In het kippenren trof hij op een dag een papier aan, zegt Raf. Elke dag ging hij kijken hoe de kippen het maakten. Het papier was dubbel gevouwen, er zat een makreel in.
'Een makreel.'
Ja, een makreel.
Hij ging er elke dag een kijkje nemen, twee drie kippen, meer kippen hadden ze niet. Die dag trof hij er een makreel in een papier dat dubbel gevouwen om de makreel zat.
'Een makreel.'
Ja, een makreel.
'Iemand had een makreel...'
Ja, een makreel.
Odette, je moeder. Ze had me niet thuis gevonden en gaf de makreel aan de kiekens. Sindsdien ben ik verzot op makreel.
zondag 11 december 2011
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten