'Wat hebben jullie een leuke plek,' zei ik, 'midden het Patershol: tuin, gazon, planten...' Coco en Michel heten ze, ze hebben twee kinderen, een jongen, een meisje, en de kat - een zwarte kat met witte pootjes - heeft vier jongen. Drie ervan zijn lapjeskatten. De katjes, 6 weken oud, hebben een donkerbruine pels met een patroon van witte en rosse vlekken.
De kat van Sarah en Jelle heeft ook gejongd, twee zwarte en twee tijgertjes. Het is een moeilijke keuze, het gaat om het aantal: wil ik er een of wil ik er twee of drie of vier.
Frips en Marc hebben er twee: Frustie en Knorrieborrie (ook wel Borremans geheten), Knorreborrie die als twee druppels op Yoda lijkt. Yoda is een van de lapjeskatten. De kinderen van Coco en Michel hebben er voor gezorgd dat de katjes Spiderman, Batman en Yoda heten. 't Zijn allemaal lapjeskatten, ze zijn makkelijk uit elkaar te houden.
Of het er twee of drie of vier worden, maakt niet uit. Met katten valt te leven. Ivan heeft er ooit twintig gehad.
Yoda wordt Ioda. Dat heb ik beslist. Of het wat uitmaakt, weet ik niet. De naam die we kregen, maakt geen zak uit, denk ik. We werden benoemd zoals dieren benoemd worden, zonder dat we er iets tegen in te brengen hadden. Met de naam wie we hebben, dragen we het noodlot van een genetische bestemming, we hebben geen andere naam, worden genoemd zonder andere betekenis.
maandag 25 mei 2009
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten