vrijdag 24 mei 2013

Tony

Tony (betreedt een werkplaats waar iemand over een schroefbank gebogen staat): Maar, ik heb een probleempje...
De over schroefbank gebogen staande: Tony, nu niet.
Tony: Maar ik heb een steentje gevonden. (toont het steentje)
De heel even naar het steentje omkijkende: Ja, Tony, fantastisch. Het is mooi.
Tony: Maar dat is een probleem.
De over schroefbank gebogen staande: Tony... er is een probleem.
We hadden. Wat we hadden... euh... En, euh. Wat we niet hadden. We hadden geen. Geen 3D-printer. Iemand merkt op dat ze dat een monsterlijke uitvinding vindt. Zou het mogelijk zijn, vroeg een van de mee aanzittenden zich af, om met zo'n printer een dubbelganger te printen van, van Kamagurka bijvoorbeeld, van Birgitte Bardot, of van Marcel Duchamp, of. Van, euh, merkte iemand op, je bedoelt van Bardot uit... Ja natuurlijk, antwoordde ik, van wat anders. Misschien levert die 3D-printer er Jack Pallance bij, gratis. Maar we hebben geen 3D-printer, zei iemand. Wat die Liberator betreft, merkte de voorzitter op, dat pistool waar iedereen nu zo druk over doet, daar heb je niet eens een 3D-printer nodig voor. Hoezo, zeiden we in koor, geen 3D-printer voor nodig, verklaar. Hebben we toch niet, zei iemand. Ja, hoor eens, alsof we dat niet weten, zei ik. Het begon me danig op te winden. Nu we hier toch zitten, merkte Nancy opeens op, wie drinkt nog iets. Voorzitter, zeiden we, we bogen over het tafelblad, vertel op, voorzitter. Monsterlijk eenvoudig, zei hij, een buis met een binnendiameter van 9mm, een spijker, een kogel, een hamer of een elastiek, meer heb je niet nodig als je een pistool zou willen maken, daarvoor heb je echt geen 3D-printer van doen. Oef. We lachten. Maar stel nu, zei ik, ik wil een dodo, hoe doe je dat. Om wat met die dodo te doen, vroegen ze. Euh, zei ik, hoor eens, wat nu, opeten, wat anders kan je met zo'n dodo doen. Potverdraaid, zeiden ze.
'Tony...' We draaiden ons met z'n allen naar Tony om. Hij zat er niet. He, waar is Tony, zei iemand.

Geen opmerkingen: