Geroezemoes. In een van de notitieboekjes heb ik ongeveer een maand geleden genoteerd: Geroezemoes, wat een verrukkelijk orkest vanavond. Ik heb meerdere notitieboekjes omdat ik vergeetachtig word. Ik rij naar de Veeartsenijschool, dat is een maand geleden gebeurd, en ontdek dat ik het schrijfboekje vergeten ben, het schrijfboekje dat ik niettemin echt wel nodig heb omdat ik de gesprekken noteren wil.
Geroezemoes kan je niet noteren. Net om die reden wordt het geroezemoes genoemd. Ik heb vaker fragmenten van een gesprek genoteerd, van personen die vlak naast me zaten, en ik ben ook helemaal niet de enige die dat deed, vooral omdat de frasering me interesseerde, de vaak heel erg onzorgvuldige maar net zo goed fascinerende, want nooit aan geschreven taal beantwoordende manier van spreken van mensen die net een film gezien hebben, die in een café of op een terras onvoorbereid dingen zeggen die op een andere manier dan het geschreven woord tot het taaleigen horen. Ik heb me natuurlijk ook net zo vaak aan een transcriptie van die fragmenten gewaagd, vooral toen ik opeens over een portable beschikte, en ontdekte zo dat het modale gesprek helemaal nooit beantwoordt aan wat je er als schrijver verwacht van had kunnen hebben. Porcosaurus, wat ik gisteren schreef, had als begin of uitgangspunt de registratie van het gesprek gehad kunnen hebben, een van de meest stompzinnige gesprekken waar ik ooit mee te maken had, maar was dan ongetwijfeld zo goed als meteen weggevloeid in gemeenplaatsen en domme fraseringen, tenzij je net die gemeenplaatsen en domme fraseringen als uitgangspunt nemen zou om een toneelstuk te schrijven.
Met geroezemoes kom ik beter weg. De zaak zit afgeladen vol. Aan het water zit niemand.
zaterdag 8 oktober 2016
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten