Transcriptie van Thursday 20 June, The Virginia Woolf Diary volume 5; Penguin Books, 1988; p. 297, JUNE 1940.
Een opening; net thuis; & honger, had weinig meer gegeten dan drie broodjes met kaas & het zou een drukke avond worden, geen tijd om toe te kijken, dus ik veralgemeen. Het bier, de cava, de kratten met wijn. Ik had net alles ingeladen toen Emilie me aanklampte en me gauw een zoen gaf. We spraken af op de boekenmarkt. Dat is gisteren gebeurd. Op de boekenmarkt nog een oude bekende, Colette, die er een oude editie van Simenon aangetroffen had en me een roman van Els Moors aanreikte, Het verlangen naar een eiland, met een stempel op het binnenblad, Uit de collectie VERWIJDERD, en op de achterzijde van de titelpagina nog een stempel, STEDELIJKE OPENBARE BIBLIOTHEEK GENT, waar iemand met stylo een alleen door bibliothecarissen te doorgronden cryptogram aan toegevoegd had. De boekenmarkt viel tegen, vonden we. Die ouwe Presse de la Cité van Simenon en Els Moors, meer had Colette er niet aangetroffen, tot ze in de hoek belandde waar de lompen bijeenstonden, prehistorische uitgaves met titels als TEXAS ALMANAC 1958-1959, een uitgave van The Dallas Morning News, en het ooit aan R. V. d. Kerckhove en J. A. de Waesch toebehoord hebbende Travail des laines à peigne, Principes et Théorie de la Transformation des laines brutes en fils peignés par Léon Faux, een uitgave uit 1925 van Librairie polytechnique Ch. Béranger. Zou er sinds die dag, toen Woolf No, Lytton does not like Mrs Dalloway, &, what is odd, I like him all the better for saying so, ook maar één dag, één uur, één minuut, één seconde zonder herrie geweest zijn? Wat komt er van. Een hand gaat heen en weer over een blanke rug, er wordt gedronken, iemand heeft ricard gemorst. Ik was vooral blij met de tweede en ongetwijfeld tevens laatste uitgave van DE GESCHIEDENIS VAN EEN KORAALEILAND, wat Walter, als we op het terras van De Lieve een biertje en limonade drinken, nadat we ons finaal door de boekbijeenstapeling gezwoegd hebben, met belangstelling doorneemt. Walter had gereserveerd voor een spaghetti-avond bij het Autistisch Verband, Celeste tilt Feanor op de schouders, en na het biertje schuif ik maar wat graag mee in, de dagkaart biedt stoverij met lever en niertjes en tal van andere lekkernijen. Ik neem de Sole meunière en een Taunusquelle. Op deze weldaad wachtend had ik het dagbladverschijnsel kunnen doornemen; ik pas. Er is meer dan genoeg miserie, waar ook, het morsen met economie en oorlog, de vuilniszakkerijen van het politieke model, een model dat zo ongeveer gelijkstaat met georganiseerde misdaad, en alleen al hierom geen reden om te kauwen op wat dagbladen hierover te zeggen zouden hebben. De morfine van het dagbladverschijnsel, van televisie, van blaadjes en magazines, en, niet te vergeten, het digitale tijdverdrijf. Zouden we zonder kunnen? Het is net zo ondenkbaar als een wereld zonder economie en politiek. Het voorschrift is driemaal daags.
zondag 21 juni 2015
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten