zaterdag 21 februari 2009

donderdag 19 februari

8u. Iemand van Filliaert installeert een cijferslot. De handleiding is net zo doeltreffend als kerklatijn. 'Laat ik er geen doekjes om winden, laat ik met de deur in huis vallen' (ik citeer A.L. Snijders, Heimelijke Vreugde 1, blz. 101): De enige gebruiksaanwijzing die ik van a tot z gelezen heb is die van Perec. Snijders 5 kinderen, lees ik. Ik ben een Afrikaan, geeft hij toe. Het cijferslot gaat tot 300 combinaties. En recht voor de raap he, die A.L. Snijders: religie is hondenbrokken. Je zou ook kunnen zeggen, hoewel je dat niet zeggen mag: uitroeien die handel. De persoon die het cijferslot installeert is van een andere orde. Hij weet hoe je zo'n slot installeren moet, drinkt geen koffie, heeft geen andere behoefte dan het slot intact aan de poort te bevestigen.
Ik ga in de stockruimte aan de slag, dump het afval in de container. Hier, in de kleinste van beide stockruimtes, draait het vierkant. Boortjes werden in een bakje met gebruikte schroeven gedumpt en op een storthoop van dozen propvol afval en afgedankte ventilatoren kwam een onontwarbaar kluwen van bekabeling terecht. Ik sorteer het gerief. Af en toe is er een vondst, iets zonder duidelijke identiteit, een voorwerp zonder betekenis, iets waarvan ik niet weet hoe het in de stockruimte terecht gekomen is, iets waarbij ik me afvraag wat het nut ervan geweest zou kunnen zijn, het relict van een bedoeling, de materiƫle schaduwzijde van een handeling en soms voel je het tegendeel: voorwerpjes waaraan naast elk nut ook de handeling ontbreekt.

11u. Marc. Ik heb Marc gebeld, besef dat hij de enige is die het cijferslot aan kan. Frips en ik zullen er beteuterd bijstaan, weerloos en luidkeels schaterend zonder dat het een zode aan de dijk brengt, ik weerloos en Frips luidkeels schaterend, die volgorde maakt deel uit van het protocol. Godverdomme, ik mag ik er niet aan denken dat ik dat cijferslot aan Frips uitleggen moet.
Bestuurslid Coene parkeert z'n fiets op het woonerf en ik zie het meteen, dat cijferslot vindt hij maar niks. Hij moppert dat het wat gaat worden met dat cijferslot.

14u. Frips opent het schijfje met de gebruiksaanwijzing van het cijferslot. In veertig talen tegelijk, Babylonisch. We scrollen tot helemaal onderin, vinden geen bruikbare informatie. Marc houdt zich op proefondervindelijk niveau met het cijferslot bezig en Leus springt binnen. Het gesprek komt op het pre-advies. De hoofdredacteur belt, Parys Printing liet weten dat het boek van Johan Joos klaar is.
Frips en ik zijn nog aan het scrollen - gewoon voor de volledigheid, een ogenblik eerder waren we toch al tot de conclusie gekomen dat de gebruiksaanwijzing meer dan waarschijnlijk voor aliens bedoeld is - als Marc met de mededeling op de proppen komt dat hij al wat codes heeft aangemaakt. We lachen uitbundig. Het grote mysterie van de gebruiksaanwijzing, voor Marc is het een koud kunstje.

Geen opmerkingen: