woensdag 11 september 2013

homme à la pipe

Platanen domineren het plein, Plaça dels Nou Raigs, halverwege Place de la Liberté, in het hoger gelegen stadsgedeelte, en Place de la République waar kledingzaken zijn, bars, één restaurant, Le France, en een kleine maar uiterst waardevolle boekenzaak waar ik werken van Bernhard en Prokosch aantref en de eerder vermelde, door Robert Benayoun geschreven Avery-biografie: '...Et pourtant il est mort complètement oublié dans Hollywood qui l'a fait naître et dans le cinéma qu'il a tout entier enrichi de son imaginaire fulgurant. Il avait vécu de même, dans un incognito total pris comme allant de soi, méconnu, alors que ses cartoons faisaient rire aux larmes le monde entier.' (Le mystère Tex Avery, p.10).
Fontein klatert. Bovenop de fontein, op een zuil, zit leeuw. Of toch het verkleinwoord maar: een leeuwtje. Uit de wijd open gesperde muil van het guitig watertandende leeuwtje geult een slap waterstraaltje. Leeuw gereduceerd tot kwijlende hond. In het Musée was het gesprek op Soutine gekomen. Aan de suppoost, een kleine, guitige, kwieke man die niet wegstak dat hij het heerlijk vond om breedvoerig in te gaan op een als terzijde bedoelde kwestie, vroeg ik wie die Manolo is van wie in de vitrinekast in een belendend zaaltje zo'n fraaie koppen en miniaturen uitgestald staan. Manolo, een Spanjaard vernam ik, bleek tot de kring van Picasso te horen of had Picasso in elk geval goed gekend en had tijdens het interbellum, net als Soutine en Picasso, in Céret gewoond. Een dame kwam tussenbeide, een bezoekster die reeds, het was intussen vlak voor sluitingstijd, richting exit aan het stappen was, een Parisienne zo bleek, die l'autre - l'autrui, woord dat ik me nu zo opeens herinner: l'autrui - best een opmerkelijke verschijning leek te vinden en ook gehoord had wat de suppoost over Manolo had weten te zeggen. C'est un catalan, zei ze, die Manolo bedoelde ze. De suppoost verontschuldigde zich, waaruit evenwel niet af te leiden viel of hij het een volgende keer toch niet opnieuw, stiekem, over Manolo de Spanjaard hebben zou. Comme Picasso, zei de dame, lui aussi. Picasso viens du sud de l'Espagne, zei ik, bijna alsof ik het ter plekke verzon. Mais Madame, zei de suppoost, die meteen de spanwijdte van het verre van betekenisloze verzinsel begrepen had, Picasso en vérité était du sud. Waarop de dame - met het hoogst natuurlijke dédain van Parisienne - opmerkt dat Catalunya, zo hadden wij, de suppoost en ik, het geen van beiden bekeken, zich niet tot de streek rond Barcelona beperkt maar in werkelijkheid het hele Iberische grondgebied omvat. (de opmars van het lokale, van het streek-, van het claneigene) Moi, Madame, je suis Européen, zei ik. Ze was het hiermee eens en zo kwam het gesprek toch weer op Soutine: peinture forte, exigeante, féroce. En is een groter contrast denkbaar, zei ik, Soutine, lui-même, homme douce, homme introverti... Op het plein onder de platanen, Place des Neuf Jets, in het Catalaans Plaça dels Nou Raigs, probeer ik me voor te stellen dat de terrasjes, Franse keuken aan de overzijde, een Pizzeria waar ik plaatsnam, er niet zijn. Op de hoek van Rue de les Ichides...

Twee huizen daarvandaan, op huisnummer 6, op het derde, staan de ramen open. Schemering geeft een massieve toon aan de bomen op het plein. Aan een van de andere zijden, op huisnummer 10, waar ze op het gelijkvloers een Franse keuken hebben, hangt op het derde een zwarte badhanddoek te drogen.
L'homme à la pipe. Geparfumeerde tabak wolkt over het terras. Het andere heerschap, een langwerpige grijsaard, zit op nootjes te knabbelen.
Een gitano stapt over het plein, zeult een muziekinstallatie achter zich aan, gaat op een van de bankjes zitten. Hij haalt een koperkleurige trompet tevoorschijn. De man aan tafel klopt z'n pijp uit. Het pijpje belandt naast het bestek en een monotone versie van The Girl from Ipanema weerklinkt. Op het derde van huisnummer 10 is heel even de blote bast van de bewoner te zien. Een hond springt in het bassin, Soutine stapt om de hoek van Le Forquet's en verdwijnt in het smalle straatje, richting Rue de la République, huisnummer 9.
Boven het stadje cirkelen zwaluwen en het oranje straatlicht geeft een opeens diepere toon aan de dingen. Op het derde van huisnummer 10 gaan de ramen dicht. (Rue Danton... Rue Mirabeau...)

Geen opmerkingen: