Foto van de foto van Ode. Op de foto van Ode een werk van Evelyn en de hand van Ode. Op de hand van Ode een werk van Evelyn.
Oona's Choice, het zogeheten 'mannetje', objet troublé, wat ze bij Colette thuis aantrof, en een field recording, zoals ze dat noemen, van, een geluid van, behalve Colette en Oona geen mens die het weet, van muizen, bijvoorbeeld.
Detail uit het werk van Jan Op de Beeck. Een foto uit het atelier van Veerle Beckers.
De O van Ode de Korte. Op de foto een kegel ziet de zwarte latex-O er in werkelijkheid meer als een trefzeker geschapen bult uit. Een bulletin. Het zwarte gat: een nylonkous verheimelijkt de aanwezigheid van een wit apparaatje dat een schrapend geluid voortbrengt.
Bob. Distopische kop. Helm [masker] van een distopische ledenpop.
woensdag 29 november 2017
zondag 26 november 2017
AYNITL [3]
STAR CHAMBER. Host: Kasper Bosmans, guest: Jan Op de Beeck. 18 granaatappels. De granaatappel komt niet voor in het standaardwerk van Thijsse, Geïllustreerde flora van Nederland, Handleiding voor het bepalen van de naam der in Nederland in het wild groeiende en verbouwde gewassen en van een groot aantal sierplanten (met meer dan zesduizend figuurtjes!). De Punica granatum Bosm. hangt niet in bomen en/of struiken maar komt uitsluitend in mandvorm voor. Daar zij reeds geplukt is, hoeft ze niet nog eens geplukt te worden. Hoewel zij zeer aan de oorspronkelijke granaatappel verwant is, die wel in bomen en/of struiken hangt, gaat het ongetwijfeld om een industriële variëteit.
Links: een werk van Jasper Rigole - guest: Liesbeth Henderickx. Midden: een werk van Sébastien Conard, ANTS AT WAR - guest: Kasper Andreasen. Rechts: Nikolaas Demoen, een houtsnede, PEUT-ÊTRE - guest: Evelin Brosi & Elvis Bonier.
Onder: THE ORDER OF THINGS, Jasper Rigole.
1964: Jean-Paul Sartre, Les mots. 1965: Les choses, Georges Perec.(1) Eerste zin: L'oeil, d'abord, glisserait sur la moquette grise d'un long corridor, haut et étroit. 1966: Les mots et les choses, Michel Foucault. Engelse vertaling: The Order of Things./ Een discrete verwijzing naar de orde, de volgorde, het verloop: eerst de ontmoetingen, de gesprekken, de woorden, dan de dingen in aanvoegende wijs, parfait ou imparfait, en pas hierna het gesofisticeerde debat.(2)
Boris Van den Eynde - guest: Bart Lodewijks.
Veerle Beckers - guest: Nikolaas Demoen. TIMBRE, 2017.
onder: Lore Smolders - guest: Bob Van de Putte.
[1] Georges Perec, Les choses, Une histoire des années soixantes. Ed. René Julliard, 1965. Eerste druk. Voorin, bladzijde 3, onder de editoriale mededeling Les Lettres Nouvelles publication dirigée par Maurice Nadeau, een blauwe stempel, ATHENEE ROYAL DE DÜREN, BPS 12, 4090 FBA. Die stempel staat ook op bladzijde 51 en nog een keer helemaal achterin, op het grijsgroene schutpapier. Op bladzijde 6 een rode, ronde stempel: MINISTERE DE LA DEFENSE NATIONALE - BIBLIOTHEQUES D'UNITEES, met code 66/1471, en daaronder
84-3
PER
66 suggereert dat het boek werd aangekocht in 1966. De leeskaart geeft aan dat geen van de rekruten op het idee kwam om Les choses van Perec te lezen. De kok en andere titularissen evenmin.
[2] The "Sophist's wit" was the ability to propose a false reasoning in such a way that it appeared true (the method favored by Celestina) either because it distorted the rules of logic and had only the semblance of truth or because it reached an unacceptable conclusion. The term and its pejorative meaning derived from Aristotle, who associated Sophists with slanderers and thieves. The Sophists, Aristotle had taught, were noxious because they labored by means of seemingly logical arguments, using subtle falsities and reaching fallacious conclusions, thus leading others into error. For example, a Sophist might try to convince a listener to concede a premise (even one totally irrelevant to the thesis) that the Sophist knew beforehand how to refute. [Alberto Manguel, Curiosity, page 53-54].
Links: een werk van Jasper Rigole - guest: Liesbeth Henderickx. Midden: een werk van Sébastien Conard, ANTS AT WAR - guest: Kasper Andreasen. Rechts: Nikolaas Demoen, een houtsnede, PEUT-ÊTRE - guest: Evelin Brosi & Elvis Bonier.
Onder: THE ORDER OF THINGS, Jasper Rigole.
1964: Jean-Paul Sartre, Les mots. 1965: Les choses, Georges Perec.(1) Eerste zin: L'oeil, d'abord, glisserait sur la moquette grise d'un long corridor, haut et étroit. 1966: Les mots et les choses, Michel Foucault. Engelse vertaling: The Order of Things./ Een discrete verwijzing naar de orde, de volgorde, het verloop: eerst de ontmoetingen, de gesprekken, de woorden, dan de dingen in aanvoegende wijs, parfait ou imparfait, en pas hierna het gesofisticeerde debat.(2)
Boris Van den Eynde - guest: Bart Lodewijks.
Veerle Beckers - guest: Nikolaas Demoen. TIMBRE, 2017.
onder: Lore Smolders - guest: Bob Van de Putte.
[1] Georges Perec, Les choses, Une histoire des années soixantes. Ed. René Julliard, 1965. Eerste druk. Voorin, bladzijde 3, onder de editoriale mededeling Les Lettres Nouvelles publication dirigée par Maurice Nadeau, een blauwe stempel, ATHENEE ROYAL DE DÜREN, BPS 12, 4090 FBA. Die stempel staat ook op bladzijde 51 en nog een keer helemaal achterin, op het grijsgroene schutpapier. Op bladzijde 6 een rode, ronde stempel: MINISTERE DE LA DEFENSE NATIONALE - BIBLIOTHEQUES D'UNITEES, met code 66/1471, en daaronder
84-3
PER
66 suggereert dat het boek werd aangekocht in 1966. De leeskaart geeft aan dat geen van de rekruten op het idee kwam om Les choses van Perec te lezen. De kok en andere titularissen evenmin.
[2] The "Sophist's wit" was the ability to propose a false reasoning in such a way that it appeared true (the method favored by Celestina) either because it distorted the rules of logic and had only the semblance of truth or because it reached an unacceptable conclusion. The term and its pejorative meaning derived from Aristotle, who associated Sophists with slanderers and thieves. The Sophists, Aristotle had taught, were noxious because they labored by means of seemingly logical arguments, using subtle falsities and reaching fallacious conclusions, thus leading others into error. For example, a Sophist might try to convince a listener to concede a premise (even one totally irrelevant to the thesis) that the Sophist knew beforehand how to refute. [Alberto Manguel, Curiosity, page 53-54].
AYNITL [2]
Oona deed Colette, Colette deed Ode, Ode deed Evelyn, Evelyn deed Liesbeth, Liesbeth deed Jasper.
Colette gaat op in Ode, gaat op in Oona,
Evelyn gaat op in Ode, gaat op in Jasper.
Ode de Korte. O, de de korte. Lange o, korte o. Twee o's. Zegt ze zelf. Ik heb twee o's, zegt ze. Een lange en een korte. Maar twee O's. Het hadden er tien kunnen zijn.
De middellange-afstand-o van Colette en de lange-afstand-o van Ode. En een grote zwarte O. De o van NO O IN THE GODDAMN OFFICE. Poe.
Ik citeer Poe. De hond die in een hond, Poljotkin, de hand die in een hond veranderde. Op tafel, onder tafel, met of zonder tafel.
Een zwarte cirkel: dat is de grote o, en het gat: dat is een kleine o. Het muziekje, het bijna niet hoorbare, hoorbaar niet hoorbare, het niet tot de gehoorbuisjes doordringende muziekje, moeziek, poeziek.
In het toilet een poster met de onbeschroomde sixtiessmoel van Karl-Heinz Stockhauzen.
Nooit moederziel alleen: schaf je een stemverbuiging aan, die van Elsa Hoffman, met dubbele O, de sluitersnelheid van Oona, of een field recording van aardappelschillen, van het schillen van aardappelen. Lange en korte schillen.
Boris deed Nikolaas, Nikolaas deed Veerle, Veerle deed Jan, Jan deed Kasper.
Boris gaat af in Nikolaas,
Nikolaas gaat af in Boris.
Hoe het liep is niet bekend. Alleen Boris en Nikolaas weten de precieze toedracht, de voorbedachte rede, het toemaatje. Wat we wel weten is dat Nikolaas op gegeven ogenblik besloot om een op dat moment titelloze houtsnede, een recent werk, in te brengen, dat Boris hier peut-être op geantwoord zou hebben, wat de titel van het werk werd, en hierna zonder dat Nikolaas ook maar ergens van afwist, no o in the goddamn office, een weergaloos exact kopie van de houtsnede maakte. Ode had toen al aangegeven dat ze de foto vergeten was, de foto van het werk van Evelyn.
Jan deed Kasper, ging op in Kasper. Terwijl Evelyn intussen vlak bij het station van Etterbeek woont, waar ik vrij exact gemeten dertien jaar geleden af en toe uit of in een metrotoestel stapte, zonder het cahier waarin ik later met woorden de tijdsduur van het verloop tussen A en Z naging, nog later Benjamin die uit tegenovergestelde richting dwars door ons heen zou rijden, ypsilonetisch en met het trage gewicht van elektrische tijdparadoxen, de paradox zelf die in steeds snellere traagheid aan komt spoelen, een vlek als maateenheid van de cirkelbeweging, van nul en o, de o en de nul van het kopje. Terwijl Evelyn intussen dus vlak bij het station van Etterbeek woont, op het grondgebied van Elsene, Ixelles, deed zich in het brongebied van de O, de o van Jan en die van Kasper, die als eerder vermelde dames net zo goed over een o beschikken, een traag moment, een moment zonder sluitersnelheid voor. Met dubbele o: de sluiersnelheid van Ode en Oona [two schools of O/ Manguel, page 41: As both Eve and Pandora knew, curiosity is the art of asking questions./ What's the time, Middle Aged O. [iemand vraagt zijt ge in Amerika geweest. nee. zijt ge in Anna geweest. nee. kent ge de joke van die lucky bastard die van de twin towers sprong? nee.] Zonder dubbele o, zonder de sluitersluiersnelheid van een dubbele o, een dozijn granaatappels, en de voetnootopera van Kasper en Jan Op. De granaatappel staat naar verluidt voor de dubbele o van de kennis van goed en kwaad./ Kasper op 5 november: Beste L, Ik dacht dat het schoon zou zijn naar een hoeveelheid granaatappels te kijken, kan me niet herinneren dat ik dat ooit al deed in een tentoonstelling. Het lijkt me een goed beeld om aan te wennen, om standaard te laten worden. Als de winkel om de hoek ze te koop aanbiedt in een kartonnen doos, dan zou ik die met doos en al in de tentoonstelling plaatsen. Het is interessant een standaard hoeveelheid aan te schaffen, die zal waarschijnlijk verschillen met de standaard hoeveelheid in New York. Dat verschil of die overeenkomst vind ik spannend./ Voetnoot.
Hoewel Star Chamber geen nadrukkelijke verwijzing biedt naar de granaatappel, of Punica granatum, gaat het als standaardhoeveelheid cirkelomtrekverbeeldingskracht mee in de krat. Wiki: The Star Chamber (Latin: Camera stellata) was an English court of law which sat at the Royal Palace of Westminster, from the late 15th to the mid-17th century (c.1641), and was composed of Privy Councillors [Prunes] and common-law judges [the Spic & Span Tomatoe variety], to supplement the judicial activities of the common law and equity courts in civil and criminal matters. [ ] It became synonymous with social and political oppression through the arbitrary use and abuse of the power it wielded. In modern usage, legal or administrative bodies with strict, arbitrary rulings and secretive proceedings are sometimes called, metaphorically or poetically, "star chambers". This is a pejorative term and intended to cast doubt on the legitimacy of the proceedings. [ ]
Colette gaat op in Ode, gaat op in Oona,
Evelyn gaat op in Ode, gaat op in Jasper.
Ode de Korte. O, de de korte. Lange o, korte o. Twee o's. Zegt ze zelf. Ik heb twee o's, zegt ze. Een lange en een korte. Maar twee O's. Het hadden er tien kunnen zijn.
De middellange-afstand-o van Colette en de lange-afstand-o van Ode. En een grote zwarte O. De o van NO O IN THE GODDAMN OFFICE. Poe.
Ik citeer Poe. De hond die in een hond, Poljotkin, de hand die in een hond veranderde. Op tafel, onder tafel, met of zonder tafel.
Een zwarte cirkel: dat is de grote o, en het gat: dat is een kleine o. Het muziekje, het bijna niet hoorbare, hoorbaar niet hoorbare, het niet tot de gehoorbuisjes doordringende muziekje, moeziek, poeziek.
In het toilet een poster met de onbeschroomde sixtiessmoel van Karl-Heinz Stockhauzen.
Nooit moederziel alleen: schaf je een stemverbuiging aan, die van Elsa Hoffman, met dubbele O, de sluitersnelheid van Oona, of een field recording van aardappelschillen, van het schillen van aardappelen. Lange en korte schillen.
Boris deed Nikolaas, Nikolaas deed Veerle, Veerle deed Jan, Jan deed Kasper.
Boris gaat af in Nikolaas,
Nikolaas gaat af in Boris.
Hoe het liep is niet bekend. Alleen Boris en Nikolaas weten de precieze toedracht, de voorbedachte rede, het toemaatje. Wat we wel weten is dat Nikolaas op gegeven ogenblik besloot om een op dat moment titelloze houtsnede, een recent werk, in te brengen, dat Boris hier peut-être op geantwoord zou hebben, wat de titel van het werk werd, en hierna zonder dat Nikolaas ook maar ergens van afwist, no o in the goddamn office, een weergaloos exact kopie van de houtsnede maakte. Ode had toen al aangegeven dat ze de foto vergeten was, de foto van het werk van Evelyn.
Jan deed Kasper, ging op in Kasper. Terwijl Evelyn intussen vlak bij het station van Etterbeek woont, waar ik vrij exact gemeten dertien jaar geleden af en toe uit of in een metrotoestel stapte, zonder het cahier waarin ik later met woorden de tijdsduur van het verloop tussen A en Z naging, nog later Benjamin die uit tegenovergestelde richting dwars door ons heen zou rijden, ypsilonetisch en met het trage gewicht van elektrische tijdparadoxen, de paradox zelf die in steeds snellere traagheid aan komt spoelen, een vlek als maateenheid van de cirkelbeweging, van nul en o, de o en de nul van het kopje. Terwijl Evelyn intussen dus vlak bij het station van Etterbeek woont, op het grondgebied van Elsene, Ixelles, deed zich in het brongebied van de O, de o van Jan en die van Kasper, die als eerder vermelde dames net zo goed over een o beschikken, een traag moment, een moment zonder sluitersnelheid voor. Met dubbele o: de sluiersnelheid van Ode en Oona [two schools of O/ Manguel, page 41: As both Eve and Pandora knew, curiosity is the art of asking questions./ What's the time, Middle Aged O. [iemand vraagt zijt ge in Amerika geweest. nee. zijt ge in Anna geweest. nee. kent ge de joke van die lucky bastard die van de twin towers sprong? nee.] Zonder dubbele o, zonder de sluitersluiersnelheid van een dubbele o, een dozijn granaatappels, en de voetnootopera van Kasper en Jan Op. De granaatappel staat naar verluidt voor de dubbele o van de kennis van goed en kwaad./ Kasper op 5 november: Beste L, Ik dacht dat het schoon zou zijn naar een hoeveelheid granaatappels te kijken, kan me niet herinneren dat ik dat ooit al deed in een tentoonstelling. Het lijkt me een goed beeld om aan te wennen, om standaard te laten worden. Als de winkel om de hoek ze te koop aanbiedt in een kartonnen doos, dan zou ik die met doos en al in de tentoonstelling plaatsen. Het is interessant een standaard hoeveelheid aan te schaffen, die zal waarschijnlijk verschillen met de standaard hoeveelheid in New York. Dat verschil of die overeenkomst vind ik spannend./ Voetnoot.
Hoewel Star Chamber geen nadrukkelijke verwijzing biedt naar de granaatappel, of Punica granatum, gaat het als standaardhoeveelheid cirkelomtrekverbeeldingskracht mee in de krat. Wiki: The Star Chamber (Latin: Camera stellata) was an English court of law which sat at the Royal Palace of Westminster, from the late 15th to the mid-17th century (c.1641), and was composed of Privy Councillors [Prunes] and common-law judges [the Spic & Span Tomatoe variety], to supplement the judicial activities of the common law and equity courts in civil and criminal matters. [ ] It became synonymous with social and political oppression through the arbitrary use and abuse of the power it wielded. In modern usage, legal or administrative bodies with strict, arbitrary rulings and secretive proceedings are sometimes called, metaphorically or poetically, "star chambers". This is a pejorative term and intended to cast doubt on the legitimacy of the proceedings. [ ]
vrijdag 24 november 2017
woensdag 22 november 2017
AYNITL [1]
All You Need Is The Lavatory. Opbouw. Foto boven: achterin het theatertje van Elsa Hofmann uit de Nauseaproductie van Oona Libens, de plank op schragen waar Sébastien maandag mee bezig was, voorin rechts een fotografisch document uit het atelier van Liesbeth Henderickx en een objet trouvé uit het environnement van Colette Broeckaert. Foto onder: het theater-in-het-theater-theatertje van de garnaaldiva.
Foto boven: De eerste stapjes. Van links naar rechts: het L-sculptuurtje en de koptelefoon van Colette, een foto uit het atelier van Liesbeth en het werk zonder werk van Ode de Kort. Ze had alleen de kader bij, zat al op de trein richting Gent toen ze opeens besefte dat ze de foto vergeten was.
Foto onder: Aanzet tot de presentatie van Sébastien Conard en Kasper Andreasen.
Onder en boven: wat Oona Libens bij Colette Broeckaert thuis aantrof.
Boven en onder: een recent werk van Veerle Beckers. Caleidoscopisch lichtspektakel.
Foto boven: Nog af te handelen ingrepen van Ode de Kort/Colette Broeckaert en Kasper Andreasen/Sébastien Conard. Foto's onder: Liesbeth Henderickx en Oona Libens.
Foto boven: De eerste stapjes. Van links naar rechts: het L-sculptuurtje en de koptelefoon van Colette, een foto uit het atelier van Liesbeth en het werk zonder werk van Ode de Kort. Ze had alleen de kader bij, zat al op de trein richting Gent toen ze opeens besefte dat ze de foto vergeten was.
Foto onder: Aanzet tot de presentatie van Sébastien Conard en Kasper Andreasen.
Onder en boven: wat Oona Libens bij Colette Broeckaert thuis aantrof.
Boven en onder: een recent werk van Veerle Beckers. Caleidoscopisch lichtspektakel.
Foto boven: Nog af te handelen ingrepen van Ode de Kort/Colette Broeckaert en Kasper Andreasen/Sébastien Conard. Foto's onder: Liesbeth Henderickx en Oona Libens.
dinsdag 21 november 2017
vandaag
De Europeaan en de Noordamerikaan denken dat een boek dat een prijs heeft gehad, ongeacht welke prijs, wel goed moet zijn; de Argentijn sluit de mogelijkheid niet uit dat het niet slecht is, ondanks de prijs. De Argentijn staat in het algemeen sceptisch tegenover de omstandigheden. Mogelijk is hij niet op de hoogte van de fabel dat de mensheid altijd zesendertig rechtvaardigen telt, de Lamèd Waw, die elkaar niet kennen maar die heimelijk het heelal overeind houden; hoort hij die fabel, dan zal het hem niet verbazen dat die verdienstelijken onbekend en anoniem zijn... Waar Jorge Luis Borges [De cultus van het boek en andere essays, blz. 45-46: Ons arme individualisme; De Bezige Bij 1990] aan toevoegt [blz. 46]: Het dringendste probleem van onze tijd (al met profetische scherpzinnigheid aangegeven door de bijna vergeten Spencer) is de geleidelijk groeiende bemoeienis van de Staat met het gedrag van het individu; in de strijd tegen dit kwaad [ ], en, Zonder hoop maar met nostalgie denk ik aan de abstracte mogelijkheid van een partij die enige affiniteit met de Argentijnen zou hebben; een partij die ons (zeg) een streng minimum aan leiding in het vooruitzicht zou stellen. [ ]
woensdag 15 november 2017
foto
To return to the colportage phenomenon of space: we simultaneously perceive all the events that might conceivably have taken place here. The room winks at us: What do you think may have happened here? Connection between this phenomenon and colportage. Colportage and captions. To be understood as follows: think of a kitschy oleograph on the wall, with a long strip cut out from the bottom of the picture frame. There is a tape running through the batten, and in the gap there is a succession of captions: "The Murder of Egmont", "The Coronation of Charlemagne," and so on. [Walter Benjamin, On Hashish, p. 28; Harvard University Press] Een woord dat ik niet plaatsen kan: colportage. Ik ben vergeten wat het betekent of weet niet wat het betekent, het wordt een kleverig woord, ik krijg het niet weg, het blijft aan de oppervlakte plakken.
Collins Cobuild, English Language Dictionary [helping learners with real english], ik heb de vierde druk uit 1991, heeft het niet, waar colportage had moeten staan staat colt, colt, A colt is a young male horse, en de Cambridge International Dictionary of English [guides you to the meaning] heeft het evenmin, ook hier colt: a young male horse under the age of four. Oxford online kent het woord maar heeft er geen definitie voor. Cambridge online kent het niet. In de van Dale, in het eerste deel, figureert het wel: colportage het colporteren, het aanbieden langs de huizen, vooral van publicaties en huishoudelijke artikelen, colportageboekhandel tak van de boekhandel die zich toelegt op het uitgeven van goedkope romans, populairwetenschappenlijke werken enz. in afleveringen, syn. colportagehandel, [sinds decennia de loef afgestoken door prime time televisie], colportageroman roman in zeer goedkope afleveringen, colporteur iemand die colporteert, er zijn beroep van maakt.
In de fifties, sixties en seventies was het een vrij algemeen verspreid fenomeen. In de huishoudelijke kring, die als ik het goed heb als matriarchaat gedefinieerd zou kunnen worden, de vrouwen hadden het woord, de mannen een baantje, mijn vader een snor en een baantje (in Gent had hij voor een scheepswerf gewerkt, begin jaren vijftig vermoed ik, waar hij ontslagen werd nadat het schip - waarvan hij de plannen had moeten uitvoeren - zonk nog voor het goed en wel de haven verlaten had (Saboteur, Hitchcock, 1942)), hadden we opeens een elektrische fruit- en groentenpers die tot groot jolijt van het jonge volkje spoedig voor het maken van banana shakes gebruikt zou worden, en wat later ook een steenkoolhandelaar die goed kaarten kon en als eerste op het idee kwam om de kinderen op oudejaarsavond een enveloppe toe te stoppen, een witte enveloppe, een enveloppe die we open te scheuren hadden en waarin zich steevast een briefje van 100 BF,- bevond. De man werd op handen gedragen.
Hij is de man op de foto. Vittel, 1949, ansicht afgestempeld op 24 augustus 1949, weliswaar niet exact de steenkoolhandelaar die wij hadden, maar ongemeen zuiver hetzelfde type, iemand die van deur tot deur bij de dames langsgaat, zij hebben het huis, de echtgenoot het baantje, en stofzuigapparaten slijt. De foto wekt onvermijdelijk de indruk dat (A) geen van beide dames zijn echtgenote is, (B) beide dames, (C) de ene dame zijn echtgenote en de andere dame zijn moeder is, (D) de ene dame zijn echtgenote en de andere zijn maitresse is.
Rare foto. Naoorlogse in 1949 vanuit Vittel verstuurde ansicht met een panoramisch spectrum van de overdekte promenade van het kuuroord. Foto 624, VITTEL, Les Galeries de Cure. Verstuurd naar een echtpaar dat dan in Gent in de Bevrijdingslaan woont, op huisnummer 51. Foto vermoedelijk uit die periode, net na wereldoorlog twee. Rope van Hitchcock geeft 1948. RCA heeft net de eerste single op de markt gebracht, in de Groene Amsterdammer verschijnt het eerste Nederlandse cryptogram, hier en daar een slachtpartij, een wapenstilstand, op 25 maart het eerste nummer van Paris Match, Nederland annexeert Duits grondgebied, de Bondsrepubliek Duitsland en de DDR worden getest, de eerste hitparade, de eerste Sovjet-atoombom en Mao Tse Tung treedt aan als eerste voorzitter van de Chinese Volksrepubliek, bijna alsof in 1949 alles voor het eerst gebeurt.
De foto is caleidoscopisch. X vraagt zich af wat het meisje aan het doen is, het oudste van beide meisjes. Voor X is zij de sleutelfiguur en het trio voorin rechts net vanwege te voor de hand liggend een inferieur element.
Y vraagt zich af waarover praten ze. Y studeert fotografie. De foto, besluit ze, is onevenwichtig. Geen richting, geen idee van locatie, gebouw, van de mensen die zich her en der in beeld bevinden. De meisjes voorin links, wat doen ze, het trio, hoe zit het met het trio, horen de meisjes bij een van de dames? En die personen in de gaanderij, waarbij uiteraard eerst en vooral het tweetal voorin opvalt, de snuiter in short met colbertje en stropdas, die, zoveel is duidelijk, net als de meisjes en de handelaar in nylonwaren de zich buiten beeld bevindende fotograaf in de smiezen hebben. [ ] Een van de interessantste elementen, onopvallend, bijna alsof het er niet is, zit achterin de foto. Op een van de banken in het park zit een man. [ ]
that the world always remains the same (that all events could have taken place in the same space). Despite everything, that is rather a tired, faded truth in the realm of theory [Walter Benjamin, op. cit. blz. 29] Het protocolaire residu van een experiment met hasjiesj dat op 18 december 1927 plaatsvond. Het tijdstip is niet helemaal onbelangrijk, drie uur na middernacht. 4. [ ] Great horizontal extension of the apartment. Suite of rooms, from which music is coming. But perhaps also dread of the corridor./ We weten niet waarover ze het hebben. De vrouw die zich links van de maatpakpinguïn bevindt, op de foto ter rechterzijde, half uitgewist, stevig gebouwd, vlezige dijen, [The best you could say about her was that she had a generous bosom, but even that had its faults, [ ] at first glance one got the impression that there were not two individual breasts growing out of her body but simply one big loaf of bread], maar wat Dahl over Miss Tottle schrijft [Roald Dahl, The Bookseller; Collected Short Stories, p. 715] gaat niet op voor de dame op de foto, haar blik, voor zover dat uit de foto op te maken valt, is gedempt, lusteloos bijna, ze heeft haar aandacht half bij de meisjes, half bij wat haar man opmerkt of voorleest [in de veronderstelling dat de handelsreiziger, damesondergoed, nylon, banana fish, stofzuigers, inderdaad haar echtgenoot is] en de handtas, de plaats waar de handtas zich bevindt, lijkt aan te geven dat ze pas een ogenblik eerder plaats genomen heeft of van plan was om iets anders te doen, wat de fotograaf verhinderde. Ze praten. Waarover ze het hebben, weten we niet. De oudste van beide meisjes stopt iets in haar mond, slaat een vliegje weg, wil liever niet gefotografeerd worden [is zeer geïntimideerd door het grote op een driepikkel geplaatste fototoestel]. De houding van het meisje is geen pose, wat trouwens ook geldt voor het trio, ze poseren niet of doen wat de fotograaf hen met enige nadruk vroeg, om vooral niet te poseren zodat het tafereel er spontaan zou blijven uitzien, waarmee ze aardig wegkomen. De mannen in de gaanderij poseren evenmin, zij kijken toe. [ ]
Collins Cobuild, English Language Dictionary [helping learners with real english], ik heb de vierde druk uit 1991, heeft het niet, waar colportage had moeten staan staat colt, colt, A colt is a young male horse, en de Cambridge International Dictionary of English [guides you to the meaning] heeft het evenmin, ook hier colt: a young male horse under the age of four. Oxford online kent het woord maar heeft er geen definitie voor. Cambridge online kent het niet. In de van Dale, in het eerste deel, figureert het wel: colportage het colporteren, het aanbieden langs de huizen, vooral van publicaties en huishoudelijke artikelen, colportageboekhandel tak van de boekhandel die zich toelegt op het uitgeven van goedkope romans, populairwetenschappenlijke werken enz. in afleveringen, syn. colportagehandel, [sinds decennia de loef afgestoken door prime time televisie], colportageroman roman in zeer goedkope afleveringen, colporteur iemand die colporteert, er zijn beroep van maakt.
In de fifties, sixties en seventies was het een vrij algemeen verspreid fenomeen. In de huishoudelijke kring, die als ik het goed heb als matriarchaat gedefinieerd zou kunnen worden, de vrouwen hadden het woord, de mannen een baantje, mijn vader een snor en een baantje (in Gent had hij voor een scheepswerf gewerkt, begin jaren vijftig vermoed ik, waar hij ontslagen werd nadat het schip - waarvan hij de plannen had moeten uitvoeren - zonk nog voor het goed en wel de haven verlaten had (Saboteur, Hitchcock, 1942)), hadden we opeens een elektrische fruit- en groentenpers die tot groot jolijt van het jonge volkje spoedig voor het maken van banana shakes gebruikt zou worden, en wat later ook een steenkoolhandelaar die goed kaarten kon en als eerste op het idee kwam om de kinderen op oudejaarsavond een enveloppe toe te stoppen, een witte enveloppe, een enveloppe die we open te scheuren hadden en waarin zich steevast een briefje van 100 BF,- bevond. De man werd op handen gedragen.
Hij is de man op de foto. Vittel, 1949, ansicht afgestempeld op 24 augustus 1949, weliswaar niet exact de steenkoolhandelaar die wij hadden, maar ongemeen zuiver hetzelfde type, iemand die van deur tot deur bij de dames langsgaat, zij hebben het huis, de echtgenoot het baantje, en stofzuigapparaten slijt. De foto wekt onvermijdelijk de indruk dat (A) geen van beide dames zijn echtgenote is, (B) beide dames, (C) de ene dame zijn echtgenote en de andere dame zijn moeder is, (D) de ene dame zijn echtgenote en de andere zijn maitresse is.
Rare foto. Naoorlogse in 1949 vanuit Vittel verstuurde ansicht met een panoramisch spectrum van de overdekte promenade van het kuuroord. Foto 624, VITTEL, Les Galeries de Cure. Verstuurd naar een echtpaar dat dan in Gent in de Bevrijdingslaan woont, op huisnummer 51. Foto vermoedelijk uit die periode, net na wereldoorlog twee. Rope van Hitchcock geeft 1948. RCA heeft net de eerste single op de markt gebracht, in de Groene Amsterdammer verschijnt het eerste Nederlandse cryptogram, hier en daar een slachtpartij, een wapenstilstand, op 25 maart het eerste nummer van Paris Match, Nederland annexeert Duits grondgebied, de Bondsrepubliek Duitsland en de DDR worden getest, de eerste hitparade, de eerste Sovjet-atoombom en Mao Tse Tung treedt aan als eerste voorzitter van de Chinese Volksrepubliek, bijna alsof in 1949 alles voor het eerst gebeurt.
De foto is caleidoscopisch. X vraagt zich af wat het meisje aan het doen is, het oudste van beide meisjes. Voor X is zij de sleutelfiguur en het trio voorin rechts net vanwege te voor de hand liggend een inferieur element.
Y vraagt zich af waarover praten ze. Y studeert fotografie. De foto, besluit ze, is onevenwichtig. Geen richting, geen idee van locatie, gebouw, van de mensen die zich her en der in beeld bevinden. De meisjes voorin links, wat doen ze, het trio, hoe zit het met het trio, horen de meisjes bij een van de dames? En die personen in de gaanderij, waarbij uiteraard eerst en vooral het tweetal voorin opvalt, de snuiter in short met colbertje en stropdas, die, zoveel is duidelijk, net als de meisjes en de handelaar in nylonwaren de zich buiten beeld bevindende fotograaf in de smiezen hebben. [ ] Een van de interessantste elementen, onopvallend, bijna alsof het er niet is, zit achterin de foto. Op een van de banken in het park zit een man. [ ]
that the world always remains the same (that all events could have taken place in the same space). Despite everything, that is rather a tired, faded truth in the realm of theory [Walter Benjamin, op. cit. blz. 29] Het protocolaire residu van een experiment met hasjiesj dat op 18 december 1927 plaatsvond. Het tijdstip is niet helemaal onbelangrijk, drie uur na middernacht. 4. [ ] Great horizontal extension of the apartment. Suite of rooms, from which music is coming. But perhaps also dread of the corridor./ We weten niet waarover ze het hebben. De vrouw die zich links van de maatpakpinguïn bevindt, op de foto ter rechterzijde, half uitgewist, stevig gebouwd, vlezige dijen, [The best you could say about her was that she had a generous bosom, but even that had its faults, [ ] at first glance one got the impression that there were not two individual breasts growing out of her body but simply one big loaf of bread], maar wat Dahl over Miss Tottle schrijft [Roald Dahl, The Bookseller; Collected Short Stories, p. 715] gaat niet op voor de dame op de foto, haar blik, voor zover dat uit de foto op te maken valt, is gedempt, lusteloos bijna, ze heeft haar aandacht half bij de meisjes, half bij wat haar man opmerkt of voorleest [in de veronderstelling dat de handelsreiziger, damesondergoed, nylon, banana fish, stofzuigers, inderdaad haar echtgenoot is] en de handtas, de plaats waar de handtas zich bevindt, lijkt aan te geven dat ze pas een ogenblik eerder plaats genomen heeft of van plan was om iets anders te doen, wat de fotograaf verhinderde. Ze praten. Waarover ze het hebben, weten we niet. De oudste van beide meisjes stopt iets in haar mond, slaat een vliegje weg, wil liever niet gefotografeerd worden [is zeer geïntimideerd door het grote op een driepikkel geplaatste fototoestel]. De houding van het meisje is geen pose, wat trouwens ook geldt voor het trio, ze poseren niet of doen wat de fotograaf hen met enige nadruk vroeg, om vooral niet te poseren zodat het tafereel er spontaan zou blijven uitzien, waarmee ze aardig wegkomen. De mannen in de gaanderij poseren evenmin, zij kijken toe. [ ]
dinsdag 14 november 2017
situatie
zondag 12 november 2017
Maatpakpinguïn op Yorkse wijze
Vang een pinguïn.
Met een baseballknuppel sla je op z'n kop tot ie dood is.
Hak z'n kop eraf.
Hak z'n poten af.
Hak z'n lul eraf. Als 't ie er een heeft tenminste.
Pakk'm maar 's goed bij z'n reet vast.
De pinguïn is getalenteerd.
Je zou denken, zo'n pinguïn, want dat is dan wat je denkt natuurlijk, die heeft geen reet, een pinguïn heeft toch geen reet, mijnheer. Joo-hooh, wacht even, man man man, de pinguïn die heeft een schijtgleuf van hier tot Amsterdam, van hier tot Amsterdam.
Zonder kop en zonder poten komt ie geen meter ver.
Heb je z'n kop en heb je z'n poten, en als je ook z'n lul hebt, dan heb je zo ongeveer alles wat je hebben moet. Als 't ie dood is tenminste.
Geef 'm nog maar een tik, voor de zekerheid.
Zonder kop, dat zijn de beste. Echt een slim beest. Joo-hooh, opensnijen maar, het mes erin en het pakkie uit, en als dat gebeurd is,
gevild van strot tot aars, leeggelepeld borst en kont [de ingewanden bewaar je voor de hond],
snipper dan een ui, dik met 't hersenbranie aan en prop de smurrie in z'n balg.
Met een baseballknuppel sla je op z'n kop tot ie dood is.
Hak z'n kop eraf.
Hak z'n poten af.
Hak z'n lul eraf. Als 't ie er een heeft tenminste.
Pakk'm maar 's goed bij z'n reet vast.
De pinguïn is getalenteerd.
Je zou denken, zo'n pinguïn, want dat is dan wat je denkt natuurlijk, die heeft geen reet, een pinguïn heeft toch geen reet, mijnheer. Joo-hooh, wacht even, man man man, de pinguïn die heeft een schijtgleuf van hier tot Amsterdam, van hier tot Amsterdam.
Zonder kop en zonder poten komt ie geen meter ver.
Heb je z'n kop en heb je z'n poten, en als je ook z'n lul hebt, dan heb je zo ongeveer alles wat je hebben moet. Als 't ie dood is tenminste.
Geef 'm nog maar een tik, voor de zekerheid.
Zonder kop, dat zijn de beste. Echt een slim beest. Joo-hooh, opensnijen maar, het mes erin en het pakkie uit, en als dat gebeurd is,
gevild van strot tot aars, leeggelepeld borst en kont [de ingewanden bewaar je voor de hond],
snipper dan een ui, dik met 't hersenbranie aan en prop de smurrie in z'n balg.
dinsdag 7 november 2017
70 BLZ
Het mooie aan Verdegem is, hij heeft maar 70 bladzijden gelezen, en nu het zijn verjaardag is, is hij ook dat vergeten.
Niet alleen in Ulysses hoor, niet alleen in Ulysses. Mensen denken wel eens dat Verdegem alleen van Ulysses maar 70 bladzijden gelezen heeft, maar dat deed hij ook met Dostojevski. Van De idioot bijvoorbeeld, dat is bekend, zou hij niet eens 70 bladzijden gelezen hebben en na de eerste bladzijden van Kaas, naar verluidt omdat hij zich wat duizelig voelde, hield hij zich in de keuken met het strijken van een zakdoek bezig.
En toch is hij een hele mijnheer, geen parvenu die zich in een clubje van hooggeschoolden probeert in te werken. In de brocante gaat hij op vrijdagen een koffie en dan twee likeurtjes drinken. Is hij er niet en vragen ze waar Verdegem uithangt, de heren van de museale sociëteit, dan is hij even een ommetje gaan maken, op vijf minuten na hebben ze Verdegem gemist, of iemand merkt het boek op waarin hij had zitten lezen, iets van Dostojevski inderdaad, want dat herinneren zij zich nu opeens, dat hij zich eind vorig jaar aan De Gebroeders Karamazov had gewaagd.
Van de anderen die ook op vrijdag in de brocante aan tafel zitten en er net als Verdegem koffie en twee, soms drie likeurtjes drinken, is er behalve Monsieur Plon - die alles las waarvan in het algemeen aangenomen wordt dat je 't gelezen moet hebben om met aanspraak op enig niveau over de dingen te praten waarover de heren het graag en altijd of toch meestal hebben - niemand die Karamazov las, maar dat durven ze niet zeggen.
Ulysses een halve bladzijde. Dat zie ik Verdegem niet doen. Natuurlijk is er altijd wel iemand die het toch maar een flutboek vindt. En hij, Verdegem, hij protesteert niet. Zijn onwetendheid is gulzig, blakend van zelfvertrouwen bestelt hij nog een glaasje, haalt zich niets gekker in het hoofd dan er nog eentje te bestellen, zich goed bewust van de strakke boord en de knopen aan zijn jas. Zijn hemden strijkt hij zelf, en nu strijken zijn handen over het tafelblad waarop hij een ogenblik eerder achteloos het in een kartonnen doos met alles aan 1 euro aangetroffen exemplaar van Het leven van de heer Molière deponeerde. Praten doet hij niet. Er wordt hem wel eens het sérieux aangewreven van al te grote onwetendheid, maar hij is vriendelijk, ook vandaag, zit niet als Monsieur Plon verveeld voor zich uit te kijken alsof het in Keulen of waar ook dondert.
Geen woord over Karamazov. 70 bladzijden en toch geen woord of het valse begin van de opwelling, nu de anderen kennelijk heel even niet weten waarover ze het hadden kunnen hebben, om er iets fijngevoeligs over op te merken.
Niet alleen in Ulysses hoor, niet alleen in Ulysses. Mensen denken wel eens dat Verdegem alleen van Ulysses maar 70 bladzijden gelezen heeft, maar dat deed hij ook met Dostojevski. Van De idioot bijvoorbeeld, dat is bekend, zou hij niet eens 70 bladzijden gelezen hebben en na de eerste bladzijden van Kaas, naar verluidt omdat hij zich wat duizelig voelde, hield hij zich in de keuken met het strijken van een zakdoek bezig.
En toch is hij een hele mijnheer, geen parvenu die zich in een clubje van hooggeschoolden probeert in te werken. In de brocante gaat hij op vrijdagen een koffie en dan twee likeurtjes drinken. Is hij er niet en vragen ze waar Verdegem uithangt, de heren van de museale sociëteit, dan is hij even een ommetje gaan maken, op vijf minuten na hebben ze Verdegem gemist, of iemand merkt het boek op waarin hij had zitten lezen, iets van Dostojevski inderdaad, want dat herinneren zij zich nu opeens, dat hij zich eind vorig jaar aan De Gebroeders Karamazov had gewaagd.
Van de anderen die ook op vrijdag in de brocante aan tafel zitten en er net als Verdegem koffie en twee, soms drie likeurtjes drinken, is er behalve Monsieur Plon - die alles las waarvan in het algemeen aangenomen wordt dat je 't gelezen moet hebben om met aanspraak op enig niveau over de dingen te praten waarover de heren het graag en altijd of toch meestal hebben - niemand die Karamazov las, maar dat durven ze niet zeggen.
Ulysses een halve bladzijde. Dat zie ik Verdegem niet doen. Natuurlijk is er altijd wel iemand die het toch maar een flutboek vindt. En hij, Verdegem, hij protesteert niet. Zijn onwetendheid is gulzig, blakend van zelfvertrouwen bestelt hij nog een glaasje, haalt zich niets gekker in het hoofd dan er nog eentje te bestellen, zich goed bewust van de strakke boord en de knopen aan zijn jas. Zijn hemden strijkt hij zelf, en nu strijken zijn handen over het tafelblad waarop hij een ogenblik eerder achteloos het in een kartonnen doos met alles aan 1 euro aangetroffen exemplaar van Het leven van de heer Molière deponeerde. Praten doet hij niet. Er wordt hem wel eens het sérieux aangewreven van al te grote onwetendheid, maar hij is vriendelijk, ook vandaag, zit niet als Monsieur Plon verveeld voor zich uit te kijken alsof het in Keulen of waar ook dondert.
Geen woord over Karamazov. 70 bladzijden en toch geen woord of het valse begin van de opwelling, nu de anderen kennelijk heel even niet weten waarover ze het hadden kunnen hebben, om er iets fijngevoeligs over op te merken.
zondag 5 november 2017
70 BLZ
70 bladzijden, daar schiet je niets mee op, daar schiet je niets mee op, niets mee op,
daar schiet je toch helemaal niets, niets mee op, schiet je niets mee op,
met 70 bladzijden, daar schiet je niets mee op, niets, schiet je niets mee op, niets
niets mee op, niets mee op,
70 bladzijden heb je gelezen zeg je, Verdegem, 70 bladzijden heb je gelezen,
70 bladzijden, wat zeg je, 70 bladzijden, daar schiet je niets, niets, niets mee op,
70 bladzijden, wat schiet je daarmee op,
wat schiet je daarmee op, 70 bladzijden,
daar schiet je niets mee op, niets, schiet je niets mee op, daar schiet je niets mee op.
Verdegem! Verdegem!
wat schiet je daarmee op!
70 bladzijden, Verdegem!
70 bladzijden godverdomme!
Verdegem! Verdegem!
wat schiet je daarmee op!
Niets, Verdegem.
Niets.
Daar schiet je niets mee op.
Wat ik gelezen heb? Wat heb ik gelezen. De krant heb ik gelezen.
Wat schiet ik daarmee op.
Wat ik gelezen heb? Wat heb ik gelezen. Ulysses heb ik gelezen.
Wat schiet ik daarmee op.
En toen, Monsieur Plon, circuleerde alleen nog dit ene plan, Monsieur Plon.
He, jongens,
komt,
komt,
hier is Verdegem,
daar zit ie,
dat is 'm,
hij is het.
Ulysses gelezen, Verdegem, geen sprake van.
Hoeveel bladzijden zeg je?
Zeventig.
He, jongens, kijk kijk kijk, daar zit ie, dat is 'm. Zeventig bladzijden.
Zeg het Verdegem, zeg het.
Ik, Verdegem, mijn naam is Verdegem.
70 bladzijden, Verdegem.
Godverdomme.
70 bladzijden.
He, maat, kom eens hier, kom eens hier, hier zit ie, die gast die geen boek uitleest.
Zijt gij die gast die nooit een boek uitleest?
Jawel,
Jawel,
zijn naam is Verdegem.
70 bladzijden, Verdegem, godverdomme.
He, Verdegem!
Verdegem!
Kom eens hier. Zijt gij Verdegem? Hij is het.
He, jongens, komt, komt, hier zit hij, Verdegem die niet lezen kan.
Ok. Ok.
Gelezen, 70 bladzijden, prima,
uitgelezen, net zo goed,
maar,
vertel nu eens,
wat
wat is het verschil.
daar schiet je toch helemaal niets, niets mee op, schiet je niets mee op,
met 70 bladzijden, daar schiet je niets mee op, niets, schiet je niets mee op, niets
niets mee op, niets mee op,
70 bladzijden heb je gelezen zeg je, Verdegem, 70 bladzijden heb je gelezen,
70 bladzijden, wat zeg je, 70 bladzijden, daar schiet je niets, niets, niets mee op,
70 bladzijden, wat schiet je daarmee op,
wat schiet je daarmee op, 70 bladzijden,
daar schiet je niets mee op, niets, schiet je niets mee op, daar schiet je niets mee op.
Verdegem! Verdegem!
wat schiet je daarmee op!
70 bladzijden, Verdegem!
70 bladzijden godverdomme!
Verdegem! Verdegem!
wat schiet je daarmee op!
Niets, Verdegem.
Niets.
Daar schiet je niets mee op.
Wat ik gelezen heb? Wat heb ik gelezen. De krant heb ik gelezen.
Wat schiet ik daarmee op.
Wat ik gelezen heb? Wat heb ik gelezen. Ulysses heb ik gelezen.
Wat schiet ik daarmee op.
En toen, Monsieur Plon, circuleerde alleen nog dit ene plan, Monsieur Plon.
He, jongens,
komt,
komt,
hier is Verdegem,
daar zit ie,
dat is 'm,
hij is het.
Ulysses gelezen, Verdegem, geen sprake van.
Hoeveel bladzijden zeg je?
Zeventig.
He, jongens, kijk kijk kijk, daar zit ie, dat is 'm. Zeventig bladzijden.
Zeg het Verdegem, zeg het.
Ik, Verdegem, mijn naam is Verdegem.
70 bladzijden, Verdegem.
Godverdomme.
70 bladzijden.
He, maat, kom eens hier, kom eens hier, hier zit ie, die gast die geen boek uitleest.
Zijt gij die gast die nooit een boek uitleest?
Jawel,
Jawel,
zijn naam is Verdegem.
70 bladzijden, Verdegem, godverdomme.
He, Verdegem!
Verdegem!
Kom eens hier. Zijt gij Verdegem? Hij is het.
He, jongens, komt, komt, hier zit hij, Verdegem die niet lezen kan.
Ok. Ok.
Gelezen, 70 bladzijden, prima,
uitgelezen, net zo goed,
maar,
vertel nu eens,
wat
wat is het verschil.
70 BLZ
Verdegem. Mijn naam is Verdegem. Rond de eeuwwisseling heb ik een eerste exemplaar van Ulysses gekocht, een Nederlandse editie, die van De Bezige Bij uit 1969.
Nog datzelfde jaar trof ik in een antiquariaat aan de Belgische kust een exemplaar van de oorspronkelijke tekst, een Penguin paperback die zich op een lichte vouw na in goede staat bevond, later ook nog een door The Modern Library op de markt gebrachte versie, dunner dan de Penguin.
Om erger te voorkomen heb ik alle exemplaren van Ulysses waarover ik intussen beschik in de kelder ondergebracht. Ik ben zeer aan deze vondsten gehecht en open nu de kelderdeur. Verdegem is de naam. Volg me.
In de Penguin paperback las ik 70 bladzijden. Wat ik ermee opschiet... met die 70 bladzijden, bedoelt u.
Had ik het net zo goed niet gelezen kunnen hebben.
Uitgelezen? Nee. 70 bladzijden, dat zei ik toch. Verdegem, mijn naam is Verdegem. Lezen doe ik met grote terughoudendheid.
Op zolder, ingemetst, Shakespeare. Alles, niets. Ziet u, het is altijd wat. Het metselwerk, houtworm, een beschilderd eitje, sporen tonen het archief van Benjamin.
U moet weten, Ulysses had ik me eerder al eens aangeschaft, en was ik kwijtgeraakt. Daarin tolt ruw gesproken walging, wie wat wou, niemand wou, een wapen zonder moordplan, van het bevattingsvermogen wat overeind bleef, gekelderd en op zolder, het metselwerk. Te dik, te ver, te hoog gegrepen, te vaak tot vermoeiens toe als lijnzaad aangeprezen.
Nog datzelfde jaar trof ik in een antiquariaat aan de Belgische kust een exemplaar van de oorspronkelijke tekst, een Penguin paperback die zich op een lichte vouw na in goede staat bevond, later ook nog een door The Modern Library op de markt gebrachte versie, dunner dan de Penguin.
Om erger te voorkomen heb ik alle exemplaren van Ulysses waarover ik intussen beschik in de kelder ondergebracht. Ik ben zeer aan deze vondsten gehecht en open nu de kelderdeur. Verdegem is de naam. Volg me.
In de Penguin paperback las ik 70 bladzijden. Wat ik ermee opschiet... met die 70 bladzijden, bedoelt u.
Had ik het net zo goed niet gelezen kunnen hebben.
Uitgelezen? Nee. 70 bladzijden, dat zei ik toch. Verdegem, mijn naam is Verdegem. Lezen doe ik met grote terughoudendheid.
Op zolder, ingemetst, Shakespeare. Alles, niets. Ziet u, het is altijd wat. Het metselwerk, houtworm, een beschilderd eitje, sporen tonen het archief van Benjamin.
U moet weten, Ulysses had ik me eerder al eens aangeschaft, en was ik kwijtgeraakt. Daarin tolt ruw gesproken walging, wie wat wou, niemand wou, een wapen zonder moordplan, van het bevattingsvermogen wat overeind bleef, gekelderd en op zolder, het metselwerk. Te dik, te ver, te hoog gegrepen, te vaak tot vermoeiens toe als lijnzaad aangeprezen.
Abonneren op:
Posts (Atom)