anafrasische variatie op een gedicht van Nikifor Poljotkin
(Fig. 5)
(The sole value of discussions is: all those good ideas that occur to you afterwards!)[1]
van wie ik de schaduw ben, snijwonde, de persoon die ik schaduw, hij dus, dat is bekend, onbedoeld pornografische volgzaamheid met tentakels die tot anus en neusbeen reiken,
waarvan ik voetstap ben, prooi van vorm en het inzicht komt, wat zonder gewicht zijn meester is,
het boek,
boek aan leiband,
70 bladzijden,
leiband,
sijpeling,
oude door maagzuur aangetaste bladzijde, prooi van schaduw, door darmkwallen aangetaste telg van bladzijde,
van wie het de de schaduw is, een snijwonde, dat is bekend,
ik die zonder gewicht zijn meester ben, voetstap van schaduw, enzovoort, nu ja, ok, hij doet maar wat,
vandaag nam ik hem uit wandelen en toen ging het naar de bibliotheek en in die bibliotheek altijd naar dezelfde hoek en in die hoek altijd hetzelfde boek en met dat boek ook altijd hetzelfde tafelblad,
waar sijpeling en eeuwigheid samenvallen want stromen kruisen niet.
(1) Arno Schmidt, Scenes from the life of a faun; Marion Boyars, p.9.
Ze is verdwenen, zei de goochelaar. Uit de anus van het popje stak een drol van goud. De goochelaar zei het nog eens: ze is weg. We hadden een dwerg gezien.
U bent Werner Herzog, vroeg iemand. Nee, zei de prostituee, een of andere Herzog, zei ze.
donderdag 25 januari 2018
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten