transcriptie van Tuesday 6 August, the diary of virginia woolf, volume 5, blz. 310
Natuurlijk ja natuurlijk. Natuurlijk was ik blij. Natuurlijk was ik blij. was ik blij toen ik die blauwe enveloppe zag, die blauwe enveloppe zag, die uit de reet van Clive stak, god wat was ik blij met die blauwe enveloppe. En natuurlijk was ik opnieuw blij, opnieuw, en wel heel erg blij, opnieuw heel erg blij want zo ben ik, toen de enveloppe die Clive tijdens de lunch, Clive, Clive natuurlijk, ja wie anders, dat de enveloppe die Clive naast het bestek op tafel had net die enveloppe was, de blauwe enveloppe die uit z'n reet stak. En begrijp me niet verkeerd, begrijp me niet verkeerd. Die effectief uit z'n reet stak. Als een pijp uit z'n reet stak. Was, was het de reet van Clive, was het zijn reet, die van Clive, of alleen als vergissing . . . Bijna de reet van. Van wie ook weer. Van wie ook weer. De toewijding van het personeel overigens had, uiteraard, had, met andere woorden alleen daarom, had met de blauwe enveloppe te maken, die uit de reet van Clive stak, niet met Clive, waar het te vroeg op de ochtend voor was. Jan! Jan! Jan! zongen we in koor. En Clive schreed tussen de gelederen naar het plankje met brood en kaas, zonder ook maar één seconde van de blauwe enveloppe af te wijken.
donderdag 6 augustus 2020
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten