vrijdag 1 januari 2010

vrijdag 1 januari

1
Gisteren. In een Indisch restaurant, waarvan ik identiteit en ligging fatsoenlijkheidshalve maar verzwijgen zal, eerst sherry dry, het aperitief, nadat ik minstens een kwartier heb zitten koekeloeren, als voorgerecht scampi kapora, scampi in een sober jasje van tot moes geprakte linzen, en tenslotte lamb spinach, het in zijn meest rauwe versie gekonterfeite hoofdgerecht waar een niet opgesmukte kom rijst en een bordje grauwe, smakeloze rauwkost bij horen.
Met lichte verbijstering aanschouw ik de groene prak die op de kaart franjeloos, il faut le faire, zonder spoor van culinaire bombarie, als lamb spinach aangekondigd werd.
Ik kijk om naar de belendende tafel, stel vast dat de bejaarde dame, demi-bourgeoise, en haar tafelgenoot, een robuuste dertiger met Indiaanse roots, er geen van beiden in slagen om wat zij voorgeschoteld kregen (frivoler, met meer zorg samengesteld) naar binnen te werken. Het decor. Tijdens het kauwen op de gore stukjes lamsvlees bestudeer ik het decor. Naven en kieren amper afgewerkt. De gebruikelijke oriëntaalse ingrediënten gammel als het decor van een derderangs dorpstheater. Met alle sympathie voor het genre.

2
Een foto. Ik maak een foto op een plek waar ik meer dan dertig jaar eerder ook al eens een foto gemaakt heb, een foto van die plek zonder de personen die ik toen te portretteren had. Het was hun huwelijksverjaardag. Die dag, 14 april 1976, waren ze twintig jaar getrouwd. Ze stonden naast elkaar, zij ter linker-, hij ter rechterzijde en als ik het goed heb op dezelfde trede.
Het perspectief is om allerlei redenen niet helemaal hetzelfde meer.

3 middernacht
In het belendende huis is gejoel. Vuurpijlen schieten boven de daken uit.

4 fragmenten van een gesprek
comme les bavardages de Roubaud mais pas exactement
zij: Because my father told me. You know. When I grew up. /ze heeft het vaker over haar familie: over haar broers en zussen: over een geldkluis waarvan ze de inhoud wisten te redden, 't was een pak van het hart: en alles wat er in zat/
hij: What happen now, there's so much politics. /draagt een donkergele sweater die strak om de hals sluit, meer dan waarschijnlijk Indische afkomst, gitzwart haar met een blauwe glans zoals je wel vaker in comics ziet, kijkt bij mijn weten slechts 1 enkele keer om naar het personage aan belendende tafel - waarmee we terugkeren naar het beginsel van elke identiteit: de leugen, het verzinsel en de omkering: als 1 ding waar is, is alles waar: la seule vérité c'est qu'il y a d'autres vérités
Too much politics. Ca m'amuse. In werkelijkheid is er te weinig politiek. Wat we zien, meemaken en vaststellen is een geharrewar: handelingen en uitspraken met een bijzonder obscure betekenislaag en onderhandelingen die de facto volstrekt zinloos waren voor ze door pers en media als volstrekt zinloos gebrandmerkt worden. Omdat er helemaal nergens ook maar 1 politieker te vinden zou zijn die in een ethisch debat het voortouw neemt zonder a priori consensus na te streven. Consensus: geven, nemen. Is die soort uitgestorven? /quote, ik citeer Van Ryssen, foutief, of verzin maar wat: tenzij verhofstadt er in slaagt om boven het blauwe gedachtengoed uit te klimmen/
hij: There's too much media and the media is not always correct. /het medium: de schimmen en aanverwante verschijnselen en het rondetafelgesprek. De ogenschijnlijk foute werkwoordsvorm beklemtoont het euvel/
hij: And it got worse. It got worse past few years. But I think the people still know. The people know. /correctie/ In America I don't know. Waarmee hij bedoelt: of de Amerikanen het weten, weet ik niet. Of, variant: in Frankrijk weet ik het, in Nigeria weet ik het, in Sierra Leone weet ik het, in Japan weet ik het, in Pakistan weet ik het en in Amerika, nee, in Amerika weet ik het niet. Because America. It's people without culture. En niet een volk. Volk. Geen lidwoord.
zij: They came from all over the world. They took whatever there was to take. /a fascinating view on American history/
Montauk's omkering: een hoogbejaarde dame and a man in his mid thirties. Het meisje dat de tafels doet, laat een vork vallen.
zij, later: It's even nice to sit and talk. /zelfs dat is aangenaam: to sit and talk/ cute girl
nog later: JC cannot be the son of god because /weer dat vervloekte omdat, een omkering van de conclusie en wat daar aan voorafging en ook dit een in pek en veren geserveerde klucht op het slappe koord van een net zo wankele redenering/
because god is not a person. /god is a load of persons/
zij: Nobody can believe such a thing. /nobody would/
Of deze (als antwoord op wat voor vraag ook): That was only Hitler in German.
voorbeeld
ik: I order lamb spinach and look at this. En zij. Ze gordt haar vleugels om. Een bontjas stuitert hoog boven het decor van bordkarton. /no one else/

/het gesprek komt op Kain/ Of er in zijn cultuur een vergelijkbaar fenomeen is, vraagt ze. Ach, dat weet hij nog niet zo. 't Gebeurt in de beste families.

5
Vandaag une choucroute à la cycogne d'Alsace en drie bladzijden Roubaud. Ecrire dissolution et lire dix solutions. Pas d'y, of its own flooded a field, c'est cicogne avec un i en oplossingen, il y en a dix. In de gelagzaal kan je een speld horen vallen tussen de hertenkoppen, het everzwijn, een stoffige eend, de gaten in het behang opgevuld met pastorale nostalgie. Een gemompel bijna, het geluid van nabij bestek, hoffelijke stemmen. Twee koppels hebben er plaats genomen: à demi-chemin twee heren onder de hertenkop - gay sans aucun doute, het misselijk makende snorretje is inbegrepen en het accent na verloop van tijd onder te brengen in een vaag-pastorale spanwijdte van pakweg 25 kilometer: ieverans, santé zu (korte a lange e platte i uitgeperste o doffe u) - en ter rechterzijde, onder het ruigbehaarde everzwijn: een dame en haar aanhang, pâte à pain d'épices élégantes, in verlegenheid gebracht door de knorrige hoffelijkheid van de referee.

6 oulipe roubaud
Roubaudir le rabot doux. Je m'en rauboute: quelle roubaudasse.

Geen opmerkingen: