maandag 5 juni 2017

snoeihout

Gypsophila Paniculata Smirp. Snoeihout, koordjes, papiertape, houtlijm, plankje. Work in progress zoals ze het noemen, recentste foto.
Met de kinderen in Oostende deed ik de driemensionele Pollock, met ijzerdraad, klei en papier maché, nadat ze eerst met verf hadden zitten knoeien. Het snoeihoutobject is afgeleid van die formule. De bruidsluier en de klimop voorin het tuintje konden sowieso een snoeibeurt gebruiken. Geen idee wat ik er mee aan moet. Ik heb geen zin om het met papier maché af te werken. Het blijft snoeihout en koordjes. Of misschien bedenk ik nog iets.

Het snoeien van de bruidssluier, die over de dakkoepel van het keukentje woekert, heeft voor een lapsus gezorgd in het van onder tot boven zuiveren van het woonareaal, waar ik van begin tot eind mei mee bezig was.
Het stoeltje hieronder geeft een beeld van de werkzaamheden. Vorige week besefte ik opeens dat ik tijdens die werkzaamheden op geen enkel moment elektrische spullen gebruikt had. Het begon met een roeste spijker, geloof ik. Ik had wat ruimte nodig, wou achter de computer vandaan en vond een roeste spijker. Weet je wat m'n vader met zo'n roeste spijker deed? Met zo'n roeste spijker moet ik altijd eerst aan m'n vader denken. Z'n grote talent sprak uit wat hij met die roeste spijker deed. Eerst nam hij de spijker apart. Hij bestudeerde de kromming. Soms ging het om spijkers die hij zelf voor het eerst gebruikt had. Omdat hij er niemand mee lastig wilde vallen en ook wel op wat privacy gesteld was, deed hij het in het tuinhok. In het tuinhok had hij een werkbank. Die werkbank was van zijn vader geweest. Hij had het tuinhok in z'n eentje gebouwd. Hoe hij dat voor mekaar gekregen had wist helemaal niemand. Het was zijn plek, het plekje waar hij zich vaak zonder dat ook maar iemand het merkte uit de herrie terugtrok en zich met de roeste en kromme spijker bezighield.
Het stoeltje is uit die époque. Ooit stond het ding vlak bij het tuinhok. Ik trof het achterin de tuin aan. Het zat onder een dikke roestlaag en het houtwerk was zo door en door rot dat het in brokken uiteenviel toen ik het vastnam.
In de tuin was nog een tuinstoel, een tuinstoel met half rotte plankjes en minder geschiedenis. Van die tuinstoel recupereerde ik het houtwerk. Ik reinigde het hout en wreef het in met olijfolie en bijenwas.
 Maar het was met de werktafel hieronder begonnen.
 En omdat ik er opeens zin in had, pakte ik de hele kamer aan.

En toen dat gebeurd was, verkende ik de tuin.
 In het tuinhok vond ik een oude schrijfmachine.
Het keukentje en de bibliotheek kregen een opfrisbeurt.

Guido kwam een kijkje nemen. We deden en partijtje. Hij won.
Kuk en Orp kwamen uit de lucht vallen. Kuk afgewerkt met rode, Orp met groene stylo.
En dan het helse snoeiwerk. Met die teef op 178 was ik in geen drie jaar in de tuin geweest.



Geen opmerkingen: