Als ik te kiezen had, maar ik heb niet te kiezen, ik heb het boek pas gekocht en het voorschrift is één zin, de eerste, werd het Dylan Thomas en Dylan Thomas heb ik niet bij, dus sla ik het boek toch maar open, opnieuw, nadat ik de eerste zin al gelezen had, Wat een rijkdom aan verrassingen, staat er, een verassing van rijkdommen, en misschien net vanwege die al te voor de hand liggende woordspeling schuif ik het meteen weer van me af. Ik staar naar de balg, een enorme met darmen en bijhorende spijsverteringsorganen gevulde vleesophoping die in z'n geheel voorbij de rand van de commode steekt, net zo verontrustend als het volume op latere leeftijd van Alfred Hitchcock. De eigenaar is klein van stuk en gaat grotendeels schuil achter de commode. Vanwaar ik zit, een tafel achterin de keet waar net voor ik er plaatsnam twee in herenliefde gebrevetteerde projectontwikkelaars plaatsgenomen hadden, zie ik alleen de balg, soms het ronde, pafferige gezicht met een opvallend rozige teint, de dikke lippen het mondstuk van een bombardon, en de vlezige, mollige handen die ongemakkelijk net onder de curve van de voorwaarts gestuwde welving hangen. Als ik het boek toch weer opensla, na een kop hete chocola besteld te hebben en twee broodjes, op een willekeurige bladzijde, en lees, Wij weten niet hoezeer de microben van het fantasme zich mengen met de, en het nog een keer lees, hoezeer de microben van het fanatisme, want dat is wat er staat, de microben van het fanatisme, en dan verveeld opkijk uit het naar adem happende proza, merk ik dat het glas Irish Coffee dat bovenaan een vage schuimrand en onderin een royale hoeveelheid kastanjerood fonkelende whiskey had, het bevindt zich op een klein, rond en met een wit doek afgewerkt tafeltje, tot de bodem toe geledigd is. [ ]
Sinds ik aan de grote tafel achterin plaatsnam, waar de aankoop van een villa in de Algarve besproken wordt, hoewel de modieus uitgedoste projectontwikkelaar zich niet exact herinnert waar ze het huis kochten, ergens in het meest zuidelijke deel van Alentejo vermoedt hij, een afgelegen gebied met boeren aan de grens met Spanje, is aan het panorama dat ik voor me heb niets veranderd; een panorama met een schilderij dat aan beide zijden ruim 30 centimeter voorbij het korte eindje muur uitsteekt, het hangt aan een vleeshaak en stelt een lezende dame voor, niet in de traditie van La bergère (de jonge, knappe herderin die zich in zomers nihil met Diderot vermaakt), hetzelfde of een identiek meisje zou later voor La Liseuse geposeerd hebben, en echtparen die met een logge blik naar het gele vocht staren, een château geschonken in glazen die Boon kantiek genoemd had kunnen hebben; behalve dat ene glas, eerst vol, en dat bleef zo, tot de Balg kwiek als een klapstoel voorover boog, sympathiek, komisch, met het volle gewicht voorwaarts een metrisch volmaakte boog beschrijvend, en met z'n dikke lippen over de schuimrand als een big over een exact op maat gemaakte trog van de Irish dronk, gulzig, klein van stuk, een Gargantua op maat van het zich tot minder kwalijke ongemakken beperkende publiek. Dat deed hij meteen daarna, een halve minuut later geloof ik, nog eens en toen hij het nog een keer deed en ook de whiskey naar binnen gewerkt had, veerde hij op, laten we zeggen na een bedenktijd van tien vijftien seconden, en begaf zich verbazingwekkend kwiek, bijna met elegante tred, tussen de vele hindernissen door naar het klein bestek.
Ik ben al vergeten dat hij er is, verlies me in een notitie bladzijde 34: Men kan deze voorstellingen ook omdraaien, staat er, en besluiten dat in acht genomen de voortdurende bedreiging met verwoesting het coördinatievermogen van het zenuwstelsel en de wil zeer groot moeten zijn, terwijl het echtpaar voor het raam me om een of andere reden aan Lovis Corinth doet denken, meer in het bijzonder de man, [Meier-Graeffe], [Corinth], en wanneer zij, noteer ik, haar bril afzet komt de neus mee, het heeft geen enkel verband met de vorige notitie, als hij opeens en zo ongeveer door iedereen over het hoofd gezien toch weer aan komt stappen en half achter de commode verdwijnt.
Van z'n stuk gebracht door het lege glas op het ronde tafeltje wenkt hij de uitbaatster, die zich meteen zorgzaam als een infirmière over hem ontfermt. 'Ge moogt... Ge moogt nog een, een laatste, ge moogt nog een Irish geven,' zegt hij opgewekt. Het is er uit.
Dit niet aan haar gezegd kunnen krijgen, net zo eenvoudig als het kwam, met beklemtoning van elke lettergreep, het had hem waarlijk diep bedroefd. Nu het er uit is, komt een vreugdevolle sluimer over de gelaatstrekken.
vrijdag 6 januari 2017
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten