donderdag 26 september 2013

gedicht

Luister naar dit gedicht.

Some lie on the tennis lawn, some on the edge of a brook,
Others walk through landscapes with a compass or a book,
A few sit in the arbour, studying the deformities of words:
Grief carries them away
As they pore from day to day
Over old Scottish legends or the markings of rare birds.

The mannequin sips at her green liqueur glass on the beach,
The student crosses the plaza preparing a brilliant speech;
The ballerina plunges the calming needle into her arm,
Night after hopeless night
Stabbing the real delight,
Stabbing whatever once was real and plentiful and warm.

Doomed by a stray encounter on a midnight train,
One has ended by suddenly putting a bullet in his brain,
One spends his nights listening to Beethoven and Brahms,
And one, the golden-haired
At whom the ladies stared
Is growing bald and fatuous under the windless palms.


Het heeft nog vier strofen. De titel van het gedicht is The Peninsula en de auteur Frederic Prokosch. Ik vond de uitgave, een édition bilingue van Orphée, in een boekhandeltje in Céret. De uitbater, een niet zo oude, zwartharige man, zat verscholen achter rijen boekenstapels die het bureau waaraan hij zat bijna hermetisch van de rest van de winkel afsloten. Het deed me denken aan films van Erich Rohmer. Het had de sensatie dat ik in een film van Rohmer stapte, laat op een avond, net voor sluitingstijd: de uitbater, verschanst achter hoge boekenstapels, en ik, het bizarre personage, geen hoofdrol, ook in de film, hulpvaardig? behoedzaam? op het tweede plan, de figurant, een bescheiden rolletje, zo'n rolletje waar je niet eens hersens voor nodig hebt, het betaalt niet en ze vragen je niet om het nog een keer te doen: onder de platanen op de promenade doorstappen, Blvd. de la République? boekhandel betreden, heel even voor een van de rekken voorin de winkel staan, er twee volumes wegplukken, Prokosch, Bernhard, Prokosch (wat niet in het script staat) omdat je uitgever het op een avond (staat evenmin in het script) over Prokosch had gehad.

Some lie on the tennis lawn, some on the edge of a brook,

De eerste zin, een zin die misschien nog verbazingwekkender is als het de eerste zin van een roman geweest was. Prokosch, lees ik in de toelichting, een Amerikaan, zou na 1944 geen gedichten meer schrijven. Na de oorlog ging hij in Frankrijk wonen, eerst in Parijs, later in de buurt van Grasse.

Some sit on a terrace downtown, some stick to television or read a book.

De zin is zonder adjectieven, het tennisveld een tennisveld, de kreek niet pastoraler dan de auteur nodig acht.
L'été 80 van Marguerite Duras, een publicatie van Les éditions du Minuit, begint met een zin die me dezelfde sensatie bezorgt, Donc, voici, j'écris pour Libération. Prokosch, die de wrede tweede oorlog eerst in Stockholm meemaakte, als attaché, later in Lissabon, voegt niet meer toe dan toe te voegen is. In het gedicht zijn geen in witheet zonlicht badende straten, over de kreek geen verblindende schittering van Mediterraan licht, er zijn geen tijdstippen, het ik ontbreekt, er is niet meer dan wat je een opeenstapeling van omstandigheden zou kunnen noemen. Iemand zet de televisie aan en kijkt naar de zoveelduizendste aflevering van een soap, of, iemand, die in de woonkamer net zo goed een televisietoestel heeft, zit de hele avond op een terrasje aan het water. Het is een versregel, niet de eerste zin van een roman. Het voor en tegen is zonder ID-card.

Geen opmerkingen: