woensdag 1 april 2009

woensdag 1 april














Sjoerd en Gwen wonen tegenwoordig in een caravan. Dat is omdat ze aan het verbouwen zijn. Het tuintje is in een bouwwerf veranderd. Het huis staat er nog, nu met een groot venster in de zijmuur en een gat waar French windows komen en aan het plafond wat Karz bedoelt met Kauzale Suzammenhang. Je hebt kunstenaars die hier de Turner Prize mee winnen.
In de caravan is amper plaats voor een hond. Sjoerd schenkt een glaasje witte wijn. Het gesprek komt op het interview in De Witte Raaf, over hoe het liep met het Gentse NICC. Brams en Pültau hadden me hierover geïnterviewd, dat is intussen gepubliceerd. (DWR nr. 138: De geschiedenis van het NICC - aflevering 3)
't Is dus inderdaad Sjoerd Paridaen - twee jaar eerder was hij lid van het crox-team geworden - die in 1998 het NICC in croxhapox introduceerde. Brams en Pültau hebben zich trouwens goed gedocumenteerd, ontdekten dat Sjoerd op 13 mei 1998 niet op die eerste vergadering aanwezig was. Dat had een reden.
Delvoye was er wel, zat een verhaal te vertellen over miserie met de fiscus, dat hij zoveel belastingen te betalen had dat er niets anders op zat dan een villa in Toscane te verkopen. Bijl was er ook. Ze maakten zich vrolijk over die villa in Toscane. Ik had het ijzingwekkende gevoel dat ik met een andere wereld te maken kreeg, lui die mij niets te vertellen hadden, er een aparte moraal op na hielden, de moraal dat moraal niet hoeft. Dat moet zo naar het schijnt, als je er komen wil.

Hoe het komt dat Sjoerd er op 13 mei 1998 niet bij was. 'Ik zat in de commissie Onderwijs,' vertelt Sjoerd. De commissie Onderwijs van het NICC. 'We hadden besloten om twee dingen te doen: we zouden een reeks lezingen geven voor afgestudeerden en we zouden bij Luc Vandenbossche langsgaan, de Minister van Onderwijs.' Ze hadden een dag afgesproken. Dus die dag treinde Sjoerd naar Brussel Centraal. De mensen waarmee hij afgesproken had, waren er niet. Hij telefoneerde Anne-Mie: 'Waar spreken we af?' vroeg hij. Dat ze gisteren bij de minister geweest waren, zei Anne-Mie. 'We zijn gisteren geweest,' zei ze. Sjoerd tuimelde omver. Waarom ze dat niet gezegd hadden, dat ze een dag eerder bij de minister gingen, vroeg hij. 'Goh, we hebben je niet gebeld,' zei Anne-Mie.
Genetisch en onontkooombaar dus: ze hadden niet gebeld.

Met die caravan valt het eigenlijk wel mee. Ze staan op rond een uur of zes en gaan vroeg naar bed. Toen ze in de buurt van Perpignan woonden, was het niet anders. Kamperen.

Het boek waar Gwen mee bezig is, de autobiografie van Doris Lessing, bevindt zich in een rekje vlakbij het dak van de caravan. The Golden Notebook. De eerste zin is veelbelovend: Hoog op de flank van het grote schip tilde ik het kleine jongetje op: 'Kijk, daar heb je London.'

Dat ze overal briefjes vindt van nog te lezen boeken, zegt Gwen.

Geen opmerkingen: