maandag 6 juli 2009

epigram

Ik besef dat ik dood ben. Ik heb me van het leven beroofd, begreep dat ik op die manier redden moest wat van mijn betekenis gebleven was, dat ik van die betekenis een zaak wilde maken met een uitkomst die uit de zaak zelf zou blijken. Het is een offer, een offer aan een zaak die ook anderen aanbelangt. Ik deed het met tegenzin.

Ik heb me van het leven beroofd. Dat deed ik met tegenzin. Waar is de betekenis gebleven die het had. Oorzaak, doel, eindpunt, begin. Dat de betekenis honderd andere werd, dat ik moeizaam zocht naar wat van het begin gebleven was. Niemand lijkt te beseffen hoe belangrijk het begin van zo'n betekenis is. Het is een offer. Ik deed het met tegenzin.

Ik deed het met tegenzin. Het stond me tegen, het beviel me niet, het moest. Om die reden deed ik wat alleen ik had kunnen doen. Ik breng geen andere oorzaak in. Alles hield op voor het begon. Meer zei ik niet, dat het dat was wat ik deed, omdat het onaanvaardbaar is. Zo is het leven, er is niets gebeurd, het is een offer.

Geen opmerkingen: