vrijdag 13 januari 2017

na het lezen van een gedicht van fernando pessoa



Ze zitten op een muurtje, op een bank aan de oever van de rivier, op een terrasje aan het water, op een strandje vanwaar ze de veerboot kunnen zien, die ze ook hadden kunnen zien als ze op het muurtje plaatsgenomen hadden, die ze ook vanop het terras gezien zouden hebben, die zichtbaar geweest zou zijn als ze op de bank plaatsgenomen hadden, die ook vanop het plein, genoemd naar een zeeman, zichtbaar geweest was zodra het vaartuig voorbij de smalle vuurtoren de aanlegplaats verlaat, voorzieningen waar ze geen van beiden gebruik van maken of waar ze misschien net wel gebruik van maken, in elk geval, het wordt niet als zodanig vermeld. Het metselwerk is misschien net een tik te hoog om er met de knieën bij te kunnen. Er zit al iemand op het houten bankje aan het water, zodat ze eigenlijk niet eens overwegen om er plaats te nemen hoewel het een van z'n favoriete plekken aan het water is, vlak bij het naar het rijdier van een zeeman genoemde plein. Als we het over de hele lengte van het rechthoekige vlak schuin oversteken, om het hoog boven het plein uittorende standbeeld heen wandelen en wat verderop na ons geïnformeerd te hebben onder de arcades door stappen, waar geen zitplaatsen zijn, waar het vrouwtje ons staat op te wachten, dat ik voor we de sokkel van het hoge standbeeld bereikt hebben al in het vizier gekregen had, dan hadden we wat als zijn favoriete restaurant bekend staat kunnen betreden, hoewel het geloof ik niet in de stadsgids die wij bij hebben vermeld staat - het heel even betreden van deze in elk opzicht bijzondere plek, waar de auteur naar verluidt zo goed als elke dag getafeld zou hebben, meestal toen hij na de uren op het kantoor van een verzekeringsmaatschappij met zijn van foto's bekende kwieke tred door de altijd rumoerige straten van het metropool beende, is een ritueeltje dat vooral heel erg in zwang is bij literair geschoolde dames die eens wat anders willen fotograferen dan de gebruikelijke plekjes waar ze bovendien net zo vaak door andere barok om zich heen kijkende soortgenoten gestoord worden. Overigens is veel van wat de luisterrijk met dikke volumes gefêteerde dichter dreef of bezighield bij het grote publiek weinig tot niet bekend. De alluviale brieven die hij aan de dame schreef, wat ze niet onbeantwoord liet, zijn ongeremd losbandig, de lettergrepen, flagrant, spuiten uit een met geestrijke vochten aangelengde, pornografische euforie, een in woorden geplengde, uitzinnige wellust die zondermeer opmerkelijk is, vooral nu zij rustig, bedaard, waar menig biograaf zijn hand voor in het vuur gestoken had, over de kade kuieren, het houten bankje negeren, waar een poos eerder een hen niet helemaal onbekend echtpaar plaatsgenomen had, en zo, in het withete licht, zonder dat de afstand die zij af te leggen hebben zichtbaar op een van beiden weegt, stroomopwaarts dalen naar de stroom en op een tot heden onbekende plek in het gras, op een boomstronk of op een met platte keien verstevigd plekje plaatsnemen, en wel zo dat hij heel erg makkelijk, zonder de minste inspanning van zijnentwege, haar hand vastnemen kan.
De veerboot heeft zijn als gebruikelijk brede bocht landinwaarts over de hier heel erg brede stroom beëindigd, is vanaf de plek waar zij zitten niet groter dan een tor. [ ]

Geen opmerkingen: