zondag 22 juli 2007

zondag 22 juli

16u

In het water drijven bootjes van papier. Een aalscholver, ge ziet ze vaker hier vlakbij de sluis.
Aalscholvers, bierblikjes, hondenpoep. In de doorgang riekt het naar urine.

Ik heb een afspraak met Valéry. We steken de stelling in elkaar en halen de lichtbeamer naar beneden.
Boris, 16 maanden oud, betreedt de croxruimte in het gezelschap van twee medewerkers.

17u - 'Lignes. En quête d'une mémoire', Elias Grootaers
tweede variatie

Une ligne pour ça serait une ligne de chemin de fer. Une ligne de chemin de fer.
Il y a d'autres fonctionaires à Gouvy... Voilà un qui est mort. De dozen met speelgoedtreintjes van Märklin hebben zich opgestapeld.

'Als ik ergens spijt van heb,' zegt Armand, '...je mag geen spijt hebben.' C'est quelque chose d'important.
Weywertz is een bouwval.
Het peertje hangt er nog, wanneer zou dat voor het laatst. Wat scheelt er toch met de publieke opinie dat ze dit soort plekken.
Moet er niet dringend nagedacht worden over een publieke terechtstellingsruimte. Nee, eigenlijk niet. Met het BV-schap hebben we tegenwoordig zoveel publieke terechtstellingen. Het spaart op de elektriciteitskosten.

Josy herinnert zich de dag dat hij zijn auto kocht. Die type reed tussen de rails met een mobilette.
Il était bien en vie.
Et une seconde plus tard.
Het doet Josy denken aan de oude lijnen die weggehaaald worden. 'C'est le progrès,' merkt José op.
'C'est le progèes et c'est pas le progrès.'
Het gesprek komt op het dagboek dat Josy bijhoudt. Vaak weet je al niet meer wat je de dag voordien gedaan hebt.
Houtkrullen. Een zwartwitfoto. De steengroeve.
Een sleutel. Een ansicht. De sporen. 'Et jusque là les rails sont toujours là.'

On est tout seule.
Je fumais encore. Deux machines.
Les nuits étaient très longues.
On rêverait d'avoir ça. Deux églises,
tellement je trempais.
Bien souvent ça prend beaucoup de temps.
Quand vous restent cinq ans.
On vit quand-même des beaux moments.
Et le jour ou vous reste une semaine.
Une semaine.
Trois services à faire.
J'y pensais, j'y pensais.
Et puis, le dernier jour. On revient de Liège.
On passe à Rivage. Dernier fois Rivage.
On passe à Vielsalm. Dernier fois qu'on passe à Vielsalm.
On arrive à l'entrée de Gouvy.
On est des hommes mais on pourrait pleurer.
Dernier rallentissement.
Au bout de la formation d'arrêt. Dernier arrêt.
Dernier arrêt.
Il n'arrive jamais plus.

Geen opmerkingen: