zondag 3 januari 2010

zondag 3 januari

reeks 5 In het werkhok 18° celsius, warmer krijg ik het niet. De muren staan op fluistertoon, geroezemoes van stemmen. Klokken. De bimbambeierende uier van een nabijgelegen kerkje. In de tuin een laagje gebroken wit. Koffie en roggebrood met zuurkool en maredsous. Liggen, draaien, kruipen, opstaan, stappen, zitten. Naamloze gebeurtenis. Gebeeldhouwde werkwoordsvorm. Het fantoom van een eiland, blauwe lucht. Op google het fantoom van een officieuze ranking. De vijftien miljoenste. Zo op het eerste zicht heeft het weinig om het lijf: een collectie van spoken op sterk water.
Zou het MuHKA ooit page 3 gehaald hebben, in De Morgen nota bene, zonder dat lek in de waterleiding?

reeks 6 Chaque parcours à sa limite.

Remarque de Roubaud dans La Dissolution, page 256: le trobar a toujours affaire à "quelque chose autre", à la fois noir dans la lumière et lumineux dans l'obscur

A la limite: chaque parcours a ses limites. Derrida verheerlijken is Joos, is Roubaud, is Barthes, is uitsluiten.

Tot op de komma exact wist ze het reactiepatroon in te schatten: hij zal de ander niet herkennen of doen alsof hij haar niet gezien heeft en tenslotte, een halve tik voor oogcontact niet langer te vermijden is. De gedachte is onuitstaanbaar: wegkijken. Doen alsof. En dat voor een emeriet die vaak genoeg met het nodige aplomb beweert: streven naar waarheid is het enige waar het een filosoof om te doen is.
Hier le subjonctif op uitproberen: zijn zou, had kunnen zijn.

Als één iets waar is, is alles waar.

In Du Progres hebben ze vandaag champignon velouté. Ik bestel, op twee uur na, wat ik er exact twee jaar geleden besteld heb: lamsbout met warme seizoensgroenten.

Twee uur exact. Dat weet ik omdat ik toen nog keurig bijhield wat ik uitvreet de godganse dag. Later komt sleet op die onhebbelijkheid.
Om twee uur heb ik een afspraak met Jonas Scheys. We prikken een datum op het John Cage & Fluxus project. crox 240, een instalraam van Pieter De Clercq, gaat in première.
Na de afspraak met Jonas fiets ik naar het Nieuwpoorttheater met een stuk plexiglas.
Later koop ik een ticket Köln heen en terug. Huiswaarts fietsend spring ik binnen in een wijnhandel, koop er 6 flessen pomerol, fiets naar Onderstraat 26, bel aan. 6 flessen en een pomerol, dat had je niet moeten, verneem ik. Laten we er van uitgaan dat ik het toch deed.
Ik bel Belex. Belex is in de Belfortstraat. Ze verhuren appartementen. We zoeken een plek voor Noe en Brian.
's Avonds ga ik langs in Du Progres en bestel wat ik ook vandaag bestel: lamsbout en warme seizoensgroenten.
Ik noteer het tijdstip in m'n zakagenda: 21u30.

Aan de belendende tafel heeft iemand een James Bond besteld.

Ik herinner me dat Roubaud daar een mening over heeft, of in elk geval in La Dissolution een opmerking maakt over het noteren van observaties.
/omdat hij het zelf niet doet, il fait ses poèmes à pas longues drainant les rues de Paris, soi-disant des poèmes au moins de quelques kilomètres/

Wegzakken. De brug van een leesbril : na verloop van tijd belandt de brug van de leesbril vlakbij de neustop. Meneer leest een boek. Het hoofd in contemplatieve verbuiging, de handen gereduceerd tot vingertoppen.

en de lippen een zuignap

Van een jonge vrouw de grijswaarden. Ze prijkt op de cover van het boek, het boek waarin meneer z'n tanden zet. De bladzijden reiken tot de onderlip.
Pas in het boek begonnen heeft z'n leesattitude iets van een hond die op een tot op het bot afgekauwd stuk stuitbeen kauwt, zonder andere ingeving dan het genot van die bezigheid.

Op de cover prijkt het profiel van een jonge vrouw.

Lectuur: wellust. Wegzakken in een strakke woordenbrij. De woordenbrij is strak aangespannen en tegelijk zacht als een lederen kussen waarin je net niet helemaal verdwijnt.

Het personeel stapt tussen de grazende tafels. Geletterde precisie: elke handeling, elk gebaar een lettergreep.

Meneer drinkt koffie, een envoie, veegt het sterrenstelsel van de dorre lippen, zit in sobere aanbidding, sober, grillig, alle variaties die je als buitenstaander bedenken kan. Het boek verdwijnt in een plastic hoesje onder nog een boek. Twee boeken: een bibliotheek. Het begin.

Geen opmerkingen: