donderdag 4 november 2010

opinieveiling

1 goeie Kippenberger.
Hirschhorn aan een zijden draadje.
Of er foto's genomen mogen worden, vraag ik.
Nee, dat mag niet.
De performance van twee meisjes en een suppoost en in één van de zaaltjes is een werk van Elja-Liisa Ahtila.
Over een werkje dat ik zelf maar niets vind, zegt iemand dat ze 't een grappig werkje vindt.
Op een achtbaan voorbijschieten aan iemand die op een afstand staat toe te kijken en beseffen: he, dat ben ik.
Media en massaverkrachting. Het roest gaat voor een prikje.

Als je zeven stukjes kaas hebt, zei Lars, en van die zeven stukjes kaas eet je vijf stukjes kaas, dan heb je twee stukjes kaas. Als je dan nog een stukje kaas eet, en nog een, is de kaas op.
Naast het smalle bed was op armhoogte een smalle richel. Op de houten richel staat een bekertje. Tegen de binnenzijde van het bekertje leunt een lepel. De lepel trilt. In de kamer was geen ander geluid. De woedende zon die de hele dag boven de sierra hing, is geblust. Lars is een gespierde Zweed. We wonen in hetzelfde huis, calle Marquesa de Moya 14, ik op het eerste, achterin, hij op een belendende kamer. De eigenaar van het huis is een Amerikaan. Lars schrijft. Hij zit in z'n blootje op het terras aan een kleine tafel, schrijft. Zijn vingertoppen dansen over het letterklavier, blinde euforie. In Thailand heeft hij in een gevangenis gezeten. Wat doe je, vraag ik. Overal is zonlicht. De zon staat hoog boven het terras. Er is alleen maar zonlicht, wat anders is er niet. Hij schrijft. Z'n blote lijf steekt half boven de schrijfmachine uit. Hij is gespierd, het lichaam van iemand die tegen stromingen inzwemt, een bolide. De tekst, verneem ik, is een monoloque intérieure. Hij bedoelt: dat is modern. Waar ik niet aan twijfel. Ze neuken. Het lepeltje trilt. Lars is Ursula en Ursula is Lars. In de kamer is geen ander geluid. Die moderne theorie over monoloque intérieure ben ik sindsdien heel erg interessant blijven vinden.

Geen opmerkingen: