zondag 8 april 2012

scrabble


Ontoegankelijk geluk: in een stadje op de Azoren in de goot zitten.
Geluk: naast Anna zitten, een glaasje Minervois binnen handbereik, Anna die net de woorden waarde en gave gemaakt heeft waarvoor ze niet meer had te doen dan een E op te offeren.
Het levert haar 48 punten.
We zitten in de pianokamer op de sofa, die een ogenblik eerder nog door het wasgoed van Sofie bedolven was geweest.
Van een Marokkaan geweest, die sofa. Jan op de kop getikt. Bijna mee van het balkon gevallen. Die Marokkaan stond op het OCMW, had eigendommen in Marokko en zo. Francis duwde de sofa en toen lag Jan bijna van het balkon.
Met zinnen, na een beurt die me een bonus van 50 punten opgeleverd had waardoor ik op 106 punten kwam, zinnen waar Anna bezinnen van maakte, wat haar 26 punten oplevert, staan we voor de opgaaf om uit te zoeken of een toevoeging als (de zich) bezinnende door de beugel kan. Staat niet in het woordenboek. Dat weten we. De zich bezinnende N-VA politieker, kan dat? Een contradictio in terminis, mopper ik. Het kan, meent Anna.
Het levert me 32 punten op. Later staan we voor een vergelijkbaar euvel: het foneem, volgens van Dale (het; fonemen) (taalk.) de kleinste klankeenheid die een betekenisverschil aangeeft; auto, auta, of: schut, schat.
Een schot voor de boeg, ik kan het woord niet leggen. Het wordt nomen. Van goot is gootje gemaakt en wat later nog een taalprobleem: accult ou le désir de l'accultisme. Bijvoorbeeld, ce mec là, c'est un vrai facul, of, iemand die z'n leven op de faculteit slijt.
Ook faut aanvaarden we, moet wel. Het woord spreekt voor zich. Hij runde een manke boeketwinkel van zich bezinnende gewekten die als sullen op fado feestjes yin en zeik en andere gaven mixten en ik huiver, zei ze, help, als het op basis hiervan ooit tot waarden komt. En wat ze ook nog zei, dat ze dan naar de Azoren vluchtte.

Geen opmerkingen: