Ik heb geen poten, wel een vast schema. Kleur is kleur, groot is groot, klein is klein.
Ik ben een object. Het voorwerp. These words are related to objects. These words are objects.
Iemand vertelde me hoe het voor hem met langlaufen liep.
In Noorwegen doet iedereen het, zei hij. Het huis is leuk. De straat is leuk. Het gaat keihard.
Then there's that girl, she's pregnant, she's smart, but let's not talk about the girl.
Schuiven, het moet schuiven.
Wat heb ik uitgespookt, wat over het hoofd gezien. Er is muziek. Een groepje druk pratende en gesticulerende mannen. Hier komt de muziek vandaan. Een auto dwaalt over het wegdek.
woensdag 18 april 2018
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten