vrijdag 3 juli 2009

donderdag 2 juli

Midden het tapijt ligt een stapel boeken waar ik geen plaats voor heb. Ik vis een vlieg uit het glas rode wijn, een Vacqueyras 2005, Trésor Poète. Het hulpmiddel is een reepje karton. De onzichtbare handeling heeft een zichtbaar resultaat: het vliegje klimt op het hulpmiddel. De dunne, transparante vleugels trillen. Een onheil is vermeden.

In De Morgen gingen ze er van uit dat Philippe Vandenberg in Gent woont. Dat staat zo in het artikel dat ze op 1 juli publiceerden. De titel die ze boven het stukje plaatsten komt uit een brief die Philippe aan Karel Dierickx schreef. Het zinnetje stond exact tien jaar geleden in zelfde krant. Vandenberg - die in 96 aan Open Deuren en in 97 aan Schilderkunst Hedendaags Belgisch deelgenomen had - en Sylvain Cosijns hadden toen een gezamenlijk project op de crox-locatie in de Aannemersstraat. In De Morgen hadden ze het daarover, twee dagen op rij deden ze een halve bladzijde. Luttele tijd voor dat eerste crox-project van Philippe Vandenberg hadden Marc Maet en Michaël Borremans een solo-project in croxhapox gehad. Het was het laatste solo project van Marc Maet. Michaël was amper bekend. Ik had de tentoonstelling samengesteld, was me bewust van het merkwaardige contrast, een contrast dat geen consequenties leek te hebben. Het project was met Maet begonnen. Omdat hij meende dat ik dat moest doen, was ik op het atelier van een van zijn studenten geweest, iemand zonder talent, een dame die lang na de schilderkunst uitgevonden was en daar geen antwoord op wist. Marc Maet drong aan. Ik zei dat ik aan een andere combinatie dacht, hij en Michaël Borremans. Hij wist niet wie Borremans was, Borremans was onbekend. Ook dat gebeurt.
In 2007 begonnen we aan een boek met werk van Philippe Vandenberg. Kort na elkaar had Philippe twee projecten in croxhapox. Voor het boek maakte hij een nieuwe reeks tekeningen, die na het crox-project in New York en in MSK getoond werden, projecten die samenvielen. Rob zwoegde maandenlang aan de duo-tone. Philippe ging mee in het procédé: de tekeningen, hoe kleurrijk ze ook waren, werden omgezet in duo-tone. Het resultaat was verbluffend.
Ik ging niet mee in het discours van de kunstenaar, hij had een andere taal. Ik herinner me dat we het over Michaux hadden. We dronken een rode, donkere wijn. Michaux kan je niet ernstig nemen, zei hij. Michaux kan je wel ernstig nemen, dat wist ik, zo was het. Philippe meende dat dat niet kon. Die betekenis bleef tussen ons in hangen.

De dood van Philippe geeft me een onbehaaglijk gevoel. Dat Van Miert in z'n kersentuin uit een boom viel, dat Yasmine zich verhing, dat Michael Jackson uit elkaar gespat is op een manier die niet eens tot de verbeelding spreekt, dat is tot daaraan toe.

Geen opmerkingen: