maandag 16 juli 2007

maandag 16 juli

Niemand.
Zei Odysseus, de geslepene.
En Eenoog vroeg.
Wat Eenoog vroeg?

Dat een regenvlaag over het plein jakkerde. Later. En Nathalie heb ik niet gezien.
Valéry had me getelefoneerd. We spraken af aan Sint-Jacobs.
'Ah, daar zijt ge.'
'Inderdaad,' zei Valéry. Het déjà-vu.
Alsof Rob.
'Hebt ge een enveloppe?' vroeg ik aan de dame die het loket deed, een sypathiek mens met de présence van twintig balen stro.
Valéry had het op zijn zenuwen.
'Hier,' zei ik.

In de vroege namiddag zijn de Feesten uitgeteld. In de straten riekt het naar urine en de zuring staat hoog opgeschoten.

Geen opmerkingen: