donderdag 14 augustus 2008

donderdag 14 augustus

Nederkoorn heet ze. Ik neem een papier en noteer de naam: Nederkoorn.
Een Atlantische zomer, het ene moment drenst een buitje over de binnenstad (kort, hevig, bevrijdend) en niet eens vijf minuten later blaakt het woonerf in helder zonlicht en over het plaveisel waaien dorre blaadjes. Een zomer als twee puzzels die per vergissing in dezelfde doos beland zijn.
'Nederkoorn.'
Ze knikt. Is in 2003 afgestudeerd aan het HISK toen het HISK nog in Antwerpen zat. Ziet zichzelf niet als performer. Werkt performances uit die ze door acteurs laat uitvoeren. Acteur of niet, zelfs bij voorkeur niet, zegt ze. Woordenschat met toefje Engels. Sleazy bvb. Nooit eerder gehoord. Volgens Cambridge International zou het 'dirty, cheap and not socially acceptable' betekenen. Ik neem een papier en noteer het woord: sleazy.
Inge werkt bij een biologisch dynamische bakker. Daar heeft ze het filmpje opgenomen. Interessant. Kostuums die ze zelf maakt, acteurs en actrices, bij voorkeur geen van beiden, gewoon mensen dus die in rare pakken zitten. Pakken die verbergen. Verbergen de koptelefoon, een riem en een buidel of zo, enzovoort, of het verkleinwoord ervan want eenmaal boven Breda gaat alles in verkleining. Bovenop het kleine, kleiner dan wat ook al niet zo groot was, het grotere dat door de verkleining als het ware uitvergroot wordt tot iets dat groter en hierdoor tegelijk toch kleiner is. Interessante paradox van de Hollandse spraakkunst.
Ik neem de agenda door, bij wijze van spreken want ik liet het ding thuis liggen, en concludeer dat we midden oktober nog wat ruimte hebben, net na het concert van John Watts.

Op het woonerf drentelt Grepet die me een kleinigheid te vertellen had, had hij aan de telefoon gezegd. Baggert, die Grepet, als het op spraakkunst aankomt. Zou heel erg graag dit, zou heel erg graag dat.

avond

In de woonkamer bij Michaƫl thuis zit Merlyn aan het drumstel. Rond een uur of zeven ging ik bij Sjoerd en Gwen langs, ze waren niet thuis. Ik nam plaats aan de witte tuintafel, op die ene stoel waarvan Gwen had gezegd dat het meubel deugde, en verorberde de pitta. Uit het dagbladschijnsel viel niet heel erg veel op te maken. In het luchtruim hingen wolkenflarden.

De salontafel van Wittemolen 111 (het tafeltje staat op een strategische plek tussen wat zitmeubilair): het door ed. Dumoni geredigeerde Para van Neo Rauch, het meest recente werk van Rauch met een theoretische bijlage die 'Seeing through smoke' als titel heeft. Van Hugo Claus In geval van Nood. Op het onderste schap ligt crox-boek NR. 9 bovenop The Brooklyn Follies van Paul Auster en hieronder De Speler van Fjodor Dostojewski. Merlyn zit aan het drumstel.

Geen opmerkingen: