In Een kleine encyclopedie van misleiding(1) lees ik het volgende, bladzijde 161: 'In 1986 wordt in het Stedelijk Museum in Amsterdam het schilderij Who's afraid of red, yellow and blue? van Barnett Newman met een stanleymes toegetakeld door Gerard Jan van Bladeren. De gemeente Amsterdam benadert Goldreyer; deze zal voor 800 000 gulden (nu: circa 576 900 euro) het schilderij restaureren. Hij doet er maar liefst vier jaar over, maar naar eigen zeggen heeft hij Newmans stijl dan ook zorgvuldig gevolgd. Met een dun penseel zet hij duizenden en duizenden verfstipjes in het rode vlak dat het grootste deel van het doek (van in totaal 2,45 x 5,43 meter) vormt. Het kunstwerk is nog maar net terug in Amsterdam of kritiek op de restauratie barst los. Uiteindelijk wijst onderzoek van het Nederlands Forensisch Instituut uit dat Goldreyer het gehele rode vlak van het schilderij heeft overschilderd met niet-verwijderbare verf en met behulp van een verfroller.'(2)
Af en toe deden zich situaties voor waarbij hij, de protagonist van een niet nader te noemen aantal praktische overwegingen,(3) de mogelijkheid voorgeschoteld kreeg, als een opeens fortuinlijk lange bal die hij naar hij meende zomaar binnen te trappen had, om zich te verrijken ten koste van iets dat tot dan om geen andere reden belangrijk gebleken was, wat hem aanvankelijk, toen hij er nachtenlang over had liggen piekeren, ongetwijfeld ongepast leek, maar allengs minder ongepast, tot hij het een verbluffend interessant idee begon te vinden en zich aangespoord door derden op het gladde ijs voorbij de rand waagde van wat hem tot dan om wat voor reden ook onfatsoenlijk leek. Fraude heeft een klein begin. Het begint als een dermate te verwaarlozen ding dat moeders het niet eens zouden weten op te merken. Voor de persoon in kwestie, die zich nu inprentte dat hij voor hetere vuren had gestaan, leek het verschil tussen waarheid en leugen een te verwaarlozen faits divers. De marktwaarde van waarheden bovendien is nihil.(4) Wat als waarheid gesteld zou kunnen worden, is doorgaans zo twijfelachtig dat geen zinnig mens er rekening mee houden kan. Of iets een leugen of een waarheid is, is bovendien hetzelfde, sinds het uitsterven van de dinosaurus is van zowel waarheid als leugen telkens het tegendeel juister gebleken en die juistheid opnieuw waar of onwaar, zodat ten slotte van beide alleen de leugen bleef. Waarheid verkoopt niet. Met juiste feiten kom je helemaal nergens.
Ongemerkt sloop de schaduw mee in. In de grijze hersencelletjes nestelde zich de kiem van een eerste poging tot fraude en met die eerste poging tot fraude het grote failliet, wat zo ver verwijderd was van het failliet dat van die eerste misstap geen dreiging uitging. De leugen sloop mee in het obscure gebied van voor en tegen waar voetstappen sneller verdwijnen dan de schaduw die het laat. Exponentieel komt het van waarheid opnieuw tot leugen, van die leugen tot weer grotere waarheid en van die grote waarheid opnieuw tot de leugen die het is, de ingebakken kronkel, de wettekst, het schimmige, het hoogst onfatsoenlijke bedriegerijtje, het te wagen gokje. Tot het verkleinwoord de charme verliest die het had.
(1) Roelf Bolt, Leugenaars & vervalsers, Een kleine encyclopedie van misleiding, Querido 2011.
(2) Goldreyer, Daniel data onbekend, Verenigde Staten, 'restaurator', actief 1987-1991. Op. cit. blz. 161.
(3) Protagonist ad inifinitum, dat wil zeggen op gegeven ogenblik iedereen, omdat het ten enenmale zinloos is om wie ook uit te sluiten.
(4) 5 februari Het bête gezicht van brave mensen als je ze complimenteert met hun goedheid. Wat ook opgaat voor alle fatsoenlijke mensen. Wat een verschil met het uitgeslapen en lege gezicht van al die anderen! In een schurk zit toch heel wat meer dan in een brave burger. Paul Léautaud, Literair dagboek 1893-1921, blz. 14; De Arbeiderspers, 1972.
zondag 30 november 2014
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten