zondag 29 april 2007

zaterdag 28 april

TEATRO DEL SABADO

Michaël fietst de hall binnen - de oude grap, crox als drive-in; hij en Dirk begroeten elkaar hartelijk.
Morrens heeft het beestig druk.
Alles onder controle? Alles onder controle.
Witheet zonlicht. In de gang Joost met de laatste loodjes. Hij poetst een smal stuk glas, bedoeld voor de twintig meter lange vitrinekast.
Ik bel Joris - met de gsm van Sjoerd - en begin de lege bakken bier in te laden. 40 minuten later de volle bakken.
Michaël bladert het boekje van Marc door. Een fijnere raster zou beter zijn, meent hij, dat en goedkoper papier.
Peter komt aanstappen. Michaël en Peter begroeten elkaar hartelijk.

PETER - "Alles goed?"

MICHAËL - "Behalve het weer. Met die warmte lopen de mensen half ontkleed op straat en daar kan ik niet tegen."

Dirk komt aanstappen. Joost poetst een smal stuk glas. Buiten, in het withete zonlicht, hebben de kinderen van de buren een tent gebouwd.

MICHAËL (wendt zich tot de artistieke directie) - "Is Merlyn al opgesteld?"

EL DIRECTOR (antwoordt bevestigend)

MICHAËL - "Dan ga ik eens piepen. (hij betreedt de kubusruimte)
Amaai, Merlyn is nogal geëvolueerd."
Drie portretten in een vlak geborsteld grisaille: Steve MacQueen, Pollock, Paridada.

EL DIRECTOR (richt zich tot Joost die in de gang bezig is) - "Liggen ze opzettelijk scheef?'

JOOST - "De tekeningen? Ja." (betreedt crox3 waar Morrens bezig is)

Joris ruimt op in de gang. Vijzen en meer van dat. Nancy maakt de toiletruimte proper. Dirk heeft de broden uitgestald in een zelfgemaakte schapraai die midden de doorgang terecht komt.

JORIS (fluitend)

Michaeël is ervandoor. Of hij vanavond langskomt is onduidelijk.
Nancy poetst het bovenblad van het barmeubel. Ze heeft gele plastic handschoenen aan. Een heerschap in korte broek betreedt de hall, zingend. Hij vocaliseert, heeft een bariton.

We ruimen op.

EL CANTANTE (exercicio in korte broek majeur) - "Is dat een si?" Hij probeert het nog eens. "Ik denk dat het een hoge mi is," besluit hij."
Hij en Joris nemen de zakelijke beginselen door, voor de facturatie en zo.

JORIS - "Ik ben jaloers." Op de hoge mi van de zanger in korte broek. Bekent dat hij zich als dertienjarige op muziek wilde toeleggen.

"We hebben twee toppers vandaag," zeg ik. Nancy zit buiten in het withete zonlicht en eet een broodje.

EL CANTANTE - "Allez, drie toppers."

IK - "Maakt er 4 van."

EL CANTANTE - "En waar mag ik zingen?"

JORIS - "Hier." Hierer, hierst.

EL CANTANTE - "Hier is goed." Hij bekijkt de broden van Zoete. "Ha, dat is wel leuk." Hierna test hij de akoestiek van de ruimte. Geen hoge mi dit keer.

"En wanneer," zo vraagt hij op Louis-Paul Boonachtige wijze, "moet ik mijn materiaal binnensteken?"

EL DIRECTOR - "Uw materiaal? Subiet. Nu meteen. Niet wachten tot het volk toestroomt."

EL CANTANTE - "En mag mijn vader meekomen?"

JORIS - "Uw vader?"

EL DIRECTOR - "Maar natuurlijk, gij."

EL CANTANTE - "De oudste geluidstechnicus van het land. Zessentachtig jaar. 't Geeft een bepaald cachet, he."

Enige tijd later. - Het volk stroomt toe. Honderd man, tweehonderd, tweehondervijftig. Bekende gezichten. Lu en haar echtgenoot, dedju, ik vergeet zijn naam altijd. Libens van Mixed Media en zijn Scandinavische eega. Andere gezichten, gezichten waarmee ge op een afstandelijke manier vertrouwd zijt.
Het Hoofd Publicaties heeft twee kaartjes voor Don Giovanni op de kop getikt en breidt het arsenaal der Bijvoeglijke Verbuiging uit met 'graag liever liefst': kraag, kriever, kriefst - Praag, Priever, Priefst.
In crox3 nam een jonge vrouw op een stoel plaats. De suppooste. Ze leest een boek.

Het optreden van El Cantante, die Napolitaanse canziones te berde brengt, is voortreffelijk. Vigdis heeft een stralende glimlach om de lippen. Ge ziet, El Cantante bespeelt het publiek, kent zijn Pappenheimers, vocaliseert theatraal, energiek, een grote voldoening grijpt plaats.
Iemand vertelt een gebeurtenis die kortelings geleden plaatsvond, aan de Graslei. Zelfde zanger was er aan het werk, hij deed de terrasjes. Twee flikken interrumpeerden de performance. Op straat moogt ge niet zomaar staan zingen. Zonder zijn gevocaliseer te onderbreken toverde el cantante de leurderskaart, stak hen het document toe, hopla. Hij kreeg het publiek op zijn hand. De flikken hielden voet bij stuk, dreigden ermee zijn muziekdoos in beslag te nemen. Ziehier, ziedaar, wat gebeurde - een triomftocht. Amper een uur na het incident, de terrasjes aan het water in een gloed van witheet zonlicht, komt el canante midden de Leie aanvaren op het dek van een van de bootjes een canzione uit zijn Napolitaanse repertoire te berde brengend, tot groot jolijt van het publiek op de kades.

Het relaas van de suppooste.
1. Zij die vragen of ik de vragen over het werk kan beantwoorden.
2. Diegene die me verwarde met de kunstenaar en zei: 'Ah - zijt ge dan de vriendin van de kunstenaar?'
3. Twee mannen die iets verkeerd deden en omkeken van oei oei. De ene struikelde over een kabel, de ander had op een van de kunstwerken getrapt.
4. De moeder die tegen haar kind zei: 'Niet doen, anders wordt mevrouw kwaad.'
5. De man die kwam vragen of ik de zaalwachter was. Ik zei ja. Waarop hij antwoordde 'We gaan ons moeten gedragen.'
6. Alle anderen (het gros van de bezoekers bleef zonder reactie).

Het boek dat ze aan het lezen was is 'Hoe te beminnen - Filosofen over seks', een door Machteld Allan geredigeerde publicatie van Meulenhoff.

Geen opmerkingen: