donderdag 30 september 2010

donderdag 30 september

Richting Antwerpen is er een file van Haasdonk tot Antwerpen Oost. Ik graai in m'n toverhoed. Twee berichtjes:
(1) Er staat een ezel te kakken midden de openbare weg. Een kamion met blote dames uit Poznan is tegen de ezel aangereden. Onder de kamion, die omver gekanteld was, troffen ze het stoffelijk overschot van Christiaan Van Thillo.
(2) De Oezbeken, daar, in die zwarte Mazda, zijn op weg naar Hannover.

Ypsilonisme. Ik ben op weg naar Schoten. Alles ging goed. Tot Haasdonk is er geen vuiltje aan de lucht.

De Horstebaan in Schoten is een rijke buurt, een buurt met peperdure villa's. Ik ben op hakken, wijde broek, jasje, vraag de weg aan een dame - geen tomtom, zeg ik, zo heb je nog eens een gesprek. De dame, een oma, ze laat het kindje uit van zoon of dochter, lacht. Ze leunt over de bovenrand van de ruit ter rechterzijde. We hebben alle tijd. De kinderwagen blijft midden het fietspad. Ze heeft weet van de Hortsebaan maar zo precies weet ze het nu ook weer niet. Ik kijk naar de onderarm, in een wikkel van roze wol, die op de bovenrand van het ruitje leunt. Zon hangt boven het tafereel.

Ik had de keuze tussen Ring 2 en Ring 1. Op 2 stond een file tot Antwerpen Oost. Dat ze daar bij klaarlichte dag werken uitvoeren, is discutabel.
Ring 1 is een tolweg. Voorbij Melsele kom je in een industrieel gebied. Beton, fabrieken, tunnels die onder het havengebied doorgaan. Het is weerzinwekkend.

In Schoten, ik heb de aanwijzingen van de bejaarde dame keurig opgevolgd, parkeer ik op het terrein van een tankstation. In het kantoortje zit een zwaarlijvige man die in zittende houding in slaap gevallen is. Ik open de deur van het kantoortje. Hij schrikt op uit het dutje.

woensdag 29 september 2010

woensdag 29 september

'Wij,' zegt Sjoerd, 'wij hebben Finbow naar Mont Alban gehaald.'
Sjoerd: Ik heb hem naar Mont Alban gebracht. Ik kende hem niet maar ik wist dat ze daar een herder nodig hadden. Ik denk dat Finbow in Gent geweest is het jaar voor we een tweede keer naar Frankrijk reden.
Gwen: Het was na de geboorte van Merlyn. En mijn eerste reis was naar Godelieve en Antoon. Tussen vierkante vloertegels in een volkswagen. Achterin.
- En met wie was dat nu weer?
'Met Willy, de vader van Renzo,' zegt ze. 'Achterin, zeiden ze, want jij bent de kleinste.'
Sjoerd: En ze had een zwart lak regenjasje aan, Siel, toen we haar in Amsterdam tegenkwamen.

maandag 27 september 2010

zondag 26 september 2010

zondag 26 september

foto: Maarten leest voor uit de aantekeningen die hij bijhield

Joris Vermassen hangt aan de toog. Het gesprek komt op de foto's die Ingrid vond.
Willy Dee weet waar de naam Fritz Van Den Heuvel vandaan komt. Vermassen heeft nog in de Ottogracht gewoond, waar Frits Van den Berghe woonde, vlakbij de plek waar croxhapox begon.
Het is de laatste dag van het project van RE: Yana zorgt voor de muziek, Dirk Braeckman valt binnen.
Over kunsttheorie: Het actuele probleem is dat kunstwerken een verklaring geworden zijn van de theorie die ze er over hebben. Het wordt kapot geanalyseerd, open gesmeten, op tafel gegooid, uit elkaar gehaald, een waanzinnige vernietigingsdrang waar ze alles bij elkaar geen centimeter mee opschieten. Nieuwe kunstenaars staan op en tonen aan dat het weinig zin heeft om te theoretiseren over het werk dat ze maken.

Egon neemt het woord.
Joachim neemt het woord.
Maarten neemt het woord. Hij leest voor uit de aantekeningen die hij bijhield.
Egon stelt Lieven en Boris voor. (op de foto staat Boris in de doorgang naar de kubusruimte)
Boris plooit de kaft van de RE:publicatie open en Lieven neemt het woord. Na verloop van tijd, als Lieven uitgesproken is, neemt Boris het woord.
Egon introduceert soep, film en brood. Kelly Schacht springt binnen.

Ik rij naar In Den Bouw in Kalken. Johan De Wilde heeft er een project. De presentatie is onweerstaanbaar prachtig. In het café zitten oude bekenden en ook Steve Michiels, die ooit nog voor De Morgen werkte, en Myriam, zijn vriendin. Met De Morgen is het afgelopen.

zaterdag 25 september 2010

zaterdag 25 september

Ik neem de Brusselse steenweg richting Aalst. Aan de verkeerslichten vlak voor de spoorviaduct van Kwatrecht gaat het linksaf. Regen zeikt over het asfalt. Opmerkelijk imposante opeenstapelingen van wolkopeenstapelingen, reusachtige formaties, een circustent waarvan de wanden overal tot ver voorbij de rand van het landschap reiken. Aan de rand van de weg ligt een dooie kat.
Ik zit met een songline. The importance of being stupid. Dat is de songline. Aan een koe waarheid uitleggen. Dat deed me aan Borremans denken. Koeien doen me aan Michaël Borremans en CarianaCarianne denken om een reden die zo vergankelijk is dat ik het net zo goed over wat anders had kunnen hebben. Maar zo werkt het niet.
Michaël zei dat hij goed gewerkt had. Dat was aan de telefoon. We hadden het over vreemde dingen en toen zei hij opeens dat hij goed had gewerkt. Dat beviel me. Alsof hij midden het gesprek 'ik heb een schone koe gezien' gezegd had. Dat is hetzelfde. Midden een gesprek over. Over politiek, bijvoorbeeld. Ik geef een voorbeeld. Net voor het dorpseigen van Melle reed ik over een brug die enkele jaren eerder ingestort was. Dat stond in de kranten, ze schreven er over, de brug over het kanaal was ingestort, het was nieuws, het was vreselijk, de brug was doormidden gekraakt, een truck was het diep in gedonderd en had in de scheur ook wat personenauto's meegesleurd. Ze maakten een nieuwe brug. Telkens ik over die nieuwe brug rij besef ik het kanaal en de diepte onder de nieuwe brug. De nieuwe brug over een oude diepte.
Ik rij richting Wetteren. Na drie kilometer gaat het richting Overbeke. Overbeke is rechtsop.
Ik passeer een kruispunt, passeer het kerkje. Loods 12 is in de Koophandelstraat, een meniebruine poort.

dinsdag 21 september 2010

dinsdag 21 september

foto: het atelier van Ineke Wertheim

Gent 's ochtends, Amsterdam rond het middaguur, Haarlem bij valavond. Het vertrouwde parcours: in Kruibeke een koffie en twee croissants, tot aan de grens met Nederland is het landschap in een dunne mistlaag, dan de bruggen over Maas en Rijn, geen files, ik rij Amsterdam binnen rond het middaguur en parkeer aan de Nassaukade, een halve kilometer voorbij het Museumplein. Ik neem wat aantekeningen door en ontdek dat Ineke Wertheim in de Willemstraat woont. Geen idee waar dat is. De Willemstraat. Ik bel Ineke.
De Nassaukade, verneem ik later, volgt de zuidwestelijke buitenrand van het stadscentrum. Voorbij het Museumplein gaat het in een kilometerlange boog om de grachten. De Willemstraat is in de Jordaan, er liggen wat straten open, het is zoeken. Ik beland in de Elandsgracht, een winkelstraat. Hier hebben ze het over 20 minuten stappen. 'Dat klopt ook wel,' zegt Ineke, later, we zitten op dat moment aan een tafel op huisnummer 28A, 'wat die meneer zei.' Van de Elandsgracht naar de Willemstraat is het een half uur stappen. Ik neem de auto.
Ze hadden me zien langsrijden toen ik door de Willemstraat naar een nabijgelegen gracht reed, waar ik vlak aan het water een parkeerplaats vind. In Amsterdam is 't volop nazomer. Wolken rijden door het blauw.

Van de Jordaan gaat het naar het Ij, waar Adam Colton z'n atelier heeft, vlakbij de graansilo. Hier zijn alle leuke plekken weg, zegt Frans. De noordelijke rand van Amsterdam is gerenoveerd. Tot midden jaren negentig had je er plekken waar kunstenaars en zwervers hokten en waar kippen liepen. Dat is verdwenen. Op die magische plekken verrezen modieuze lofts. Louise ontvangt ons in het atelier van haar echtgenoot. Zij is fotografe. Het werk van Adam doet me aan dat van Robin denken. De studies en tekeningen zijn adembenemend.
Van de graansilo rijden we via de Ruyterkade naar de ateliers van Koen en Ge-Karel, voorbij het Scheepvaartmuseum en de Ij-brouwerij. Dat is vlakbij de molen. Dan gaat het naar het atelier van Frans. We drinken koffie in Koffiehuis An-Cor en als dat gebeurd is, rijden we richting Haarlem. Het is een prachtige dag. We rijden via Halfweg. In Haarlem, een rustig stadje, is er eerst Margreet Bouman, later het atelier van Ronald Ruseler. We dineren in De Ark.

bijzonderheden

1. Een non valt dood neer. Omstaanders scharen zich om het voorval. Een dokter komt ter plaatse. Het mens is dood, de problemen opgelost.
2. Applaus. Iemand met veel meer dan alleen maar goede bedoeling heeft het religiocide uitgevonden. Ze vallen bij bosjes.
3. In De Ark gaan we voor de kabeljauwfilet met spinazie, boontjes en friet. De Ark is in het centrum van het oerhollandse stadseigen van Haarlem, in Nieuwheiligland op huisnummer 3.
4. Als je het maken van een meesterwerk voor ogen had en niet verder komt dan ellende en mislukking, dan heb je goed gewerkt.
De lat is zo hoog dat je er ook op stelten over struikelt. issue Zonder valhelm onder de lat doorstappen.
5. Op 8 november 1999 veroverde De Ark de oorkonde van Lekkerste Nacht, 'cultuur met mes en vork'.
6. Ik ben blij dat ik thuis ben. Het is altijd weer best vervelend om te verongelukken.

zaterdag 18 september 2010

zaterdag 18 september

Doubrawa belt me. Hij wil de dikte van het hout weten. De dikte van het hout, dat weet ik niet. Het is wat hij weten wil, de dikte van het hout.
Na verloop van tijd begrijp ik dat hij het hout in de voorraadschuur bedoelt. Hij gaat de kubus verbouwen, verneem ik, wil er deuren in aanbrengen.

vrijdag 17 september 2010

vrijdag 17 september

spiraal Merlyn komt met een konische structuur op de proppen. Zo gaan The Singing Painters musiceren, zegt hij, van punt naar vlak, konisch, tot aan de ronde opening, en dan van vlak naar punt.
We drinken bier, roken, kijken naar het papiertje
. We gaan een plaat opnemen, dat is de bedoeling.
Op het papiertje staan drie dingen:
I. Ascending. /falling down/
II. Groundfloor.
III. Sinking.
Michaël merkt op dat hij niet in topvorm is maar dat lijkt weinig uit te maken. We spelen. Gitaar, drum, keyboards.
I. Ascending /falling down/ zit meteen goed. Als je over details begint na te denken, zou er aan gesleuteld kunnen worden, maar dat geldt ook voor andere dingen. Alles kan beter. Het mooiste is: de gitaar klinkt als twee stukken ijzer die tegen elkaar aanbotsen.

Whitley, Chris
We luisteren naar Living With The Law, een plaat van Chris Whitley. Het was Merlyn die op het idee gekomen was om de repetitie hiermee te beginnen, met Chris Whitley.
Na Living With The Law luisteren we naar een cd met muziek van indianen. Later kom ik aan het MSK in een alcoholcontrole terecht. We hebben wijn gedronken, zeg ik, een heel erg goede wijn, dan aten we friet en we hebben de avond besloten met grappa. Twee glaasjes grappa, beken ik. Het valt mee, ik word niet behandeld alsof ik een misdadiger ben, heb twee keer te blazen, kom weg met 0.19.

woensdag 15 september 2010

woensdag 15 september

ongebruikelijke handelingen

H-art nr 70 oprapen. Pak opengescheurd, op vloer beland. Ik buk me en veeg de inhoud van het opengescheurde pak bijeen.
In het kantoortje tussen de papierwinkel naar een zelfklevend vignet zoeken. Op het vignet zal ik het woord inkijkexemplaar aanbrengen. Als het er niet duidelijk op staat, nemen ze het mee. Het is de origine van dat woord: niet meenemen, dit is om in te kijken.

Ik activeer de wireless, op een nabijgelegen plein zijn kinderstemmen, en vul het reservoir van de koffiemachine tot drie duim onder de rand met water.

Het verplaatsen van een kom. De knop van de boiler 180° rechtsop. Ontdekken dat er een gebruikt padje in de koffiemachine zit. Dat is ongetwijfeld niet van capitan, hij ziet dat soort dingen niet over het hoofd.
Ik verwijder de transparante hoes en plaats de nieuwe laptop op het barmeubel. Iemand had de stekker uitgetrokken. Na het inpluggen, neem ik de trap naar het kantoortje, leg het hoesje met vignetten waar ik het gevonden had en in de stilte die hierop volgt, staar ik naar het blik met erwten.

maandag 13 september 2010

maandag 13 september

Didi de Paris telefoneert me en introduceert Guido Schorre, iemand waar Ian Kesteleyn het een hele tijd geleden al eens over had. Sven hangt aan de telefoon. Ik heb twee werkjes aangezet. Geen idee wat er van komt.

zaterdag 11 september 2010

feyaerts, wouter

Wouter is z'n baan kwijt. Dat zat er aan te komen. Aan het Kask heeft de loge een vinger in de pap. Je kan er makkelijk een baantje krijgen, zonder dat het wat uitmaakt, als je maar bij de loge bent. Ook als je helemaal niets te vertellen hebt, als je maar bij de loge bent. De grap is dat iedereen weet dat het er zo aan toe gaat. Iedereen weet het, het is geen geheim, zelfs als je niet eens tot twee tellen kan, het is geen geheim, als je maar bij de loge bent.
Om dat te vieren, hadden we besloten om een mosseldiner te houden. 'Het probleem is hier,' grapt Gwen, 'we eten ons arm.'

Een tafel voor vier. Wouter, Sjoerd, Laura, Gwen. Kleine hapjes, olijfjes en kuit van een Spaanse vis, Ricard, witte wijn. Het voorgerecht is een voorraad messen op smaak gebracht met look. We praten over de-vinger-in-de-pap van De Morgen. Wat is het discours van dat krantje gratuit geworden. De grootouders van Gwen komen van Nummer Een, aan Hoofdplaat, een gehucht met vier huizen en een kerkhof.

kust De Vlaamse kust, 4 kilometer breed. Vlaanderen op z'n breedst.
urinoir Een urinoir dient om in te pissen. Plaats het in museale context. Dat is er om vragen.
wereld Het bouwen van een betere wereld, daar heb ik zo m'n twijfels bij.

De mossels, het gaat om bouchots, kleine mosseltjes, zijn een experiment. Ze komen uit St. Malo.
We fietsen er elke dag maar kunnen ze niet maken. Zoals Gwen het deed, is het met slibtongetjes, kokkels, scampis, ui, look, venkel en messen en ook wat tomaat. Des moules à la Gwendolyne, het smelt op de tong.

vrijdag 10 september 2010

vrijdag 10 september

Hij zag er een oefening in verveling in, zei, ...euh, hoe heet ie weer. Ze zouden op een plek komen met een paal en vaststellen, zoals in de reisgids beschreven staat, dat zich door de eeuwen heen keien en stenen rond die paal opgehoopt hadden, brokken gesteente van wandelaars die zo'n beetje van overal in Europa naar Compostella stappen, soms van Gent naar Parijs, van Parijs naar Bourges, dwars door het centraal massief, over de Pyreneeën en dan zo over Burgos en Asturga naar de Atlantische kust, altijd in die volgorde, en daar op die plek, ergens halverwege het laatste stuk, ergens voorbij Asturga, zouden ze de onderweg opgeraapte steen neerleggen, zoals sinds meer dan een eeuwigheid het gebruik is. En toen bedacht ik het volgende. Dat het net zo interessant had kunnen zijn om van Compostella weg te stappen, in wat voor richting ook, en uit Compostella een kei, een dwerggeitje, een boom, een schuurtje of een stuk rots mee te nemen en dat op een andere plek in Europa achter te laten, waar zou er niet toe te doen, op welke manier evenmin. Het zou volstaan om zich in Compostella in een sigarenwinkel een doosje met cigarillos aan te schaffen. Het zou volstaan om een roos te plukken of ergens op een of ander plein een knoop of een vissenoog op te rapen. Anderen, die over meer middelen beschikken, konden er een huis afbreken, een bos rooien of zouden er spoorwegen en spoorwegbruggen kunnen weghalen. Heuvels en weiden en tenslotte ook de weg naar Compostella zelf, dat alles zou meter voor meter met kleine stukjes en beetjes afgebroken, verwijderd, naar andere oorden getransporteerd kunnen worden tot er van Compostella zelf alleen nog een lege vlakte, een kale rots en een vergeten strand overblijft.
Ik stel voor om voortaan van deze overweging gebruik te maken.

Hij, euh..., nu ja, die persoon dus, had me een dag eerder een a4tje overhandigd, het fotokopie van een bladzijde uit een boek waar hij het een hele tijd eerder al eens over had gehad, en aan de gefotokopieerde bladzijde had hij in handschrift, ter linkerzijde, boven het trefwoord - wat tot helemaal onderaan bladzijde 70 rechts geweest was - in hoofdletters de volledige naam van de auteur toegevoegd, JULIO CORTAZAR, de titel van het boek, RAYUELA OF HET HINKELSPEL, het jaartal, 1963, de editeur, MEULENHOFF, en ook de editie die hij ter beschikking heeft, een bijkomstigheid, de tiende druk, die uit 2006.
Ik citeer de bladzijde in z'n totaliteit met inbegrip van dat ene woord dat onderlijnd werd.

'MORELLIAANS

Wat is dat nu eigenlijk voor geschiedenis: het vinden van een duizendjarig rijk, een andere wereld? Alles wat tegenwoordig geschreven wordt en de moeite van het lezen waard is, helt over naar nostalgie. Een Arcadië-complex, terugkeer naar de Grote Baarmoeder, back to Adam, le bon sauvage (en ze gaan...), verloren Paradijs, verloren omdat ik je zoek, ik voor altijd zonder licht... En dan die belangstelling voor eilanden (zie Musil) of goeroes (als je geld hebt voor het vliegtuig Parijs-Bombay) of weer anderen die eenvoudig hun koffiekopje oppakken en het aan alle kanten bekijken, niet langer als kop maar als blijk van de onmetelijke stommiteit waarin we allemaal betrokken zijn, geloven dat dat voorwerp niet meer is dan een koffiekopje, terwijl zelfs de onnozelste journalist die opdracht heeft in het kort over de quantumtheorie, Planck en Heisenberg te schrijven, zich uitslooft om ons in drie kolommen duidelijk te maken dat alles trilt en beweegt en lijkt op een kat die op zijn kans loert om de enorme waterstof- of kobaltsprong te maken die ons allemaal met de poten omhoog zal doen belanden. Voorwaar, een grove manier van zeggen.
Het koffiepotje is wit, de goede wil is getaand, Planck was een Duitser van groot formaat. Achter dat alles (het is altijd erachter, laten we dat goed in ons hoofd prenten: dat is het sleutelidee van het moderne denken), het Paradijs, de andere wereld, de met voeten getreden onschuld die men vaag, in tranen, zoekt, het land van Hurqalya. Op de een of andere manier zoeken wij het allemaal, allemaal willen wij de deur openen om erachter te gaan spelen. En niet om Eden, niet zozeer om Eden op zich, maar alleen om af te zijn van straalvliegtuigen, de tronie van Nikita of Dwight of Francisco, het gewekt worden door de wekker, de noodzaak je aan te passen aan thermometer en tocht, gepensioneerd worden van schoppen onder je reet (veertig jaar lang je billen samendrukken, dan doet het niet zo'n pijn, maar het doet evengoed pijn, de neus van de schoen dringt evengoed steeds wat verder door, luitenant of literatuurdocent of de verpleegster wat verder om), en we zeiden al dat de homo sapiens de toegangsdeur niet zoekt om het duizendjarig rijk te betreden (al zou dat niet gek zijn, voorwaar lang niet gek), maar alleen om hem achter zich te kunnen sluiten en met zijn achterste te kunnen kwispelen als een tevreden hond in de wetenschap dat de schoen van dat kloteleven achtergebleven is en zich een ongeluk trapt tegen de gesloten'

In 't Spaans Huis met Sven en Jolan. Maarten van RE: had een tekst van Hans Theys doorgestuurd. Evelyne, het lief van Ann, zei iets over een fuif in Cafe De Nele in Lembeke. Merlyn hing aan de toog. We gaan een plaat opnemen. En toen sprongen Sven en Jolan binnen.

maandag 6 september 2010

zondag 5 september

De soort is discutabel.
Een koe graast.
Politiek is van een hogere orde.

vrijdag 3 september 2010

vrijdag 3 september

vrijdag 3 september


dames
Laura zegt: Ze zouden Bart De Wever kunnen splitsen.
Sara zegt: Hij is vet genoeg om te splitsen.
Tine gebruikt rode lippenstift, N°B50, het is van een onbestemd merk. En toch niet zo opvallend, meent ze.
Maar wel net opvallend genoeg. Om niet meteen op te vallen.
En ook zo aangebracht. Om niet meteen op te vallen.
Annelies heeft een leesbril 3.25. Dat ze ook nog foto's maakt, maakt die leesbril er niet beter op.


17u Marc is in het kantoortje bezig. Wat later in de keuken. Valerie Mannaerts komt aanstappen. Michèle is met iets bezig. Eva, Joachim, Maarten, Frips.
Wat aanvankelijk een werk van Anouk leek, is in een stapel brochures veranderd.

heren
Van Ryssen springt binnen, Van Swaef springt binnen. 17u Marc is in het kantoortje bezig. Wat later in de keuken.
Sjoerd treedt aan. Als eerste activiteit 's ochtends had ik hem een mailtje gestuurd. Hij had er op geantwoord, verneem ik, wat onbeantwoord bleef. Ik nam geen tijd om de inbox door te nemen.

Tensing /in Nepal heet iedereen Tensing/ nam Hilary mee naar de top van de berg. In z'n geboorteland prijkt Hilary op het vijfdollarbiljet. Z'n maat Tensing staat er niet op. Zo gaat het met die dollarbijetten.
Zonder sherpa Tensing was Hilary helemaal nooit boven geraakt en sherpa Tensing was er vaker geweest, voor de leut, een wandeling.

Zo zijn er dus twee verhalen, dat van sir Edmond Hilary, de afgod die op het dollarbiljet prijkt, en dat van sherpa Tensing.

dames
De pyjama van Ann is een van de klassiekers.
Bie is helemaal in het zwart. Roos is kleurrijk. Nina is Nina. Bieke woont in Stasegem.
De roze jurk van Barbara is flamboyant.
Ingrid kocht haar jurk in de solden bij Zara.
Is het kwart voor twaalf? Het is kwart voor twaalf. Lisa and Priscilla.
Marnie is from New Zealand.
Clare is from New Zealand too.
And Laura, anyway.

donderdag 2 september 2010

donderdag 2 september

Larousse Nouveau petit LAROUSSE illustré - dictionnaire encyclopédique. Publié sous la direction de Claude Augé et Paul Augé. Paris. Librairie Larousse 1945. Darwinisme hebben ze op p.265 onder de lettergrepen DAN en DAU. Doctrine de Darwin, meer staat er niet.
In de grote zaal en op een tafel in de hall slingeren nog wat boeken: Der Garten von Eichstätt (alleen de kaft), Over Vorm van Hans Theys open op een bladzijde met werk van Tamara Van San en Tuinieren voor iedereen, wat zich vlak naast wat tekeningen en een sculptuur van Valerie Mannaerts bevindt. Op de werktafel van Meneer Vanden Eynden ligt ook nog een exemplaar van H-art nr 67 met Valerie Mannaerts op de cover.

Mod.

T.A.F.A.
Het T.A.F.A. heeft zich tot doel gesteld religie te verslinden. Op de eerste en voorlopig enige Algemene Vergadering kwam het na veel vijven en zessen tot een eerste Algemeen Richtingbepalend Advies, het A.R.A. n°1 of eerste Algemeen Advies van het T.A.F.A.: Het gebruik van mes en vork is af te raden.

The Greatest Show On Earth, van bestselling author Richard Dawkins, auteur van The God Delusion. Page 12 (Dawkins quotes Carl Sagan): 'Occassionally, I get a letter from someone who is in 'contact' with extraterrestrials. I am invited to 'ask them anything'. And so over the years I've prepared a little list of questions. The extraterrestrials are very advanced, remember. So I ask things like 'Please provide a short proof of Fermat's Last Theorem'. Or the Goldbach Conjecture... I never get an answer. On the other hand, if I ask something like 'Should we be good?' I almost always get an answer. Anything vague, especially involving conventional moral judgements, these aliens are extremely happy to respond to. But on anything specific, where there is a chance to find if they actually know anything beyond what most humans know, there is only silence.' En dat is net waar koran en bijbel falen, en wel op zo'n fatale manier dat zelfs een kind het had kunnen lezen: de woorden van god zijn menselijk, te menselijk. Een document van en voor de archieven van de menselijke geest, meer is het niet. Wat god nog het meest van al typeert: zijn allesverslindende onwetendheid.

Maar er zijn geen goden. Gelukkig maar. Wat we niet weten beslissen we zelf.
Of één godje misschien.
Veel hoeft het niet voor te stellen. We zijn met weinig tevreden.