woensdag 28 oktober 2020

donderdag 29 oktober

transcriptie van tuesday 29 october, the diary of viriginia woolf, volume 5, p. 334

de persoon die sinds eind vorige week in een hoek van de kamer, daar, die hoek,
die sinds eergisteren z'n hoofd, daar, dat hoofd, z'n hoofd zat te krabben,
daar, in die hoek van de kamer, daar, in die, o wacht even, zei ik die hoek?
iemand die sinds eind vorige week daar in die hoek aan een, aan zijn, aan dat,
en die persoon, wat zegt u, die persoon zou niet langer, zou niet langer,
maar zit misschien wel nog steeds in mijn hoofd aan zijn hoofd te krabben,
aan zijn hoofd? aan mijn hoofd! Aan mijn hoofd op een andere plek.

En was het ook niet die mijnheer, in die hoek van de kamer, daar, onder wat een werk van Dirk Zoete had kunnen zijn, die onder wat een werk van Dirk Zoete had kunnen zijn zittend naar iets van Yvonne Loriod zat te luisteren?

Hierover geïnterpelleerd meenden ook de buren Loriod herkend te hebben.
Hoeveel stappen zou het nemen, denkt u, van die hoek naar die hoek?

Geen opmerkingen: