maandag 9 februari 2015

zondag 8 februari

In Rotterdam heb ik twee boeken bij me, Old Masters van Thomas Bernhard, waarin ik op bladzijde 147 ben aanbeland: This is what always happens when we talk about a subject because the subject fascinates us, but it fascinates us more than the person on whom, when all is said and done, we force it with all the frantic ruthlesness we are capable of - en Opened Ground van Seamus Heaney met Poems 1966-1996 als ondertitel, een Faber & Faber editie. Ik heb alles in het konijnenhok, Heaney en Bernhard, het notitieboekje, een broodje met kabeljauwsalade, de leesbril, m'n laptop. Op het aanrecht is koffie gemorst. 'Je kan maar beter omrijen,' had een van de surveillanten gezegd, 'als je alles uitgelaaien hebt,' dezelfde die me woensdagavond tien euro afgetroggeld had, 'hier mag je niet staan.' Dat doe ik. Ik rij om de hangar heen waar Intersections ondergebracht werd en parkeer aan het dok en weer in het konijnenhok sla ik Heaney open op bladzijde 162/163:

Glanmore Sonnets
for Ann Saddlemyer
'our heartiest welcomer'


I

Vowels ploughed into other: opened ground.
The mildest February for twenty years

Ik had de jongedame eerder opgemerkt, toen zij en nog iemand de hall betraden en een koude luchtstroom mee inschoof. Ze draagt een hippe, blauwe short, zwarte collants en een jasje met een felgroene kraag. Natuurlijk had ik me haar kapsel niet herinnerd kunnen hebben. Houtkleurig, schreef ik in het notitieboekje: stapt om het boekenmeubel heen: staart naar het exploderen van Nel. De andere jongedame houdt zich heel even met de display van cards en boeken bezig.


Het konijnenhok, zoals we het noemden, vlak bij de inkom van Intersections. Ter rechterzijde drie foto's uit de reeks Windows van Bram Van Stappen. Achterin: het keukentje van wat ooit de kantine van de onderhoudsdienst was. Op de monitoren twee sneetjes film van Jelle Clarisse, links de Boekentoren van de Gentse universiteit, rechts de Van Nelle fabriek, maquettes in balsahout die beide tot ontploffing worden gebracht. Dat is gefilmd. Links voorin het boekenmeubel met een fries van crox-cards, enkele boekpublicaties en een portfolio van Bram. Het boek van Heaney bevindt zich op het stoeltje naast de zwembadblauwe afvalemmer, onder een lokale poëziekrant.

Eerder waren er al wat nieuwsgierigen geweest, waarvan ik me alleen het koppel herinner, hij een vijftiger met sluik, grijs haar en een rond brilletje, de andere persoon zijn echtgenote, en me dat alleen herinner omdat ik volgende notitie aan het boekje toevertrouwde: hij, lange zwarte mantel, sluik haar, grijs, brilletje, buigt zich over het boekenmeubel en neemt Sonare Motus van Hans Beckers door, begint achterin en neemt alle bladzijden tot zich terwijl hij de hele tijd door als een knipmes over het boekenmeubel blijft staan. Iemand die ook zelf grafisch werk maakt? De echtgenote interesseert zich voor het Joosboek, raakt het aan, slaat het open op een willekeurige bladzijde. Ik open Heaney op bladzijde 183 en lees:

As you plaited the harvest bow
You implicated the mellowed silence in you
In wheat that does not rust
But brightens as it tightens twist by twist
Into a knowabe corona,
A throwaway love-knot of straw.


Marie-Jose van Stichting West betreedt het konijnenhok. Zij hebben een standje in de main section. Nathalie van het Haarlemse Nieuwe Vide, in 2008 schreef ze voor Kunstbeeld een dubbele pagina over croxhapox net toen we een project van Robbert & Frank en Frank & Robbert hadden, komt een kop koffie tanken. We halen herinneringen op aan die koude winter en het gesprek in de hall toen de blackstraler er nog niet was. Siberische omstandigheden. Ze is flamboyant, springt er zo tussenuit in haar korte felblauwe jurk met een oranje, verticaal Leitmotiv, de feloranje collants en het elegante schoeisel van goud. Om met Guido te spreken: van goud, goud, goud.(1) Ook Zoro Feigl, met een al net zo flamboyante groenblauwe huzarenbroek en om de uitgesproken ranke hals een wulps sjaaltje, had zich in het konijnenhok gewaagd.
Niet zelden blijven mensen in de deuropening staan, kijken nieuwsgierig of terloops naar het boekenmeubel, naar de setting, naar de monitoren waar Nel en de Gentse Boekentoren om beurten exploderen, en vervolgen hun weg zonder het konijnenhok te betreden.
Een dame bladert in de portfolio. Ze kijkt sip om zich heen. Met diezelfde sippe gelaatsuitdrukking gaat ze op de toiletpot zitten en smeert ze, op een ander moment, hagelslag over het sneetje brood. De enorme massa die opeens in de deuropening van het konijnenhok staat is die van Erven Pollewop. Een Pollewopje, zij het zonder de onnavolgbare goedgemutsheid van Tante Pollewop. Ze is te massief voor het konijnenhok, het voelt ongemakkelijk aan. Iemand sloop achter haar door om het boekenmeubel heen en bladert door het laatste exemplaar van de meest recente editie van De Witte Raaf, buigt zich over de portfolio met foto's van Bram en grinnikt als hij opeens de Van Nelle fabriek uiteen ziet spatten.

(1) Guido De Bruyn, Goldbergvariatie, een heel erg lang en muzikaal gedicht geschreven voor Poëziedag 2015 en die dag op een locatie in Leuven tot tweemaal toe voorgelezen.

Geen opmerkingen: