zaterdag 14 juli 2007

zaterdag 14 juli

Uit de Dampoortstraat komt een stoet feestvierders aanstappen. Fietsers stomen door over het zebrapad. De drommen zuigen nieuwe drommen aan die zich als lemmingen naar het stadscentrum reppen. Mensen lopen elkaar voor de voeten.
Ik stap tegen de stroom in. Op het ponton een groep adolescenten met bierblikjes. De scherpe klank van een transistor stuitert over het water. Midden de stroom ploetert een waterhoen.
In De Lucas Munichstraat geen kat. Gevels als tamme krijtrotsen. Een colablikje. Vlak voor de poort hebben kinderen met krijtjes een tekening op het straatdek aangebracht. Ik open de poort, activeer de apparatuur, het zakje met knaagdiergif is gehalveerd. Een bezoeker die voor Annik komt. Annik komt zo, ze hebben een afspraak. Dan Marijke. Ik breng het barmeubel op orde, we nemen de catalogi van Smithson door. Rond een uur of vijf komt ze terug, voor de film, zegt ze.
De beslissing dat de filmweek in crox3 plaatsvinden moet. De bezoeker, Lex heet hij, hij is van Malle, neemt zijn tijd voor de performances van Dabrmaksi. Als je eenmaal weet hoe het moet met die afstandsbediening is 't kinderspel. Benjamin betreedt de corridor. Ik gooi de laptop open. Er staat een reis met Jerome op het programma, vertelt hij, van Parijs naar Antoing. Antoing is in de Walen, boven Doornik. Het schip van Jerome is een binnenschip uit 1924 en werd omgebouwd tot woonboot. 'Zestien meter lang, denk ik,' redeneert Benne, 'een schoon schipke.' Zwart, als gebruikelijk bij binnenschepen, met een houten cabine.
Lex komt er bij staan. Het gesprek komt op Malle, West- en Oostmalle. Het gebied rond de abdij is geklasseerd landschap, een beschermingsbesluit waar nogal wat rond te doen was. Een makelaar die er wat percelen had opgekocht, voelde zich beknot en probeerde het beschermingsbesluit ongedaan te maken.
Van Malle in twee, drie zinnen naar Antoing. Er is een haventje, een boot of tien, aanlegsteigers en een schip dat tot een soort Gamma voor schippers werd omgebouwd.
Jerome deed vooral België, ook Tsjechië, Duitsland, de Neckar te Trier en Ulm aan de Donau. Denkt via waterwegen. 'Uw transportmiddel,' beaamt Lex, die geen auto heeft en graag fietst en wandelt, 'bepaalt de perceptie.' Vliegjes. Een libel. Grashalmen. Wolken. 'Met een boot geraakt ge wel niet vooruit.' Als ge de Schelde neemt, van Gent tot Peronnes, dan ziet ge af en toe een fietser. In zo'n sloep hebt ge niet het minste idee van het landschap voorbij die hoge bermen. Ge zit gevangen tussen de oever ter linker- en de oever ter rechterzijde. Twee muren, twee oevers.
Een berichtje van Annik. Ze is er binnen een minuut of tien. Lex wijdt uit over zijn periode als gemeenteraadslid van Malle. Hij kwam op voor GLIM, een partijtje gelieerd aan Groen. Twaalf jaar mee in de coalitie.
Dan Benne. Op en af. De kern van de zaak met het tweede deel van zijn project: 'Dat de bootreis geboekt kan worden. Ik ben eigenlijk het brochuurke.' Volgende week begint hij eraan. Boekingen in Antwerpen, Aalst, Antoing. Met de fiets. Fietszakken, een tentje van twee kilo, wat documentatie, meer niet. De mensen die zich inschrijven bepalen de fietsrichting. Iemand vertelt een curieus verhaal. Begin jaren zeventig was het. Het was zomer.

Annik. Moe, nog altijd moe, zegt ze. Van het werk al die maanden. De zus van. De mama van. Benne gekraakt, letterlijk, vandaar dat hij de fietstocht een week heeft uitgesteld. Gerd die via Spanje, Portugal en Marokko naar Mauretanië fietste. Dan Senegal. Was negen maanden onderweg.
Elias daagt op, excuseert zich, had zich overslapen. We installeren de cinemazaal. Het wordt crox3. De zus en de moeder van Annik bekijken de films van Dabramski. We gooien de stockruimte open. Elias en Benjamin besluiten om de houten achterwand als projectiescherm te gebruiken. De doorgang naar het terras afsluiten. Is zo gebeurd. Zwarte gordijnen, vier rijen stoelen, een sfeer van cinema in een zaaltje in de woeste steppen van Siberië. Elias neemt 'Het doek', een essaybundel van Milan Kundera, ter hand. Het ligt op het barmeubel naast het kasregister. Hij leest de eerste zin: 'Er deed een anekdote de ronde over mijn vader, die musicus was.' Marijke bestelt een Saison dupont. 'Ouderwets bier,' glundert ze.

Na de film springt Rob binnen. Hij was een weekje aan de Turkse Riviera, in Alanya, met familie. Walgt van het walgelijke toerisme. De stranden poepvol. Het schoonste moment een boottrip op de Middelandse Zee. Hij trok zich terug op het bovendek. Een ligstoel. Niemand op het bovendek. Nacht. Sterren. De zwarte zee. Dat was het mooiste moment. Dan de terugreis van Antalya naar Schiphol. Voor het eerst doodsangst. Of liever, nee, geen doodsangst: pijnangst. In principe heeft hij geen last van vliegangst.
'Deze keer had ik een slecht gevoel.' Hij denkt na.
'Ik denk dat ik een ander geluid hoorde.'
Dan de stem van de boordcommandant, in een Engels doorspekt met Turkse tongval: 'We have a small technical problem.'
En ge weet: 'We have a BIG technical problem.' De stewardessen die door het gangpad ijlen, de blik naar de grond gericht, zwetend.
Achteraf bleek dat er een stuk afgebroken was. Ze hadden 20 minuten rond te cirkelen in de buurt van Antalya voor het vliegtuig landen mocht. Een noodlanding. Het vliegtuig had teveel brandstof in de tank zitten, er was het risico dat het tijdens de landing ontploffen kon.
Later in hetzelfde vliegtuig van Antalya naar Schiphol.

Geen opmerkingen: