Gent 's ochtends, Amsterdam rond het middaguur, Haarlem bij valavond. Het vertrouwde parcours: in Kruibeke een koffie en twee croissants, tot aan de grens met Nederland is het landschap in een dunne mistlaag, dan de bruggen over Maas en Rijn, geen files, ik rij Amsterdam binnen rond het middaguur en parkeer aan de Nassaukade, een halve kilometer voorbij het Museumplein. Ik neem wat aantekeningen door en ontdek dat Ineke Wertheim in de Willemstraat woont. Geen idee waar dat is. De Willemstraat. Ik bel Ineke.
De Nassaukade, verneem ik later, volgt de zuidwestelijke buitenrand van het stadscentrum. Voorbij het Museumplein gaat het in een kilometerlange boog om de grachten. De Willemstraat is in de Jordaan, er liggen wat straten open, het is zoeken. Ik beland in de Elandsgracht, een winkelstraat. Hier hebben ze het over 20 minuten stappen. 'Dat klopt ook wel,' zegt Ineke, later, we zitten op dat moment aan een tafel op huisnummer 28A, 'wat die meneer zei.' Van de Elandsgracht naar de Willemstraat is het een half uur stappen. Ik neem de auto.
Ze hadden me zien langsrijden toen ik door de Willemstraat naar een nabijgelegen gracht reed, waar ik vlak aan het water een parkeerplaats vind. In Amsterdam is 't volop nazomer. Wolken rijden door het blauw.
Van de Jordaan gaat het naar het Ij, waar Adam Colton z'n atelier heeft, vlakbij de graansilo. Hier zijn alle leuke plekken weg, zegt Frans. De noordelijke rand van Amsterdam is gerenoveerd. Tot midden jaren negentig had je er plekken waar kunstenaars en zwervers hokten en waar kippen liepen. Dat is verdwenen. Op die magische plekken verrezen modieuze lofts. Louise ontvangt ons in het atelier van haar echtgenoot. Zij is fotografe. Het werk van Adam doet me aan dat van Robin denken. De studies en tekeningen zijn adembenemend.
Van de graansilo rijden we via de Ruyterkade naar de ateliers van Koen en Ge-Karel, voorbij het Scheepvaartmuseum en de Ij-brouwerij. Dat is vlakbij de molen. Dan gaat het naar het atelier van Frans. We drinken koffie in Koffiehuis An-Cor en als dat gebeurd is, rijden we richting Haarlem. Het is een prachtige dag. We rijden via Halfweg. In Haarlem, een rustig stadje, is er eerst Margreet Bouman, later het atelier van Ronald Ruseler. We dineren in De Ark.
bijzonderheden
1. Een non valt dood neer. Omstaanders scharen zich om het voorval. Een dokter komt ter plaatse. Het mens is dood, de problemen opgelost.
2. Applaus. Iemand met veel meer dan alleen maar goede bedoeling heeft het religiocide uitgevonden. Ze vallen bij bosjes.
3. In De Ark gaan we voor de kabeljauwfilet met spinazie, boontjes en friet. De Ark is in het centrum van het oerhollandse stadseigen van Haarlem, in Nieuwheiligland op huisnummer 3.
4. Als je het maken van een meesterwerk voor ogen had en niet verder komt dan ellende en mislukking, dan heb je goed gewerkt.
De lat is zo hoog dat je er ook op stelten over struikelt. issue Zonder valhelm onder de lat doorstappen.
5. Op 8 november 1999 veroverde De Ark de oorkonde van Lekkerste Nacht, 'cultuur met mes en vork'.
6. Ik ben blij dat ik thuis ben. Het is altijd weer best vervelend om te verongelukken.
dinsdag 21 september 2010
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten