Luk Berghe is sinds het ochtendgloren in de tweede helft van de zaal voorin aan de slag. Hij heeft Marc ontmoet. Waarover ze het hadden is niet bekend.
Het regent, regen van het zachte type: een olijk, sproeierig wolkje dat een deel van z'n spoelbak boven het woonerf loost. Het is van moeten.
Tinka herinnert zich dat zij rond een uur of één in croxhapox aan de slag gingen.
Zeven vlagjes. Kijk, zo. Een kleibodempje, daarin een bloempot, in het bloempotje een florum uit de orde der geplastificeerden, ofwel plastiekbladigen, de plastiferen, ook wel plastificeren genoemd, en dus hieraan, al of niet voorlopig toegevoegd of weggenomen: vlagjes, bijgeknipt - Tinka preciseert - tot van elk vlagje niet meer dan een wimpel bleef en het olijke vernuft van een voetnoot: staatsbelang gereduceerd tot speelgoed.
De witte sokkel, legt Kris uit, hebben ze in Antwerpen in de Godefriduskaai op een container aangetroffen.
Luk is het er mee eens dat het een uitzonderlijk natte zomer is en dat we net hierdoor op korte tijd circa 50 verschillende soorten regen van dichtbij hebben kunnen meemaken.
Kneedepoxy, dat is het koosnaampje van een witte kat die sinds langere tijd in de buurt rondzwerft. Ze is gek op machines.
Luk verduidelijkt de reeks die hij op de tussenwand aanbrengt. Het standpunt is vanaf de Reichstag en in oostelijke richting. Op enkele van de akwarellen is Alexanderplatz te zien en de huidige skyline van Oost-Berlijn, op andere Tiergarten. Uit de positie van de vlag is af te leiden dat de wind uit het oosten waait.
Afleiden gaat met lange ij zodra het discours misdadig wordt. 'Do you like the fact that people may not be able to place you as an artist,' staat er. Ik lees het nog een keer. Het is een werk uit een reeks die Luft der Geschichte als titel heeft. Later bedenk ik het woord aflijding.
vrijdag 26 augustus 2011
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten