donderdag 17 januari 2013

stofwolk

Uit het gesteente steeg een buitenlichamelijke walm. Urk Peew had de klap niet overleefd. Ik zag rotsen met tongen van vuur. In de grot hielden Biesje en Griesmeel zich bezig met het ontbenen van Urk Peew. Met een schaduw van duizend eeuwen valt Rome over het desolate landschap. Hoe heet je, vroeg ik. Geczy, zei de schaduw die naast me zat. Hij sloeg een rotsblok open, toonde me een lichtdrukmaal van Mimi Kelly. Dat is een foto, zei ik. Hij gromde. Jelle en Ann waren in gesprek, Alice sprong binnen. Adam had het over Pessoa. That's queer, zei ik. Gensters dik als boomstammen spatten over het areaal. Dekking zoeken, riep iemand. In de grot hadden Biesje en Griesmeel de ontbeende resten van Urk Peew aan het spit geregen. Geczy watertandde. Een deur opende, achterin de grot. Iemand met lange, wapperende haardos betrad de grot, zei yes yes yes. Geczy greep een van de kuitbenen van Urk Peew, Griesmeel keek toe. I am, zei Adam, wat Pessoa gezegd had bedoelde hij, reluctant to be coherent. Hij greep de kuit van Urk Peew. If you hear her voice, Adam boog zich over wat van me gebleven was, you will die. Biesje en Griesmeel zaten voorin de grot, keken naar de tramstellen die over het landschap joegen. Ik zat met een takje in het zand te woelen, transpireerde, probeerde te ontcijferen wat ik geschreven had. Geczy glundert: I found four volumes of early Bernhard. Four volumes of early Bernhard, jee. Early Bernhard on Goethe: Kleist send him a manuscript, Goethe threw it in the fire. Hoogachtend, us, Goethe, the institute. Geczy gromt. Een rups klautert over de stofwolken.

Geen opmerkingen: