zaterdag 18 maart 2017
zaterdag 18 maart
In de klankbrij zijn geen afzonderlijke stemmen. Ik weet dat ik mij zou kunnen bezighouden met de stemmen van een groep van zes mensen die aan een tafel vlakbij plaatsnamen. Af en toe is er ongetwijfeld een helder geformuleerde zin. Iemand vertelde me dat hij er van hield om in een kroeg, als hij voorts helemaal niets om handen had en geen zin om te lezen in het boek dat hij bij had, flarden noteerde van een gesprek. Kenneth Goldsmith zei dat hij het deed en ik heb het ook zelf vaak genoeg gedaan. Het volstaat om er één stem uit te pikken, om de aandacht op die ene stem te brengen, om in het geroezemoes alleen nog aandacht voor die ene stem te hebben. Aan een tafel helemaal aan het verre hoekpunt van de diagonaal, in een zaak waar ik vaker kom, hadden ze het over het interieur, over het houtwerk en, specifiek, de kleur van het houtwerk, en een al wat oudere dame zei dat ze het bij haar thuis allemaal wit had, waarop een van de tafelgenoten zei, bijna alsof het hem in de lessen meetkunde of fysica zo geleerd was, als je voor het eerst hoort dat 1 en 1 altijd 2 is, wit, zei hij, daar kan je alles op dragen wat je maar wil. Ik probeerde mij een wit interieur voor te stellen, twee portretten in een witte, ovalen frame, potplanten die alleen dit of dat plekje gehad hadden kunnen hebben en niet uit de toon vielen in de eentonige kamer waar, of ik er in rondkeek of niet, geen boekenrek, geen ontbijt, geen tot de rand gevulde asbak te bespeuren viel. Het geroezemoes is niet alleen zonder afzonderlijke stemmen, sommige klinken hoger of lager dan de andere stemmen, dat wel, gezichten heeft het evenmin. Tot ik een van de gezichten bekijk. Het is het gezicht van een dame en aan het pappige gezicht zit een pappig lichaam, maar ik bekijk alleen het gezicht en op gegeven ogenblik merkt ze dat ik haar bekijk, wat we negeren. Ik stel me een film voor, een Italiaanse-Franse productie, waarin zij en de man die aan dezelfde tafel zit, hij zit met z'n rug naar me toe, een rolletje hebben. Film van de week. De huidskleur boven de daken is ingedikt tot sinister indigo, de hangwangen hebben het portret van een oude foto, een stukje kaas verdwijnt in de mondholte, ze kauwt, heel even zwellen de lippen dik van vet en sap en dan verdwijnt alles weer in het geroezemoes, de woorden die ze wakker gemaakt had. Ik trek de deur achter me dicht en de gelagzaal verdwijnt met een zucht in de aardbodem.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten