NAUSEA van Oona Libens. Met Eirik Vindgren. Met Mia Lundholm. Met Elsa Hofmann. De fabelachtige Elsa Hofmann, Cantatrix sopranica L. De L van Libens, vermoed ik.
Nausea gaat in een compleet verduisterde ruimte, wat belangrijk is voor Nausea.
Tijdens de eerste voorstelling zitten 16 personen mee aan, tijdens de tweede voorstelling 18. Wat belangrijk is voor Nausea. Omdat het intiem blijft. Geen grote volkstoeloop, geen kijkcijferpolemiek, geen heetgebakerde en tegelijk slappe, smakeloos domme commentaar van stukjesschrijvers die er bovendien alleen maar over geschreven zouden hebben als we ze betaald hadden.
Oona had op voorhand aangegeven, lang voor ze in een pasgekochte auto naar Senja zou rijden om er de decorstukken, Elsa Hofmann en de trompet van Eirik Vindgren op te pikken, dat elke voorstelling bij voorkeur niet meer dan twintig tot maximaal dertig aanwezigen hoorde te hebben.
Meer dan twintig stoelen hebben we toch niet, merkte de klusjesman op.
Gisteren ten slotte besloot ik om me aan een avond met Kaspar Hauser te wagen, dertig jaar nadat ik de film voor het eerst gezien had, en tijdens de tweede voorstelling, niet tijdens de eerste, viel me op dat een van de garnalen me aan Kaspar Hauser deed denken, maar dat had misschien alleen te maken met het feit dat ik een avond eerder naar Kaspar Hauser gekeken had.
woensdag 13 mei 2015
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten