woensdag 18 september 2013

een boekenstapel

Zomaar een stapel boeken:

Gala van Ronald Giphart. 'Mijn vader vindt dat ik je moet schrijven.' eerste zin
De grote wereld van Arthur Japin. Eerste zin: Het is een arts die de stad komt opdoeken.'
'ER BEGINT IETS, gaat er in Somberman om.' Eerste zin van Somberman's Actie van Remco Campert.
Weerborstels van A. F. Th. Van der Heyden. Bladzijde 9, Robby's weerborstels: 'Ik ben nooit een schoenfetisjist geweest, god nee, verre van dat; ik heb niks met schoenen, althans niet meer dan de meeste mensen sinds onze voorouders hebben besloten dat dat rechtop lopen van ze niet zo maar een gril was.'
Palmwijn van Adriaan Van Dis. 1 Vorige winter kreeg ik (eerste zin) een brief uit Afrika.
Serenade van Leon De Winter: Mijn moeder leed al jaren aan rugpijnen.
En ten slotte ook nog Sterremeer van F. Springer en De heilige Antonio van Arnon Grunberg. Boeken die één ding met elkaar gemeen hebben, nog los van het feit dat ze elk een eerste en een laatste zin hebben: ze werden voor een boekenweek geschreven.
Zo heb je ook gedichten die voor een poëziedag geschreven zijn, of, erger nog, voor de bijsluiter van het krantbeginsel.

Tegen de boekenstapel leunt een ansicht met het niet zo panoramische zicht op een duinlandschap in Charente-Maritime: zand, duingras, wind.

Onder Grunberg, wat zich helemaal onderin de boekenstapel bevindt - onderin of achterin? achterin de put zat een... een dwergmuis? - een openvouwbare flyer: SUMMER 2013.

Ik begrijp niet waarom schrijvers zich uitsloven om voor een boekenweek een boek te schrijven. De zin van zo'n boekenweek begrijp ik ook al niet. Het zijn ook altijd dunne boekjes, die van de boekenweek. Het is wachten op die schrijver die voor de boekenweekconsument met een turf van 1.600 bladzijden op de proppen komt, iets waar niet één consument van die voor de boekenweek geschreven dingen zich aan wagen zou. Waarom zou je een boek schrijven als het toch alleen voor die boekenweek bedoeld is. Fastfood voor dat zootje door televisie afgerichte consumenten dat afhaakt zodra het naar normen die ze niet eens zelf bepalen toch net dat beetje te ingewikkeld wordt? Waarom boeken schrijven als het als principe volstaat om met één goeie zin op de proppen te komen. Wat een pedante uitsloverij, zo'n boekenweek.

Ik heb driehonderdduizend boeken gelezen en dat is me ook maar alleen gelukt omdat ik van elk van die boeken alleen de eerste zin las. Zo'n eerste zin verwelkt ook helemaal nooit, ook al staat er alleen maar: Wat?

- Wat zegt u?

Dat wil ik niet tegenspreken.

Geen opmerkingen: