vrijdag 31 mei 2013

banaliet

De buurman zegt dat hij z'n huis verkoopt en in een nieuwbouw op een appartement gaat wonen. Dan is hij verlost van de paardenbloemen in de tuin en van de honden van de dame die elke maand twee keer bij hem langskomt om wat ze op haar schedel heeft staan op orde te brengen. Op niet vooraf bepaalde tijdstippen schuift een aak door het landschap, een merel inspecteert het grind en boven het dak van het bedrijf aan de overzijde van de straat, waar ze eergisteren onder de bomen naast de parking het gras weggehaald hebben, schuiven de gordijnen open van een storing die sinds begin vorige week boven het landschap hing. 'Dag Laura,' zeiden ze in de boekenwinkel. Ik had er The Robber besteld, het laatste boek van Robert Walser, in de bejubelde vertaling van Susan Bernofsky, a quirky masterpiece of high modernism, ik citeer Bernofsky, a love story that unravels as it goes along, een boek waarvan de eerste zin duidelijk maakt, ook dat laat Bernofsky niet onvermeld, dat de lezer een labyrint wacht, een lectuur waarin het spoor ontbreekt van de betekenis die het hebben kon, of, om het op een andere manier te zeggen: Walser laat zoveel sporen dat het spoor van de lezer deel gaat uitmaken van het geharrewar. 53 jours, het laatste boek van Georges Perec, biedt een vergelijkbaar scenario: de plot van het boek is de persoon die het boek leest. Zodra de lezer zich voorbij de eerste zin waagt, gaat hij deel uitmaken van het boek. In de Veldstraat, waar ik op huisnummer 82 een dossier afleverde, zei een joch 'wacht even', tegen z'n vriendje, en toen nam hij een foto, met z'n gsm, van de tram die er niet was.

Geen opmerkingen: