vrijdag 15 mei 2009

vrijdag 15 mei

De assistente heeft een moeilijke nacht gehad, zegt ze, ze kwam amper aan slapen toe, lag naast haar werkgever die niet snurkte, wat ze niet begreep. Zelf snurkte ze trouwens evenmin, ze had een lichte slaap, schrok af en toe wakker, er was het dichtbije gesuis van de Mehringdamm, geen ander geluid. Het raam gaf uit op een binnenplaats. In de gang had ze een deken gejat, wat hij vermakelijk vond: ze sliepen samen en toch sliepen ze apart.
Dat ze in de gang een extra deken gevonden had, was verbazingwekkend. 'Waar heb je dat deken vandaan?' vroeg hij. Hij kroop onder het zijne. Ze zei iets, wat trouwens geen antwoord was: zoals alles wat ze wist had ze ook het deken uit het niets getoverd en hij nam vrede met de naïviteit dat hij niet wist hoe dat moest. Dat de assistente dingen wist waar hij geen weet van had, was een bevredigend houvast.

We hebben afgesproken aan Hotel Sarotti op de Mehringdamm in West Kreuzberg. Ze is de hele dag onvindbaar geweest, nam de U-baan naar een plek in de buurt van Alexanderplatz waar ze een afspraak had met iemand die haar werk had kunnen bezorgen, het fijne begreep ik er niet van, en toen was ze dus in die hotelkamer beland. Het enige wat zij zich hierover herinnerde, was dat ze midden in de nacht wakker geworden was, dat de kamer op een binnenplaats uitgaf en dat iemand boven de buffetkast een citaat van de Dalai Lama had aangebracht. Na de middag moet ze ergens in de buurt van Prenzlauer zijn. Zelf heb ik, toevallig ook in Prenzlauer, een groepje op te pikken. We drinken koffie.
Zelf had ik een dag eerder de keuze gehad tussen een kamer in de Helsingerstrasse, in Friedrichshain, of bij Anton die in de Falckensteinstrasse op huisnummer 17 logeerde. Van de jeugdherberg, het adres in de Helsingerstrasse, zei iemand dat die wellicht 24u op 24u open bleef en dat je er een kamer voor 1 of een kamer voor 2 personen boeken kon - zodat je van het gesnurk van de andere kostgangers gespaard bleef - maar dat was niet zeker, zei iemand, noch het een noch het ander was zeker wat, aangezien het toen al na middernacht was, voor nog een scenario had kunnen zorgen: dat ik in de laadruimte van de Kangoo te overnachten had, dus koos ik voor de vlakbij het Görlitzer Park gelegen Falckensteinstrasse in het meest oostelijke deel van Kreuzberg, een buurt - zoals overal in Berlijn trouwens - met restaurants die tot middernacht open blijven, Turkse en Aziatische fastfood en gevels die over de hele lengte van de straat onder een brede strook graffiti zitten. Eerst vonden we geen parkeerplaats. In de belendende kamer bleven ze tot 's ochtends vroeg muziek maken. Ik was al blij dat er geen muggen waren.

Fruhstück am Mehringdamm

Kwart voor elf. NATURKOST staat er, in koeien van letters. Eikenhouten meubilair, twee Sloveense dames en een koelvitrine met salades en taarten en pasta. Genretaferelen fleuren de zaak op. Het zijn er zoveel - ook achterin, er is een ruime gelagzaal met lange, houten tafels - dat er niets bij kan: de muren hangen tjokvol.
1. Een Teutoons berglandschap, goed gepenseeld, hol als een lege eierschaal.
2. Het marktplein van een dorpje waar sinds meer dan 300 jaar, op wat verkeersborden na, geen vierkante centimeter aan vooruitgang is blootgesteld. (witte kippen)
3. De Oostzee. Hier en daar een rotspartij en een sloep, gekanteld op het donkere strand. Een manspersoon vertegenwoordigt het voorplan, ongeveer zoals bij Friedrich gebruikelijk is maar zonder het theatrale - unheimliche - vertoon van innerlijke crisis: hij is bereid om desgewenst een handje toe te steken. Het panoramische tafereel wordt vervolledigd door twee karvelen en de parabool van een verre oever met het in bruine tinten aangezette silhouet van een havenstad.
4. Een pastoraal landschap waar elk spoor van industriële revolutie ontbreekt.
5. Een tafereel met berkjes in een gebied dat heide of drasland zou kunnen zijn.
6. Een stilleven met wijnflessen, groenten en brood.
Boven de eikenhouten salonkast is een herfstbos en ook nog een landschap met schapen, eentje waarop de handtekening van de kunstenaar goed leesbaar is: A. Steinbreibt.

Voor het doek 'Der Greifswalder Hafen' (um 1830) - in die Alte Nationalgallerie - staan twee mannen. De jongste van beiden, hij is een jaar of zeventig, heeft de ander - die in een rolstoel zit - vlak voor het schilderij geplaatst. Ze spreken niet, niet eens op gedempte toon: zonder woorden aanschouwen ze het schilderij, een werk dat bij eerste, oppervlakkige aanblik uit overwegend bruine tonen bestaat en een haven voorstelt waar donkere zeilschepen voor anker liggen. Voor de oude man in de rolstoel is het een laatste, of de eerste keer misschien. Hij kent het schilderij uit een oude editie - meer recente edities met een al of niet volledig overzicht van het werk van Caspar David Friedrich kan je in het souterrain vinden, in de bookshop - of is hier vaker geweest. 'Frau am Fenster' uit 1822 hangt een eind verderop aan een van de lange zijden. 'Menzel ist unten,' zegt de suppoost.
Hier, unten, is ook werk van Corinth, Beckman, Hödler en Böchlin. In een andere zaal hebben ze een aantal bijna gewichtloze doeken van Monet, naast iets van Cézanne en Pissarro.

Alexanderplatz

In 1995 was Alexanderplatz een bouwput, nu is 't een plein met bomen. Kapitaal heeft van het voormalige Oost-Berlijn een winkelpretpark gemaakt. Torens van glas steken boven het plein uit. Aan een van de kraampjes op Hackescher Market, aan de Spree, het Museuminsel is vlakbij, schaf ik me een stadsplan aan. Ik kruis de plek aan waar ik een afspraak heb - Prenzlauer Allee - en fiets naar de Humboldt Universität aan Unter dem Linden.

Geen opmerkingen: