57 kilometer van Avignon vandaan duikt het woord voor het eerst in het landschap op. Het staat op een van de borden die boven de autosnelweg hangen, wit op blauw: AVIGNON.
Ter hoogte van Sète kwam duisternis over het landschap. Ik kom van Valencia. In Valencia was een helse drukte. Ik vond een kamer in een goedkoop hotel net buiten het stadscentrum. De O van het woord HOTEL, verticaal boven de inkom, hing vlak voor het raam op het derde.
Het besluit om opnieuw naar Avignon te rijden, had ik een dag eerder genomen. Na Cadiz hing ik een halve dag in Màlaga rond. Ik had Declant Grant gegoogled, in een poepsjieke kamer op het zevende van El Parador, in Cadiz, een appartment met uitzicht op de baai en het oude stadsgedeelte. 's Ochtends cafe con leche onder de jacarandas op een pleintje. De display boven een apotheek gaf aan dat het 23° was. Declan had zes jaar voor de universiteit van Màlaga gewerkt, ontdekte ik, was daarna weer voor een Escuala de Idiomas gaan werken, het FGUMA. Van Sebastian Navas, een schilder uit de school van de Andalusische Transvanguardia, die ik net als Declan eind jaren tachtig in Màlaga had leren kennen, vond ik alleen een verwijzing naar een expo in Cala de Moral. In Màlaga, een dag later, traceerde ik de nieuwe locatie van Cafe con libros. Declan en Sebastian waren er niet bekend. Van Merche Rosado Subiron ontbrak elk spoor.
Op circa 60km van Avignon was er een péage geweest. Het was vroege avond, ik had alle tijd. Gedurende enige tijd reed ik achter een truck aan die naar Pilzno in Polen moest.
In de buurt van Nîmes is er een tweede verwijzing: AVIGNON ARLES, en de afstand die ik nog voor de boeg heb, 39km. Op de cirkellijn van die afstand zijn een aantal plekken die samenvallen met de aanwezigheid van Daniël Robberechts in het landschap, maar van het landschap van Robberechts, tussen aankomen in en zich verwijderen van Avignon, bleef weinig. Het is een puinhoop. De autosnelweg was er niet, om maar één ding te noemen. Ik ga van de autosnelweg af richting Remoulins. Afslag 23. Afslag 23 vermeldt Avignon, Remoulins en Pont du Gard. Een ogenblik eerder was er ter rechterzijde ook nog de mededeling AVIGNON cité des papes.
Ik beland op een RN met vijf roundabouts voor ik de schaars verlichte Pont de l'Europe bereik, over de Rhône, en meteen daarna de stadswallen van Avignon en de stationsbuurt. Boulevard Saint-Roch, Porte Saint-Michel, waarover D. R. het volgende schrijft (op. cit., blz. 59): 'het zuidoostelijke hoekpunt is de Porte l'Imbert, het zuidwestelijke de Porte Saint-Roch, maar die zuiderzijde bevat nog vier andere poorten: van oost naar west het Portail Magnanen, de Porte Saint-Michel...' Het station is vlakbij en vlak bij het station, aan de buitenzijde van de singel om Avignon, het Novotel, le Grand Hôtel en Hôtel Magnanen, waar ik vier maanden geleden overnachtte. Dit keer is de keet tout complet.
Een wandeling. Cours Jean Jaures en het antieke Chambre de Commerce. Op het plein, waar taxi's aanschuiven, is een schreeuwerig dispuut aan de gang tussen een zestal Noord-Afrikanen. Ik wijk uit naar Rue de la République en hier O'Neills, een Irish Pub, en het Hôtel Bristol, wat verderop het Musée Lapidaire in wat ooit een kerk was, L'Américaine, een kroeg, en vestigingen van H&M, Zara, Monoprix en Esprit. Op de hoek van Rue du Prévot is Le Nani dat zichzelf aanprijst als restaurant des Avignonnais, niet authentieker dan O'Neills, met nieuwerwets meubilair dat zo is afgewerkt dat het lijkt of het uit een vorige eeuw stamt. De plat du jour serveren ze er alleen 's middags, seulement au déjeuner staat er. Alors je prend. Je prend la brochette de boeuf, bien cuit, une pression, en noteer cultiver l'authentique in het schriftje. Yves Montand in een film waarvan de titel me ontglipt. De andere straat, waarvan Maison Nani het hoekpand is, is Rue Theodore Aubanel, ou Carriero Teoudor Aubanel. Er is een pleintje, een boom, een pancarte met het stadsplan van Avignon, le centre historique zoals D. R. het slopend beschrijft in Aankomen in Avignon. Terug richting Cours Jean Jaures eerst de rode verticale neon van het woord CINEMA in Rue Pourquery de Boisserin, een pancarte van het Musée Rigolo d'Art Contemporain in Rue du Collège d'Anney, een smal straatje waarin drie meisjes verdwijnen. Een ogenblik later de zakkenroller. Eerst bevindt hij zich vlak voor L'Américaine. Er zijn best wat mensen op straat, c'est l'heure de s'amuser quoi. Hij dwarst de straat, maakt opeens een bocht, komt naar me toe, lacht, doet alsof hij me iets zeggen of vragen wil, z'n rechterhand duikt omlaag, ik had het zien aankomen, maak een pirouette, de handtas verdwijnt achter m'n rug door en hij tast in het ijle, staat gedurende een fractie van het moment komiek als een hond over het voetpad gebogen, gênant, drie personen die het voorval opmerken, betrapt, hij heeft niet eens de mogelijkheid om te doen alsof hij wat anders van plan geweest was, kijkt gegêneerd om zich heen, grijnst.
zaterdag 11 januari 2014
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten