materiële schaduwzijde van een handeling en soms voel je het tegendeel: voorwerpjes waaraan naast elk nut ook de handeling ontbreekt.

11u. Marc. Ik heb Marc gebeld, besef dat hij de enige is die het cijferslot aan kan. Frips en ik zullen er beteuterd bijstaan, weerloos en luidkeels schaterend zonder dat het een zode aan de dijk brengt, ik weerloos en Frips luidkeels schaterend, die volgorde maakt deel uit van het protocol. Godverdomme, ik mag ik er niet aan denken dat ik dat cijferslot aan Frips uitleggen moet.
Bestuurslid Coene parkeert z'n fiets op het woonerf en ik zie het meteen, dat cijferslot vindt hij maar niks. Hij moppert dat het wat gaat worden met dat cijferslot.

14u. Frips opent het schijfje met de gebruiksaanwijzing van het cijferslot. In veertig talen tegelijk, Babylonisch. We scrollen tot helemaal onderin, vinden geen bruikbare informatie. Marc houdt zich op proefondervindelijk niveau met het cijferslot bezig en Leus springt binnen. Het gesprek komt op het pre-advies. De hoofdredacteur belt, Parys Printing liet weten dat het boek van Johan Joos klaar is.
Frips en ik zijn nog aan het scrollen - gewoon voor de volledigheid, een ogenblik eerder waren we toch al tot de conclusie gekomen dat de gebruiksaanwijzing meer dan waarschijnlijk voor aliens bedoeld is - als Marc met de mededeling op de proppen komt dat hij al wat codes heeft aangemaakt. We lachen uitbundig. Het grote mysterie van de gebruiksaanwijzing, voor Marc is het een koud kunstje.

woensdag 18 februari 2009

woensdag 18 februari

Ook vandaag is Eduardo in de grote zaal bezig. Hij werkt aan een reeks grote akwarellen. Ik breng de boekhouding op orde, luister naar Feist en Rist. Neem me niet kwalijk, ik ben geen liefhebber van al dat papierwerk. Wie wel. Met de belastingbrief heb ik de nare gewoonte om alle items met een dwarse streep aan te kruisen, er mijn handtekening onder te plaatsen (en zoals het in Noorwegen moet: de handtekening is leesbaar), het document vervolgens te vergeten, bijvoorbeeld ik verlies de datum uit het oog en het maakt eigenlijk ook geen zak uit want die heimelijke vreugde is best een boete waard. 't Is best die boete waard. Hoe loopt het af als je als mens alleen nog uit dit soort stukken zou bestaan. En hoe vaak ben je mens? De smerigheid van een handdruk, de ellende dat je telkens weer die totaal nutteloze handtekening plaatsen moet, het besef dat ze alles weten maar dat ze niet weten wie je bent in het duistere niemandsland, in het withete licht, in die onleesbare kolf waar het document in een kolkende vloed van raadsels verandert.

De woorden die je schrijft zijn de woorden die je verliest. Is er iets te winnen? Over belangrijke kunstwerken valt niets te zeggen.
Eduardo Aruta uitleggen dat we het afval sorteren, dat plastiek en colablikjes in de blauwe, dat het andere afval in de gele thuishoort. Zelf vind ik dat gedoe met gescheiden afval bij het haar getrokken, afval is afval.

Iemand moet de laatste mens zijn.

maandag 16 februari 2009

maandag 16 februari

Dan Van Severen is dood. In De Standaard een volle bladzijde. Een dagblad dat z'n grootmeesters niet eert, dat komt niet weg met de aardappelschillen, daar steek je geen kachel mee aan.

Theophile, grootvader van vaderszijde, las Het Volk. Om de krant te lezen ging hij in het fauteuil naast de koekoeksklok zitten. Er hing een rare lucht in het kamertje, ze woonden aan de vaart. Elke dag kwam gekookte aardappelen op tafel, de ene keer met een kotelet, een andere keer met worst of vogel zonder kop, bloemkool, spruiten. Het wijf jammerde dat ze geen leven had. Dood had ze wel. En hoeveel woorden ze veil hadden in Het Volk toen Marietje uit de sluis aan de Stinker en de Blinker opgevist werd. Hebben ze een stukje geplaatst? Heeft Theophile dat stukje gelezen? Dat z'n wijf verdronken was, dat het gerucht ging dat het zelfmoord was en dat ze bruin zag alsof ze uit Costa Rica kwam.

In De Morgen, mensenlief, hebben ze het overlijden van Dan Van Severen gereduceerd tot een kort bericht onderaan de bladzijde. Meer woorden moet ge daar niet vuil aan maken, zullen ze gedacht hebben.
Volgens de cultuurredactie van De Morgen - voor zover ze daar nog zoiets hebben dat daaraan beantwoordt - zou Van Severen op 72-jarige gestorven zijn.

's Namiddags is er een afspraak met Eduardo Aruta. Hij belt me rond een uur of elf.

zondag 15 februari 2009

zondag 15 februari

Ik open de poort. Hoe simpel en betekenisvol is het lidwoord. Geen poort in Oekraïne waar een in medialucht gebakken stuk rund me staat op te wachten geflankeerd door drie apenkoppen en een matrone in een mantelpak van dollarbiljetten, geen poort in Brussel waar ze ook heel wat poorten hebben, geen poort in Parijs, geen poort in Genua, geen poort in Amersfoort. Nee, de poort. En hoe simpel en betekenisvol het werkwoord is. We openen de hele tijd door van alles en nog wat, een colablikje, de inbox, een panelgesprek, het mediacircus, een enveloppe. Is het Nooteboom die over dit laatste opmerkte dat je een geopende enveloppe nooit meer sluiten kan?

Jos springt binnen. Hoe misleidend in dit geval een werkwoord is: hij moppert, heeft z'n dagje niet. Gisteren hebben ze z'n vader begraven. In Sint-Niklaas. Want hij is van Sint-Niklaas. Dat deed wel iets, die geboortegrond. De landschappen he, zegt hij, in Gent hebt ge dat niet. En zo'n begrafenisweek gaat in de kleren zitten. Hoe is zijn vader aan z'n eind gekomen, vraag ik. Den ouwerdom, moppert Jos. Slijtage. Het ene moment leefde hij nog, het andere moment was 't ie dood.
Het mensdom wordt de hele tijd door vervangen. Mislukking, slijtage, een afvalberg. In een sfeer van geluk en misère worden de vervangstukken aangemaakt. Meestal gaat het mis met die vervangstukken. Ze gaan een eigen leven leiden, raken zoek in andere levens. Voor de producenten van het vervangstuk blijft na verloop van tijd vaak niet veel meer dan een verzameling momentopnames, foto's die de handleiding documenteren. Soms komt er eentje weg met een biografie. Alle biografieën samen veroorzaken zo'n stank dat je beter af bent zonder.
Een expert buigt zich over de nutteloosheid. Het vervangstuk wordt torenhoog bejubeld en die bejubeling is telkens weer zo prachtig dat je tranen in de ogen krijgt.

We bekijken het werk van Mil. Er zijn nog bezoekers. Sommigen kruipen, anderen staan of liggen.
De pastoor van Hoevene komt een kijkje nemen. Hoevene is boven Antwerpen. In Hoevene slachten ze ganzen door ze de kop om te wringen. Wat ze doen, ze knopen het dier aan een galg en gaan er vervolgens om beurten aanhangen, gezonde boerenjongens met gezond boerenverstand. Ze zuipen, het keelvocht vloeit, de dorpelingen joelen en de pastoor komt een kijkje nemen. Mil is opgegroeid met dat ritueel, ze woonden aan het dorpsplein. Tegenwoordig doen ze het met een dooie gans. Ze gaan er aan hangen tot de nekwervels van het dier het begeven. Je staat er van te kijken, zei Mil, ze gaan er met hun volle gewicht aan hangen en toch duurt het uren voor ze die gans kapot hebben. En dat ze het vroeger met levende ganzen deden.

Achtentwintig bezoekers op een zondag, is dat weinig of is het veel? En hoeveel kunstenaars, van die 28? Ik heb ze geteld, het waren er vijf.
En wie nog? Een galeriste uit Antwerpen, de pastoor van Hoevene, twee Italianen, iemand uit Montpellier, voorts ook enkele bussen die voor de musical kwamen - jamaar dahebbewenie, zei ik - en vijf Turkse jongens van een jaar of tien.
Waar ze wonen, vroeg ik aan de Turkse jongens. Aan de Dampoort, zei de dikste en oudste van het groepje. Ze hadden er wel zin in, waren trouwens al eens in crox geweest, gingen een kijkje nemen in de witte ruimte. De jongsten jenden elkaar en begonnen heen en weer te rennen. Hou daarmee op, zei ik. Ze hielden ermee op. De oudste en dikste vroeg wat het betekende. Dat filmpje. Hij wees naar het filmpje, het filmpje met Michel die een zwarte stoel in gruzelmenten slaat. Ik vertelde wat het betekende, ze knikten. Dus dat betekent het, zei ik.

zaterdag 14 februari 2009

zaterdag 14 februari

De gebruikelijke handelingen. Van die handelingen is er nooit een de eerste, behalve de eerste, en nooit een de laatste, behalve de laatste. Het zijn dezelfde als vorige week en tegelijk zijn het toch andere handelingen. Die redenering hebben we aan een Griek te danken: je kan geen twee keer dezelfde poort openen, geen twee keer dezelfde afstand afleggen, geen twee keer dezelfde gedachte hebben of aan hetzelfde denken, geen twee keer dezelfde afspraak vergeten, geen twee keer hetzelfde jasje aan hebben, geen twee keer dezelfde vloer vegen en twee keer hetzelfde stof bijeenvegen kan evenmin. Daartegenover staat dat het telkens weer dezelfde handelingen zijn, dezelfde poort (die met een makkelijk te plaatsen tijdverschil van amper enkele uren nog wat meer dan gisteren aangetast is door wind en regen), het gebaar is hetzelfde en het is bovendien ook nog eens dezelfde hand die een sleutelbos uit de vestzak opdiept. Dat is zo een van die zekerheden. Want... 'als je weet dat hier een hand is'... Eerste zin van Over Zekerheid. Ludwig Wittgenstein. Trouwens, heb geen tijd gehad om een andere vestzak aan het jasje te naaien. Was nergens voor nodig trouwens. En net als gisteren betreed ik geen kerkje in Noordelijk Brabant, geen hacienda in Patagonië, stap ik niet uit een Jeep in Centraal Congo en bevind ik me niet in een vlucht van Ryan Air boven de suikertopjes van het Alpenmassief maar betreed ik voor de zoveelste keer het fabriekspand, via het woonerf, via het woonerf, een andere in- of uitgang hebben we voorlopig niet want het trapgat is dicht getimmerd.
De volgorde van de gebruikelijke handelingen varieert. De handelingen kortom zijn dezelfde, de volgorde niet. Vandaag maak ik eerst licht in de kubusruimte nadat ik de schoudertas op een van de bierbakken heb geplaatst. In de hall verplaats ik een stoel. Ik stap door de corridor en activeer de apparatuur van de zesde brainbox-unit. De beamer van L'Homme Dix Heures Pile maakt een steunend geluid. Knopjes indrukken en wachten tot het beeldscherm van de laptop oplicht. Duurt een tijdje. Ik stap naar de grote zaal, steek het licht aan. Op wat verfschilfers na is niets naar beneden gekomen. Bezoekers betreden de hall, schoorvoetend, ze zijn nooit eerder in croxhapox geweest, 't is een jong koppel en geen achterban, van Mil noch Haritz weten ze af. Ik activeer de internetverbinding en ga in het keukentje aan de slag, steek een sigaret op en deponeer Heimelijke Vreugde 1 bovenop het dossier. Met Snijders schuif je over heerlijke bladzijden. Het bootje van papier gaat op volle kracht. Ik heb nog wat post door te nemen en zoals meestal is het merendeel ook dit keer voor de papieremmer. De stemmen van het koppel zorgen voor een aangenaam moment, ze bekijken en becommentariëren het werk van Mil, nemen echt hun tijd om elk werk met volle aandacht te bekijken. Hetzelfde doen ze later met de werken van Haritz Guisasola Izeta. Er zijn nog bezoekers, een koppel dat voor het werk van Mil komt en bezoekers uit Grimbergen, ze zijn hier al wel vaker geweest, croxhapox staat met stip bovenaan in hun welke-tentoonstelling-zullen-we-eens-bezoeken-agenda. Een van de bestuursleden springt binnen en gaat koffie kopen, we zitten zonder. Ik breng het kantoor op orde, bevestig een werk van Jelle en Sarah aan het plafond, prik een ansicht aan het houten tussenschot van een rekje, controleer de dozen met boeken.

vrijdag 13 februari 2009

vrijdag 13 februari

voormiddag

Vier grijze muren, melkgrijs, een blauwe vloerbedekking, fragiel blauw. Foto, schilderij, installatie, still van een work in progress, situatie, het heeft van alles wat, is alles samen, is het een noch het ander.
Ik bevind me in een kamer op het gelijkvloers van een bedrijf dat zich met patronale bijdragen bezighoudt, een vestiging vlakbij het Maria Hendrikaplein.
In een van de hoeken van de kleine ruimte is een stapel kartonnen dozen.
Later gaat het naar Gandagas waar ik 3 lege butaanflessen aflever en 3 volle meeneem. Dan naar Midas aan de Dampoort - de wielen van het autootje strak zetten - en wat aankopen in een vlakbij gelegen negorij. Hier een Engelse sleutel. De Engelse sleutel die we hadden is spoorloos.

namiddag

Stijn met een maquette van crox-boek NR13 en Thomas met drie versies van het ontwerp voor een bierviltje, het ontwerp is van Ginger.
De eerste bezoekers zijn uit het Antwerpse, ze komen voor het werk van Mil, maken grapjes en schaffen zich een karrenvracht crox-cards aan.
De kinderstemmen van het nabijgelegen speelterrein, een Freinetschooltje. Regen warrelt over het woonerf. Cinquantesept belt me - afspraak dinsdag eerstkomend - en Base springt binnen. Er zijn wat anonieme bezoekers. We drinken en kletsen. Thomas heeft nieuw werk, schilderijen en, voor de verandering, zilverwerk. Ik introduceer het Zenne 17 Zenne project.
Halfzes. Iedereen is ervandoor. Paul en Jaring springen binnen. Ze komen uit Den Haag. Paul is een Hagenaar. Jaring studeert in Leiden, studeert kunsthistoriek. Een kennis uit Antwerpen had gezegd: croxhapox, daar moet je eens langsgaan. Ze deden het S.M.A.K., de solo van Manders, en in het HISK hebben ze Hans Martens gesproken. Ze zijn ten zeerste benieuwd wat croxhapox te bieden heeft. Ik geef een woordje uitleg.
'We gaan eerst naar Ceulemans,' besluit Paul na het woordje uitleg. Later komt het gesprek op de Haagse scene, dat croxhapox in Vlaanderen zowat in z'n eentje dat aspect invult, dat Rotterdam en Amsterdam bovenliggen, ook in de pers. De Nederlandse pers, vinden ze, is amper beter dan wat in Vlaanderen gebeurt. De Volkskrant en NRC zijn beetje beter maar nu ook weer van die aard dat het vreugdevuur laait. De vantillolisering, het is een fenomeen dat ze ook in Nederland kennen: vulgarisatie, mainstream, kak drijft boven.
We zakken af naar Het Gouden Hoofd. Alle tafels zijn gereserveerd maar we kunnen toch aan een tafeltje achterin terecht. De dagschotel is kabeljauw uit de oven met een sausje van groenten.

woensdag 11 februari 2009

woensdag 11 februari

Dat we een turntable hebben. De kleur is blauw. Een turntable? En Robert een mengpaneel. En wat later Yannick. Geen idee. Godver. Godverdomme. Groen petje had hij gezegd. Het regent. Hoeveel cd-players...? Honderd? Ja, nee, wat dacht je. Maak er drie van, maak er vier van, twee Panasonics, een Sony en eentje die het een vervelende klus vindt. Marc springt binnen. 'Nee, beeldhouwkunst he, geen beeld en installatie,' legt Wouter uit, 'dat is Noël.' Niemand. Niemand. Of we een tafel hebben. Om kwart na aan het stationsplein. Over het apparaatje dat het een bass octave is, makes it lower, en het andere ding is a distortion pedal. Patrick oppikken aan Gent Sint-Pieters. Petje, groen petje. Regen zeikt over het asfalt. Robert was in Amsterdam, reist door naar Parijs, blijft slapen bij Peter en Cindy. Vier schragen, een plank, bekabeling, beetje publiek, meer hebben ze niet nodig. Vijf uur 's avonds, het Maria Hendrikaplein, regen, aan een van de kraampjes hangt een geur van in ranzig vet gebakken ui en braadworst. Waar zo'n KORG voor dient... gitaareffecten? - 'c'est très simple,' Patrick zegt het met de achteloosheid van een beroeps, 'c'est mon kit cycliste'. Wat anders. Wattie in Amsterdam deed, vroeg ik.
Wouter Feyaerts en het verzoek om ergens begin mei eerstkomend een toonmoment te reserveren.

maandag 9 februari 2009

maandag 9 februari

10u Het controleren van de glascontainer. Gsm teruggevonden in auto.
10u30 In m'n inbox zitten zoveel mailtjes dat ik geen tijd heb om alles door te nemen. Een vloed die heel af en toe voor een aangename verrassing zorgt. ZICHT van Karin Borghouts bijvoorbeeld.
Selectieve progressie = deleten wat geen betekenis heeft.
Luc houdt zich met info@ bezig. Dat was enige tijd geleden zo'n storthoop aan berichtjes en weetjes geworden dat er geen doorkomen aan was. Wat Luc doet: hij neemt de info@-inbox door, selecteert die berichtjes waarvan hij meent dat ze relevant zijn, stuurt dit naar me door en dumpt de rest.
Een of andere spaghettivreter, een zekere Pissarro, blijft ons lastig vallen met mailtjes over de fantastische kunstwerken die hij maakt.
13u15 In de Gentse binnenstad is bijzonder weinig te beleven. Het regent. Vlakbij het stadhuis loop ik Kristof van Kamikaze tegen het lijf, hij zeult met een contrabas. We spreken af dat hij me later op de dag zal bellen om uit te maken wanneer ik z'n versterker terugbreng.
14u Afspraak met Klaas Vanderlinden. Klaas woont in de Donkersteeg. Merlyn telefoneert me.
15u. Merlyn. We drinken thee, bladeren door een editie met werk van Pontormo. Het gesprek komt op Tintoretto en El Greco, op het Prado, Goya, Velasquez. We rijden naar het woonerf, Merlyn ontmantelt het drumstel, we laden in. Op het woonerf is niemand.
16u30. In de Veldstraat loop ik Gwen tegen het lijf. Dat ze het gedoe met die kappers voor bekeken hield, zegt ze, en dat ze boeken leest.
Ik schaf me een Panasonic Lumix aan en twee cd's, een van Moloko en een van Roisin Murphy.
17u. Kristof belt me. Het regent. We spreken af dat ik de versterker 's avonds rond een uur of acht in de Pelikaanstraat aflever.
18u10. Door het avondverkeer bladeren. Black Fire van Andrew Hill. Een Atlantische storing zeikt over het asfalt.
18u40. El Negocito. Hier Nico Sall en Younes Zarhoni. Ik bestel de pescado frito. Met Roger over het samenwerkingsverband. Dat Luc van MER met een interessant voorstel kwam. Los hiervan: Steffie. Geen woord over Smeraldina Rima. De jongens laten niets van zich horen. Af en toe wel een zijdelings gerucht, ze kloppen zich op de borst, ontkennen alles, weten niet wat er aan de hand is, het neusje bloedt.
20u. Ik bel aan de poort waar tot voor kort Muziek Lod zat. Kristof opent de poort. Het regent, we rennen over het voetpad.

woensdag 4 februari 2009

donderdag 4 februari

voormiddag

Ik rij de autosnelweg op richting Antwerpen. Afspraak met Mil. Het baanvak ter rechterzijde is een ononderbroken kolonne. Het regent maar dat lijkt niets uit te maken, de hele tijd door wijken trucks uit naar het middenvak. Ze vervangen het landschap. Er is geen landschap, er zijn de trucks, een kolonne die overal in Europa begint, in Galway, in Milaan, in Bielefeld, en om het even waar eindigt, en al die routes passeren België. Het is een slagveld. Net voor de Kennedytunnel gaat de klerezooi trager rijen, we duiken de tunnel in, ik neem de eerste afrit, centrum Antwerpen.