Het is vijf na twaalf als ik het terrein van Akzo Nobel aan de Leuvensesteenweg te Vilvoorde oprij. Op de Brusselse ring - het andere baanvak: richting Groot Bijgaarden - was een kilometerlange file. Files van 10 tot 20 kilometer, tegenwoordig is het dagelijkse kost. (aan elk rondpunt zie je wat het probleem is: lui met trage reflexen, maar ook de wetgeving zelf want aan een rondpunt hoor je niet te stoppen --> stoppen aan een rondpunt maakt het rondpunt overbodig: een rondpunt is invoegen, wie dat principe niet begrijpt levert z'n rijbewijs in, op die manier zijn we meteen van een hoop overlast af) Ik laad de verf in, 25 potten zwarte latex van 2.5L, zet m'n poot onder een document en rij over Meise, Merchtem, Asse, het Vlaamse platteland: villa's met Andalusisch smeedwerk, landerijen, verkaveld randgebied, uitgestrekte fabrieksterreinen. Politici kleuren het landschap.
Om kwart na 1 beland ik op het woonerf. Vadim is in de brainboxruimte bezig. We laden de zwarte verf uit.
16 diaprojectoren. Bart van 9, Stijn van 2, Steffie van 7. Bart en Stijn kennen elkaar. Marie is er rond een uur of vier, ze zat in een file, heeft er vier uur over gedaan.
'Er is er nog eentje,' zegt Vadim. Nog een diaprojector, bedoelt hij. 'Omdat we eerst niet van plan waren om ze te gebruiken, heb ik er een paar weg gedaan.' Wat hij niet gebruiken kon, kwam in de auto van Ilias terecht.
'Deze,' hij wijst er een aan die het niet doet, 'is een mooie, met een caroussel die zo gaat.' (de caroussel, een kermismolen, staat dwars op het apparaat) 'Is kapot. Jammer. 't Is een heel erg mooie.'
Vadim verplaatst de stelling. Marie is met een van de hoeken bezig. Het sissende geluid is de verfspuit.
donderdag 30 april 2009
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten