vrijdag 23 februari 2018

alfabet

fatsoen In the end it's always the skunks who end up on top, to wit: executives, managers, directors, presidents, generals, ministers, chancellors. A decent human being is ashamed of being somebody's boss! [Arno Schmidt, Scenes from the life of a faun; Marion Boyars 1983, p.15] staat (de (m.)) 1 stand, toestand waarin iem. of iets zich bevindt; Onafhankelijkheidsverklaring van het ik. Ik verwijs naar de onafhankelijkheidsverklaring van [ ] uit [ ]. Het apparaat bevond zich in een staat van permanente razernij. Mijn burgerlijke staat? Nihil. Ik ben een dier. Documenten, verplichtingen, bepalingen, gepaperas, parasitaire cycli van kleefstroken en bemoeienis in doorgeefluikjes. De vlooien. Government of/ by/ for? Op de radio had een of andere sukkel, las ik [een spierverrekking: berichtgeving gereduceerd tot het conditio sine qua non van een memografie], had een of andere sukkel het met groot vertoon van imbeciliteit over de beslissing van een of andere regering: wij zijn de verkozenen [meer- vs minderheid], iets in die trant zou hij gezegd hebben, dus wij bepalen hoe het hoort = autonomie van staatsapparatuur; wat een regering beslist, daar heeft niemand zaken mee; behalve: wie zaakjes heeft [grondwettelijke bepalingen: zaakjes (imperiaal, forfaitair)]. Wat hij in werkelijkheid zei, zonder het ijskoude woord uit te spreken: de genomen beslissing is dictatoriaal. Meer- of minderheid heeft in dit verband geen spoor van betekenis.
gino En An. Gino en An. Ik heb een biljarttafel thuis, zegt Gino. Gino heeft een biljarttafel. Een drieband? informeer ik. Nee, zegt Gino, een met gaten, een Amerikaanse. Zo eentje als de tafel waarop x aan het pegelen is. Eerst liep het niet lekker, zag ik. X was uitgehongerd, wou bikken. Tot hij er opeens twee zuiver had, hard en glad als een nekschot. Jeetje, die zat lekker. En toen ging hij dus met de keu bovenop de bal, helemaal bovenop de bal, nu ja, inflictie, snap je, anderhalve centimeter om het de bedenking van half een draaibeweging te geven; en jawel; tja, kijk, deed ie; en de bal ging er in zonder ook maar een schaduwtik aan de tafelrand en de witte gaaf terug. Tja, ja, kijk, als 't dan toch lekker loopt, zag je 'm denken, kan ik net zo gaaf dit proberen, dacht ie. Snap je. Dit hier. Zie je. Of zo. He, waarom doe ik het zo niet, zag je 'm denken. Ja, zo kan het ook, zeiden we. Dus dat deed ie. Overhoeks. De bal ging er ademloos in, diep, in één keer. Tja, zag je 'm denken, tuitte de lippen, tja tja, kraste aan z'n reet. Maar het mag natuurlijk ook niet te nonchalant worden he, jongen; al herinner ik me nu ook nog Lispector, het staat ergens achterin De ontdekking van de wereld, dat je misschien net zo schrijven moet, verstrooid, alsof 't geen zak uitmaakt. Ha ha. Ja, ja. Maar wat voor de een iets van goudwaarde is, tja, ach, ja ja, voor een ander is het stront. Zoals hoe heet ie weer het gezegd zou hebben.
iemand Over iemand zeggen: zelfs als ze 'm in vijfduizend stukken snijden en gesauteerd in roomsaus serveren, lust ik 't niet./ Ik ken iemand die zich de hele tijd door, met de beste bedoelingen overigens zoals hij maar wat graag beweert, met andermans zaken bemoeit en op een dag tot de verontrustende vaststelling kwam dat hij na verloop van enige tijd, eerst hier, dan daar, voor een deur stond die gesloten was. Hij belde aan. Niets gaf thuis. Drong aan. Niemand. Goeie bedoelingen, contradictio in terminis.
koloni Een nomadische structuur in Göteborg. Organiseren events zonder over een vaste locatie te beschikken.
mail art E = MCrap (we temporarily moved). [2620: 17 februari, 22 februari] see mailart sp-van.blogspot
nico
Nico en Vera wonen op het platteland waar op af en toe een slachtpartij na weinig te beleven is. Hij is naaktmodel in een stadje waar ze naar verluidt geen kunstacademie hebben; voor het kunstzinnige bovenvlak alleen dat ene klasje waar hij naakt poseert. Wat we nog gemeen hebben is dat ook hij een naaktloper is.
plein Het plein en ik. Ik en het plein. Het plein in mij en het oliebollenkraam. Het oliebollenkraam op een van de hoeken van mijn plein. Wie wil oliebol, wie lust oliebol. Alles verboden hoor, ook het plein, 'n verboden plekje loepzuiver in het winkelcentrum van pak-me-vast. En op het plein staat een man. Is ook al verboden, als ik het goed heb. Lekker los hangende, prehistorische jekker, kaalhoofdig, kale kop en ragebol, likkebaardend, z'n dikke, vlezige tong als een naaktslak plomp uit z'n bek en een dikke, volle, levertraanachtige druppel snot die als hars aan een van de neusgaten hangt. Hij kijkt niet naar het plein. Heeft ie geen zak mee, met het plein; negeert me. Ik ben het plein, he godverdomme! had ik willen roepen, ha ha! pas maar op! maar aangezien hij ook al het overige negeert, de bomen en het oliebollenkraam, en nadenkt, diep, wegzakt in de liftkoker van een onzinnige gedachte, van ( ), naar ( ), de stappen die ( ), omdat ( ), naar ( ), van, naar ( ), hou ik al geen rekening meer met hem; snuffelaar aan luchtstroom; slepend gestapvoet. Van de verre overkant van het plein komt een hinkstap naderbij; man zeult tafel; zeult met tafel en er zijn geen dichters en er zijn geen dichters meer. De enige die we nog hadden, werd door een gat vervangen. Experiment met vegetatie?
soep Lekker romige pastinaaksoep, vloeibaar goud.
sparagnos In een roes, bedoelt ze: het ritueel uiteenrijten van dieren, van mensen, van bladzijden.
taal Het concentratiekamp van Taal en Letterkunde. Twee voorbeeldjes. Je hoort seks te schrijven terwijl iedereen sex heeft. Je hoort oké te schrijven terwijl iedereen ok zegt. Oké is niet ok; het is een lelijk woord. Mijn taal is van nature zonder smetvrees, het is polyglot. let op! let op! letopletopletop Elk taalgevoel is besmet. Alles wat taal is, is van nature polyglot. Beeldtaal ook. Zuiver het Nederlands van elke anderstalige spat en je eindigt met niet eens 70 bladzijden woordenboeks. Naast het taaleigen is er ook nog iets wat je het teksteigen zou kunnen noemen. Verwijder je naast de gebruikelijke taalfouten, wat een computer net zo goed kan, uit een tekst ook die elementen die er volgens het groene boekje en het et cetera van de strafkamplogica niet thuishoren, dan gaat kreupelen wat lekker las. Taalpreutsheid; de kantjes er af vijlen tot het mee in het stadsmagazine kan.
waterspin Bij de meeste spinnen, verneem ik, is het vrouwtje groter dan het mannetje. Niet bij de waterspin, die een duikerklok maakt [spint/ weeft] en 80% van z'n bovenbewustzijn onderwater doorbrengt. Is ook een van de weinige spinnen waarbij het mannetje na de introïtus door het vrouwtje met rust gelaten wordt.

Geen opmerkingen: