zaterdag 3 augustus 2019

zaterdag


I think that the audience an artist imagines, when he imagines that kind of thing, is a room filled with people wearing his own mask. Q Whom do you write for? What audience?

De dichter zit wijdbeens. Gesticuleert. Tussen linker- en rechterhand fietsers, het wandelbusje, een wegdek, bomen, de straathoek.
Hij en de dame die naast hem zit hebben het wegdek frontaal, waar af en toe een auto langskomt, iemand op een electro-ped, een voetganger die zich naar een nachtwinkel rept. De gesprekken op het terras zijn gedempt, wat onvermijdelijk aan die eerste zin van Cheveux bleus cheveux noirs doet denken.
Ik zit onder de bruidsluier en in het boek dat ik bij heb op bladzijde 33: L'été est là, indubitable. Il fait chaud. Il y a des orages qui passent et qui crèvent sur la Manche presque chaque jour, mais après ces orages le soleil est brûlant. Il ne dissipe pas la tristesse de la plage.

And he's your uncle, or what? . . . vraagt iemand aan een van de vrouwen die mee aanzit. Crazy, it's really crazy, zegt ze.
Circumstances fade, names get lost. Cool cats on the pelican crossing.

Vladimir Nabokov, Strong Opinions, Penguin 2011.
Marguerite Duras, L'été 80, Les editions de minuit, 1980.


in een boek las ik, een boek dat ik eerder vandaag in De Slegte aantrof. Iemand,

Iemand die de persoon die Paterson geschreven had bedoelde, zei,
Gaf prompt toe dat hij zich niet herinneren kon wie Paterson geschreven had.
Williams, zei ik.
Dat de dichter van Paterson, zei hij,
Williams, zei ik.
Williams, zei hij.
William Carlos Williams, zei ik.
Dus die schrijver van Paterson.
William Carlos Williams zei ik.
Dat dus die schrijver van Paterson zijn favoriete dichter is.

Turijn, 26 juli 1950. Chère mademoiselle,

Chère mademoiselle,

Geen opmerkingen: